Regering erkent 30 juni nog niet officieel als Dag van Nationale Rouw
Ondanks felle kritieken van met name de nabestaanden van de decembermoorden, wordt de Dag van Nationale Rouw toch op de vooravond van 1 juli gehouden. Deze dag valt toevallig samen met het bepalen van de strafeis tegen de verdachten van de 8-decembermoorden door de Krijgsraad. De regering heeft de Dag van Nationale Rouw echter nog niet officieel erkend.
Om de Dag van de Nationale Rouw zo respectvol mogelijk te laten verlopen is aan de regering gevraagd om 30 juni officieel af te kondigen als een dag van nationale rouw. Een officiële maatregel die dan zou moeten worden genomen is dat bij alle overheidsinstanties om twaalf uur een minuut stilte wordt gehouden en dat de vlaggen halfstok gehesen zouden moeten worden.
De regering heeft echter nog geen besluit genomen over het formaliseren van de Dag van de Nationale Rouw. De herdenking zal om vijf uur ’s middags beginnen bij het Monument van de Gevallenen van de Binnenlandse Oorlog aan de Waterkant. Daar zullen de namen van de slachtoffers opgelezen worden en zal er gelegenheid zijn om kransen en bloemstukken te leggen. De politiekapel zal dit tafereel begeleiden met passende muziek. Ook de Surinaamse radiostations zullen tussen elf en één uur gepaste muziek draaien.
Om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren heeft het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van Politiek Geweld, onder leiding van voorzitter Humphrey Jeroe, ondersteuning gevraagd van alle gewapende strijdgroepen die in de dagen rond de Binnenlandse Oorlog hebben bestaan. Ronnie Brunswijk, leider van het toenmalige Jungle Commando en Koffie Ajonpong, in die dagen leider van de Unie van Bevrijding en Democratie (een subafdeling van het Jungle Commando) hebben die ondersteuning toegezegd.
Jeroe geeft aan de slachtoffers en nabestaanden van 8 december 1982 nadrukkelijk te willen betrekken bij de Dag van Nationale Rouw. Het comité wil op 30 juni iedereen gedenken die de afgelopen decennia slachtoffer is geworden van geweld. Jeroe: “In de afgelopen 35 jaar is in de publieke discussie uitsluitend aandacht geweest voor de vijftien slachtoffers van 8 december. Die aandacht zal niet verdwijnen. Integendeel.” Volgens hem willen de nabestaanden van de 8-decembermoorden, uitzonderingen daargelaten, geen medewerking verlenen aan de herdenking. De aandacht voor slachtoffers zal zich dit keer ook richten op de slachtoffers in het binnenland. Dit is de grootste groep slachtoffers.