Rappa
Schrijver en columnist RAPPA legt iedere maand
de Surinaamse samenleving op de pijnbank
Zelf de varkens wassen
De maand februari is vaker in onze historie het toneel van stakingen en volksoproeren geweest. Geen wonder; na de overdadige smulpaperij en geldvergooierij in december, en de lange restjesmaand januari waarbij het eind-vande- maandsalaris zo ‘foeps’ weg is aan het aflossen van schulden vanaf december, breekt februari aan, de maand vol pinari. Dat is de beste voedingsbodem voor een fikse volksoprisping. Het hoogste punt werd hierbij bereikt door de opstand van het militair kader, logistiek ondersteund door Den Haagse machten met als strategische schakel de toenmalige militaire attachee van de Nederlandse ambassade in Paramaribo, de eind november 2012 overleden kolonel Valk. De niet gecodeerde berichtenuitwisseling tussen hem en zijn schimmige opdrachtgevers in Den Haag, is hoogstwaarschijnlijk een belangrijk onderdeel van de archieven die de Nederlandse overheid voor een periode van zestig jaar in een speciale kluis heeft opgesloten.
Degenen die met de brede kant van hun Noordzeemond openheid eisen in zaken zoals de Decembermoorden en de snel-snel verruimde Amnestiewet alhier, stoppen de voor hen belastende archieven wel voor zestig jaar achter slot en grendel. In een gevestigde parlementaire democratie, zoals de Nederlandse, doe je dat alleen maar als door publicatie van die papieren de staatsveiligheid oftewel de rust en stabiliteit van het land in gevaar kunnen komen. Als uit die weggestopte archieven bijvoorbeeld duidelijk zou blijken dat hoge Nederlandse officieren samen met de BVD werkelijk bezig waren eind december 1982 een invasie in Suriname voor te bereiden, zou de staatsveiligheid aldaar inderdaad ernstig verstoord kunnen worden. Maar de eigen zonden verdoezelen en een vertekend beeld van anderen schetsen en dat, tegen beter weten in, in stand houden, is vaak het kenmerk (geweest) van de blanke suprematie. Zo wordt het Caribisch gebied nog altijd hardnekkig ‘West-Indië’ genoemd, terwijl al gauw na 1492 duidelijk bleek dat het hier niet ging om het westelijk deel van Oost-Indië. En zo wordt, even een sprong makend, Suriname na 25 februari 1980 opeens afgeschilderd als een kapotte plantage met een bloeddorstig stel militairen als machthebbers. Verzwegen wordt dat die allemaal in Nederland zijn opgeleid. Zo zijn we een narcodoorvoerland en toppers alhier zitten in die bisnis. Verzwegen wordt dat dit spul naar de grootste en meest tolerante drugsmarkt van West-Europa gaat en dat de fight om het zogenoemde Surikartel klein te krijgen, meer bedoeld is om de lijn Zanderij-Schiphol vanuit het Noorden te controlen, terwijl die nog steeds meer vanuit het zuiden gecontrolled wordt. Zelfs de EU/ACP-parlementariërs die in november in Suriname vergaderden, kregen al gauw door welk verkeerd beeld zij van Suriname hadden; ze kwamen niet vergaderen in een armoedig apenland, maar in een land waar uiteenlopende etnische groepen verdraagzaam en vriendschappelijk met elkaar omgaan, niet vochten om hoofddoekjes en dat soort dingen en er alles aan deden hun schone natuur zo verantwoordelijk mogelijk te exploiteren. De ACP-ers werden zelfs zodanig beïnvloed door deze geest van vrijheid en openheid, dat ze voor het eerst in hun vergaderhistorie één vuist durfden te maken tegen bepaalde EU-maatregelen. Ik heb het al vaker gezegd: neem het hen niet kwalijk, dat is die oerhollandse opvoedingsmentaliteit; lees maar het boek Karakter uit 1938 van Bordewijk. Die vader werkte zijn bloedeigen buitenkind stelselmatig tegen en dwarsboomde die jongen waar hij maar kon, zelfs tot zijn toelating als advocaat. Pas in het laatste hoofdstuk, waar Katadreufe (de zoon, met z’n moeders familienaam) na zijn beëdiging als advocaat naar zijn vader gaat om verhaal te halen en zijn ouwe voor de voeten smijt: ‘Ik erken u niet meer als mijn vader (…) die mij mijn hele leven heeft tegengewerkt’, komt de aap uit de mouw. Want dan zegt die ouwe vader: ‘Of méégewerkt’. Het dringt dan tot de zoon door dat die tegenwerking van zijn pa in feite een opgezette zaak was, bedoeld om hem te harden. En als dat het is, wat die Hollanders van ons willen, dan heeft dat geholpen. We zijn als land duidelijk gehard, staan op eigen benen en zijn onmiskenbaar in de lift; natuurlijk hebben we onze interne problemen, maar ook die varkens zullen we zelf wassen. Nu zijn ze bezig met Curaçao, maar dat hebben de ‘Bon Bini’s’ zelf nog niet door.