Rappa
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand
de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Ow december, ow mooie maand!
December: in naam van de Heiland die in een stal in de grootste armoede ter wereld kwam, is de maand van het feest der ‘vreetsen en dranksen’ aangevangen met als climax de oudejaarsnacht der verknallingen en kruitdampigheid. Met man, macht en media wordt zwaar gehosseld om die broodnodige kerstsfeer erin te krijgen met die grijsgedraaide zoetsappige muziekjes en dennegroen met gekleurde bollen. Als opwarmer aan het begin van deze maand doet die roomse Sint Niekkelaas z’n intrede.
Dit kinderfestijn wordt opgefleurd door jengelende jeugdkoren die vooral onze jongsten warm maken om allerhande speelgoed, vaak prullaria van de bovenste plank, van de ouders af te dwingen. Ondanks de anti-zwartepietpropaganda, schijnt die goedheilige filantroop op zijn schimmel toch een hardnekkig verkoopmechanisme te zijn gebleven. Gaandeweg deze maand maakt zich een ware koorts meester van jong en oud, rijk en arm, gelovige of heiden om salaris en kerstbonus aan allerlei etenswaren, kleding en vooral drank te spenderen. Ach, als de mensen hun geld aan het jaareinde op deze manier willen spenderen, laat ze toch hun plezier hebben! Die arme handelaren mogen toch ook eens een maandje een lekkere winst maken? Hoe dan ook, december moet er zijn; het is een leuke maand vol gelovige mensen, want zowat een ieder wenst de ander zalig kerstfeest en een gezegend nieuw jaar toe. Van heinde en verre komen duizenden hierheen gevlogen om het owru yari-festijn met ons mee te vieren. Hiermee wordt in feite onze luidruchtige verknochtheid aan het oude en onze stille rust met het nieuwe gesymboliseerd. Na de honderden kerstdiners (kan het Statistiekbureau deze niet gaan tellen in plaats van Creooltjes, Hindostaantjes, Javaantjes, Chineesjes, Marrontjes, doglaatjes en ‘overigen’?), de eindelijk propvolle kerken op kerstnacht en het aanzwellend en ongedisciplineerd geschiet van vuurwerk, is de pagara-estafette op ouderjaarsdag een van de absolute hoogtepunten. Honderden meters aan vlijtig gerolde en aan elkaar geregen knallers, geproduceerd in veelal bedompte, brandgevaarlijke fabriekjes ver weg in het Oosten, door vaak minderjarige, zwaar onderbetaalde loonslaven, gaan in een uur tijd midden in onze brandgevaarlijke drooghouten binnenstad in giftige kruitdamp over. Dankzij de gebrekkige regelgeving, de moeilijk te controleren verkoop en de vaak afwezige begeleiding bij het afschieten vallen elk jaar weer vooral onder jeugdigen ettelijke gewonden, vaak met levenslange verminkingen tot gevolg. Maar ach, dat gebeurt toch overal ter wereld, ondanks de slogan ‘Je bent een lund als je met vuulwelk stunt’ (met Chinese uitspraak, zoals in die pakkende voorlichtingsreclame). En dan valt er een akelige stilte over den lande: de dag van 1 januari is aangebroken, de eerste uit een meer dan een dozijn lange rij van officiële vrije dagen. De rode vuurwerksnippers verwaaien in de wind of laten hun giftige rode kleurstof los in het vocht van de ochtendregen. Hier en daar schieten verstokte kruitdampaanbidders hun laatste voorraden knallers af; anderen hebben te kampen met lichte ontnuchteringsverschijnselen en kunnen ook geen lekker eten meer zien, laat staan ruiken. Ze werken daarom met smaak een pittig gebakken tomatensardien met warme rijst naar binnen en zijn in feite nu pas enigszins solidair met de Here die tot ons kwam om ons te verlossen van alle hebies, oftewel de aardse lasten. En als we op 2 januari weer met lichte tegenzin naar het werk gaan en al die goede wensen en voornemens beginnen te vervagen, en we vol goede moed maar met lege beurs de lange maand januari beginnen af te lopen, smachtend naar het eerste eind-van-de-maandsalaris van het nieuwe jaar, blikken we vol weemoed terug naar die levendige, knallige, ‘vreetzame en drinksame’ maand der maanden, die decembermaand. Want dan beginnen die mooie religieuze, cullinaire en alcoholische herinneringen aardig verstoord te raken door het over-en-weergekijf van politici en stakingsbeluste vakbonden, door de eerste verkeersdoden, door berovingen, kindermisbruiken en door die coke-inallessmokkelaars (hebben ze al coke in kook geprobeerd te verzenden?). Dan kijken we reikhalzend uit naar de volgende decembermaand. Vandaar: zalig uiteinde en een voorspoedig nieuwjaar. En dat we ons niet te snel voortspoeden in het verkeer, anders kan dat uiteinde niet zo zalig aflopen.