Recensie: Hulp voor de culinaire hansworst
Tien jaar lang verzorgde Elka Sookdewsing het kookprogramma ‘Culinair’. Tien jaar! Dat is een lange tijd als een programma met zo’n monotoon stemgeluid en zo weinig bevlogenheid gepresenteerd wordt. Eigenlijk kon je alleen maar reikhalzend uitkijken naar de dingen die mis gingen (een pan die dreigt te vallen, een onwillige aardappel, gemorste massala), zodat er toch nog iets te lachen viel (want kennelijk vond de sponsor het duur om die scène dan over te filmen). Daarbij vergeleken zijn de kookprogramma’s van Soeng Ngie een feest, maar Mike Fung neemt dan ook de moeite om z’n hele kookgerei mee het bos in te slepen, of naar het strand van Matapica. Bovendien druipt bij hem het enthousiasme er van af, en dat werkt nou eenmaal inspirerend.
Op de een of andere manier zagen de gerechten van Elka er ook alles behalve smakelijk uit: grijzig, met enge roze pasteltinten. Nou is het filmen en fotograferen van voedsel ook een vak apart: in Europa gebruikt men zelfs heel andere ingrediënten zoals kalk of plastic om een oogstrelende resultaat te krijgen.
Enfin, na die tien lange jaren is ze er mee gestopt. En heeft Readytex een kookboek met haar recepten uitgegeven. Dit keer wél met foto’s waarbij het water je in de mond loopt. Op vetvrij papier en in een ringband, zodat je het recept opengeslagen op het aanrecht kunt bekijken, erg handig: hier spreekt de ervaring van een keukenprinses die vaak heeft aangemodderd met dichtklappende kookboeken op het moment suprème!
‘Elka’s Kookboek draagt als ondertitel: ‘The best of Surinamese fusion cooking’ Fusion: een samengaan van verschillende culinaire invloeden. In haar inleiding legt ze uit waarom: één van haar voorouders was een Fransman, haar grootvader en vader waren Hollands, ze trouwde met een Hindostaan en leerde van haar schoonmoeder de Hindostaanse keuken koken. Maar toen: haar oudste zoon trouwde met een Libanese, vandaar de Libanese hapjes en gerechten en zoon nummer twee werd in de echt verbonden met Italiaanse uit Sicilië, dus ook de spaghetti ontbreekt niet (alleen, waar die Griekse Mousaka vandaan komt, legt ze niet uit. Maar ik heb het vermoeden dat ze er voor koos vanwege het grote aanbod van boulanger (aubergine) in Suriname.)
Nou denk ik dat voor een degelijke Surinaamse huisvrouw de meeste recepten geen verrassingen meer in zich herbergen. Zo begint Elka met het verplichte nummer bruine bonen met zoutvlees of varkensstaart (‘tip: gebruik bruine bonen in blik als u sneller klaar wilt zijn’, dat ik daar niet op gekómen ben!) en ook de pom, de pindasoep met tomtom en de massala kip staan al zo vaak op het Surinaamse menu. En de erwtensoep, natuurlijk, de hare met varkenskrabbetjes en ontzout zoutvlees, de mijne met kip en rookworst.
Zo heel veel kipgerechten heeft ze trouwens ook weer niet; ik telde er in de gauwigheid twaalf (op de 172 recepten). Wat die kip betreft moet me toch even iets van het hart. Hier in Suriname heeft men gewoonte de vogel domweg in brokken te hakken en te bereiden, zodat je een homp kip met vel en vet op je bord krijgt waar de botten aan alle kanten uitsteken. Erg onhandig en zelfs gevaarlijk. Waarom de kip niet even pluizen? Veel eleganter en je hoeft niet zo te knoeien.
Leuk vind ik haar Indische vegetarische gerechten zoals ketan met groente en kokosmelk, een leuke aanvulling voor bij de rijsttafel.
En een typisch voorbeeld van fusion is bij voorbeeld de kronto tjoka met kokosnoot, pindakaas, garnalen en pepers. In een noot eronder schrijft ze; ‘Vaak weet je niet welke naam je aan het gerecht moet geven, maar het is wel leuk om het precies zo te noemen, zoals het bij ons thuis genoemd wordt. Met een Hindustaans en een Sranantongo woord wordt het typisch Surinaams.’). (Noot van mij: ook Elka schrijft afwisselend Hindo- en Hindustaans, mijn spellingscontrole vindt het allebei fout, die accepteert zelfs Hindoestaans niet: wat is het nou?!)
In haar inleiding schrijft ze: ‘Ja, Suriname is het land met het lekkerste eten, dat weet ik zeker.’ Natuurlijk weet je dat zeker, wanneer je er zelf mee opgegroeid bent! Maar het is beslist geen verfijnde keuken. Zeker de Creoolse pot is vaak vet, met goedkope ingrediënten als cassave, zoutvlees en varkensstaart, eerder soulfood. De Javaanse keuken kan heerlijk zijn, maar als ik Blauwgrond vergelijk met wat ik in Indonesië voor kreeg geschoteld: een wereld van verschil (al was het maar omdat men hier zo vreselijk gierig met groente is: een bord nasi en dan een paar streepjes kousenband hooguit!) De Hindostaanse keuken is natuurlijk rijkgeschakeerd, maar het is toch niet voor niets dat restaurant Martin’s House of Indian Food haar koks uit India laat overkomen?! Feit blijft bovendien dat veel van die bevolkingsgroepen de hele dag rijst eten, wítte rijst waar niks in zit. Alleen maar calorieën. Misschien lag daar wel een taak voor Elka weggelegd. Want in een land waar de mensen steeds dikker worden, had ze ook bruine rijst kunnen adviseren, minder boter en minder eieren. Maar, toegegeven, dat is nog niet erg traditioneel.
Dit boek is voor verschillende doelgroepen. Die doorgewinterde huisvrouw leest het als een spannend boek: Oh, doet ze dát er bij, een rode appel in de hachee, ga ik óók eens proberen! Misschien voor de pas getrouwde vrouw (maar die heeft de kunst toch doorgaans al van moeder of oma afgekeken). En dus vooral voor de buitenlander die verliefd is op Suriname en alles wil weten van die exotische vruchten, groenten en kruiden. (Daarom ook zijn alle teksten in het Engels vertaald).
Anyway: ik voorspel dit kookboekje een gouden toekomst. Omdat je er zowel voor de traditionele als voor de experimentele Surinaamse pot terechtkunt.
TEKST: Leonoor Wagenaar
Elka Sookdewsing, Elka’s Kookboek,
The best of Surinamese fusion cooking,
uitgeverij Readytex N.V., prijs SRD 70,-