Readytex:
Het is een van de meest bekende en tot de verbeelding sprekende winkels in het hartje van Paramaribo. Veertig jaar geleden begon Nagib Nouh-Chaia met Readytex een zeer bescheiden schoenenzaak in de Maagdenstraat. In de jaren die volgden werd het assortiment, soms hortend en stotend of noodgedwongen, uitgebreid. Vooral voor toeristen is de winkel vanwege de bijzondere collectie art en craft van Surinaamse bodem een must om te bezoeken, alvorens op het vliegtuig naar huis te stappen. De verjaardag is een mooie reden om met huidig managing director Monique Nouh-Chaia Sookdewsing rond de tafel te gaan zitten. Hoe is het bedrijf ontstaan?
“Mijn vader Nagib verhuisde toen hij vier was met zijn ouders van zijn geboorteland Libanon naar Frans-Guyana. Daar handelden ze in textiel en kramerijen. In eerste instantie zou hij na zijn studie in Cayenne naar Frankrijk gaan om daar verder te studeren, maar in die tijd, eind jaren vijftig, waren er flinke anti-Arabische sentimenten in dat land, vooral vanwege de oorlog in Algerije. Uiteindelijk heeft hij economie gestudeerd in Brazilië.
“Na zijn studie is hij teruggekeerd naar Frans-Guyana, van waaruit hij voor de zaken van het familiebedrijf regelmatig naar Suriname reisde. Toen hij mijn moeder, die Surinaamse is, leerde kennen besloot hij zich hier te vestigen. Hij begon toen een kleine schoenenwinkel, op dit adres in de Maagdenstraat.”
Schoenen?
“Ja, daar handelden ze in Frans-Guyana ook al in. Maar hij heeft zich, evenals zijn vader, in het zakendoen altijd getracht te onderscheiden door een nicherol te vervullen. Dus door producten aan te bieden die niemand of bijna niemand heeft. Daar staat Readytex ook bekend om. We proberen altijd iets bijzonders te hebben, ook door te onderzoeken wat er te verkrijgen is en waar vraag naar is. Maar het is heel moeilijk om in een klein land als Suriname als speciaalzaak rendabel te zijn.
“In de jaren die volgden is het assortiment uitgebreid met onder meer kleding, huishoudelijke artikelen en babyartikelen. En uiteindelijk zijn we gegroeid tot de onderneming die nu in deze drie panden zit. Halverwege de jaren zeventig is ook Micro Markt erbij gekomen. Die is opgezet om de afzet te verzekeren van de producten van plantage Katwijk in Commewijne, die mijn vader in 1973 heeft overgenomen. Voorheen werden veel producten van Katwijk naar Nederland geëxporteerd, maar dat werd na 1975 steeds moeilijker.”
Readytex is vooral de zaak waar je heen moet voor typisch lokale producten, waar met name toeristen op af komen. Past dat ook in het nicherol-beleid?
“Het is geen hele bewuste keuze geweest. Tot ’80, ’82 zijn we goed gegroeid, maar daarna zijn we eigenlijk leeggeroofd. We behoorden tot de gerenommeerde handelshuizen en deden ook zaken met bepaalde importeurs. Maar in de beginjaren tachtig werd het moeilijker doordat bepaalde importeurs geen vergunning meer kregen. Bovendien was er nauwelijks valuta om in te kopen, dus dat leidde tot lege schappen. Het is mijn moeder geweest die op een gegeven moment lokaal art en crafts ging inkopen. Dat sloeg enorm aan. En leverde ons veel sympathie op, ook omdat we de geleverde werken direct afrekenen met de maker. In de afgelopen 23 jaar is het aanbod enorm gegroeid. Dus eigenlijk kun je wel zeggen dat die kritische periode ons nieuwe mogelijkheden bood.”
Is de Art Gallery ook opgezet om lokale kunstenaars in de etalage te zetten?
“Jazeker! En ook daar heeft mijn moeder, ruim vijftien jaar geleden, een rol in gespeeld. Zij kwam met het idee, omdat veel mensen naar kunst vroegen. Dus we zijn daar voorzichtig mee begonnen. Al snel bleek dat een permanente plek om kunst te tonen wenselijk was. Zo is Readytex Art Gallery ontstaan. We hebben daarmee een platform gecreëerd, waar mensen die van kunst houden gericht naar toe komen. Kunst is exporteerbaar en door de lokale kunstenaars een podium te geven lukt het ons langzaam maar zeker om kunst uit Suriname op de wereldkaart te zetten. Want sommige kunstenaars krijgen dankzij ons, en vooral door de website waar hun werken op staan, een kans om in het buitenland te exposeren. En we merken langzaam maar zeker dat Surinaamse kunst, met name in Nederland, steeds meer waardering krijgt. Er is duidelijk sprake van een opmars.”
Zijn Surinamers wel echt geïnteresseerd in kunst?
“Dat zijn onze belangrijkste klanten! Een toerist zal niet zo snel een schilderij kopen, het is vaak veel te veel gedoe om het mee naar eigen land te nemen.”
Jullie werken nu met 23 Surinaamse kunstenaars. Hoe vindt de selectie plaats?
“Kunstenaars lopen uit zichzelf bij ons naar binnen, maar wij benaderen ze zelf ook. Allereerst gaat het er natuurlijk om of jij als galeriehouder wel van de aangeboden kunst houdt. Maar we kijken vooral naar de ambities van de kunstenaars. Waar willen ze naar toe, welke doelen hebben ze?”
Van de ambities van de kunstenaars over naar die van de ondernemer: hoe ziet de toekomst van Readytex eruit?
“We zijn er op gericht om onze leidende rol te behouden. Om dat zo te houden moeten we nog beter worden. We zullen ook moeten zorgen voor een gevarieerd assortiment want de concurrentie is hevig en wordt steeds heviger. Momenteel onderhoudt de souvenirafdeling heel Readytex. Dat is prima, zolang de toerismesector blijft groeien.
“Heel veel hangt af van de omgeving. En daarmee doel ik vooral op de economische en politieke ontwikkelingen. Als die ingrijpend veranderen, dan zullen we daarop ons beleid moeten aanpassen. Maar we gaan ervan uit dat we nog zeker veertig jaar doorgaan. Uhh, nou ja, ik denk dat ik dan zelf allang met pensioen ben.”
Tekst & Beeld: ARMAND SNIJDERS