Rappa’s Tori: Switi – Parbode Sneak Peek
Switi [swie-tie] betekent ‘aardig, lief, zoet, lekker’. ‘Hmm, a swit’ no todo (het is toch zo lekker!)’, hoorde ik als jongetje die omroeper steeds zeggen. Dat klonk mooi in de oren, dus bazuinde ik de halve dag deze slogan met allerlei invoegingen thuis rond. Onze dienstvrouw Wilma vond dit erg grappig, tot ik tegen haar zei: ‘Wilma swit’ no todo’.
Tekst Rappa
Het woord switi wordt vaak zoals vele woorden in het Sranan ingekort. Als we ’s middags bij winkel Ling Njen hadden postgevat, lieten wij onze ogen wellustig glijden over de jongedames uit de buurt die even snel voor mama inkopen kwamen doen. Totdat de tante van een van ons langskwam, dit zag en tegen haar neefje zei: ‘Sammy, sta je hier naar meisjes te kijken? Na so y’e swit’ yu ai’. ‘Nee tante, we praten swit’ tori (gezellige babbels)’, zei hij. ‘Ja, ja, zeker over wan swit’ sani (iets lekkers)’, zei ze.
Benny was een echte smulpaap; op feestjes ging hij eerst van alles een beetje proeven: a ben swit’ en mofo (letterlijk: hij maakte z’n mond lekker). Niet voor niets werd hij dan ook swit’ mofo-Benny genoemd. Later dachten de jongedames bij het horen van zijn bijnaam aan iets anders en dat deed hij dan ook, a ben swit’ den dames, wat hem erg in trek deed zijn.
De toespijs, het lekkere bijgerecht of het broodbeleg wordt switmofo (of stimofo) genoemd. Vroeger, toen ons land nog vele cacaoplantages kende, maakte men plakjes bittere cacao, skrati, die dan in heet water met of zonder melk en wat suiker werden opgelost. Dat fungeerde ’s morgens als voedzame ontbijtdrank. Nu is daar veelal ijskoude softdrink voor in de plaats gekomen. Raouls grootmoeder verkocht ook gesuikerde plakjes cacao, swit’ skrati. Dat was onze chocoladereep.
Lees verder in de juni-editie van Parbode. Nu ook een digitaal abonnement mogelijk