Rolstoelonvriendelijk Suriname
Afbrokkelende stoepranden, diepe kuilen, ontbrekende tegels. Voetgangers in Paramaribo moeten goed opletten als ze door de straten wandelen. Voor rolstoelgebruikers is het echter een onmogelijke klus om de voetpaden te betreden. Deze zijn vaak in zo’n slechte staat dat ze noodgedwongen de rijbaan op moeten. Ook openbare gebouwen zijn niet aangepast. Kortom: Paramaribo, maar ook de rest van Suriname, is ontoegankelijk voor mensen met een lichamelijke beperking.
Carry-Ann Tjong Ayong, de bekende Nederlandse schrijfster van Surinaamse afkomst, raakte tien jaar geleden verlamd na een hersenbloeding en is sindsdien aan een rolstoel gekluisterd. Maar het weerhoudt haar er niet van om met haar man Wim Verboven regelmatig, en vaak voor langere tijd, naar Suriname te komen. Zij heeft ervaren dat rolstoelgebruikers in Paramaribo vaak vergeten worden. “Bij het aanleggen van wegen denkt men niet aan mensen met een lichamelijke beperking. We moeten wel op de rijweg, want de staat van de voetpaden is erbarmelijk. Maar op de straat scheren auto’s langs je schouders heen”, zo weet ze uit ervaring.
“Ook winkels, kantoren, eetgelegenheden en woningen zijn ontoegankelijk voor rolstoelen. Zonder hulp kom ik niet binnen. En als er een oprit aangelegd is, zoals bijvoorbeeld bij het ABC-gebouw, dan is die vaak zo steil dat er drie mannen nodig zijn om me omhoog te duwen”, aldus Tjong Ayong. “Maar dat is niet alleen zo in Suriname. Ook in de rest van de wereld doet men alsof rolstoelgebruikers niet bestaan. Maar in andere landen worden vaak subsidies gegeven en daarmee kunnen liften en opritten geïnstalleerd worden in openbare gebouwen. Met wat creativiteit en vindingrijkheid kunnen ook particulieren betaalbare aanpassingen aanbrengen.”
Tjong-Ayong’s handicap staat haar dromen niet in de weg. In 2002 trok de schrijfster naar de Boven-Suriname om een crèche voor zestig kinderen op te starten. “De reis naar het Marrondorp Masiakriki was zwaar, maar ontzettend mooi. Ik zat met mijn rolstoel in een korjaal en zo voeren we tussen de bomen op het zonovergoten water. Ik heb erg genoten van de tocht en zou er nooit per vliegtuig heen gaan.”
De positieve levensvisie siert de schrijfster, maar ze is er zich van bewust dat niet elke rolstoelgebruiker in Paramaribo haar bruisende enthousiasme deelt. “Vroeger dacht ik dat er in Suriname geen rolstoelgebruikers waren. Nu weet ik dat ze er wel zijn, maar dat ze gewoon niet naar buiten komen. Ik ben dol op uitgaan maar soms blijf ook ik noodgedwongen thuis omdat ik weet hoeveel moeite het zou kosten om ergens binnen te komen. En zo zink je snel weg in een sociaal isolement.”
Onbegonnen werk
In juni 2009 kwam de Nederlandse Anneke van der Wal (26) twee weken op vakantie in Suriname om een vriendin te bezoeken die toen stage liep in de hoofdstad. De reis was een hele onderneming, want Anneke zit in een rolstoel. “Het was een uitdagende belevenis, maar zeker de moeite waard”, vertelt Van der Wal. Ze verbleef in een rolstoeltoegankelijk vakantiehuis in Villapark De Regenboog te Tourtonne. “Het villapark is de enige plaats in Paramaribo die echt aangepast is voor rolstoelgebruikers. Maar buiten het park kon ik me niet zelfstandig verplaatsen met mijn rolstoel. Het is onmogelijk met de diepe putten en hoge stoepranden. Na een tropische plensbui is het helemaal onbegonnen werk. Door de plassen zie je niet waar je rijdt”, legt ze uit.
De slechte wegen waren voor Van der Wal echter geen reden om binnen de omheining van het villapark te blijven. “Een rondleiding door Paramaribo, een tripje naar Overbridge, de boottocht met Cynthia Mc Leod, Nieuw Amsterdam, de Vlindertuin. Ik heb zeker niet stilgezeten. Toch heb ik ook enkele uitstappen, zoals de dolfijnentour, links laten liggen. De bootjes waren onstabiel en ik moest over een smal plankje getild worden om op de boot te komen. Jammer, maar het was te riskant. Ooit wil ik terugkeren naar Suriname en hopelijk is de toestand dan verbeterd zodat ik nog meer kan ondernemen.”
Van der Wal liet zich tijdens haar vakantie rondrijden door Cobus, een vervoersbedrijf dat aangepaste busjes heeft voor rolstoelgebruikers. “Maar de busdiensten waren niet ideaal. Ze vroegen meer geld dan afgesproken of kwamen me niet op het juiste uur oppikken. Ook stond ik vaak los in de bus. Onverantwoord.” De jonge toeriste merkte dat Paramaribo niet gewend is aan mensen met een beperking. “Ik heb geen enkele andere rolstoelgebruiker gezien in de stad. Mensen staarden me aan en keken me na. Maar ze waren wel behulpzaam als ik ergens moeilijk op of af kon.”
Comfort
Toch staan rolstoelgebruikers niet helemaal alleen in Suriname. Er zijn heel wat particuliere bedrijven en stichtingen die zich inzetten om personen met een lichamelijke beperking alle comfort te bieden. Quality Care Thuiszorg biedt sinds juli 2005 thuiszorg aan in Paramaribo. “Van verpleging, kraamzorg, palliatieve hulpverlening tot huishoudelijke assistentie”, vertelt Anne-Marie van Genderen, verpleegkundig directeur. In het klantenbestand zitten ook heel wat mensen die niet mobiel zijn. Evert van Genderen, bedrijfskundig directeur, vult aan: “Velen onder hen hebben niet eens een rolstoel. Ze zitten binnen. Het is een verborgen groep in de Surinaamse samenleving.”
Het is onmogelijk een duidelijk beeld te schetsen over het aantal mensen met een lichamelijke beperking in Paramaribo. Betrouwbare statistische gegevens zijn er niet. In 2001 werd een poging gedaan om gegevens te verzamelen maar alle data gingen verloren bij de brand in het kantoor van het Algemeen Bureau voor Statistiek. Wereldwijd schommelt het gemiddeld aantal mensen met een beperking rond de tien procent van de totale bevolking. De Nationale Adviesraad voor het Gehandicaptenbeleid (Nar-G) gaat er van uit dat er in Suriname ongeveer 45.000 mensen zijn met een verstandelijke, lichamelijke en/of
zintuiglijke beperking. Hoeveel daarvan in een rolstoel zitten, is niet bekend. “En het is natuurlijk moeilijk om een beleid door te voeren als je niet weet hoe groot je doelgroep is”, legt Marian MacNack-van Kats van Nar-G uit.
De Nar-G adviseert de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting over het gehandicaptenbeleid. “Adviezen kan je ten harte nemen of naast je neerleggen. Helaas is het erg moeilijk om het gehandicaptenbeleid tussen de prioriteiten van de ministerraad te schuiven”, aldus MacNack-van Kats. “Als Surinaamse politici denken aan mensen met een beperking, wordt meteen de link gelegd met uitkeringen en zien ze dollartekens. Er is een mentaliteitswijziging nodig. Heel wat mensen met een handicap kunnen produceren, maar dan hebben ze wel de juiste voorzieningen en trainingen nodig. Maar dat besef is er voorlopig nog niet.”
Bouwvoorschriften
Zo lang er geen bouw- en wegvoorschriften zijn, blijven rolstoelgebruikers genegeerd. Nar-G voerde al heel wat gesprekken met het ministerie van Openbare Werken, maar beslissingen worden steeds doorgeschoven. “Het leeft gewoon niet”, verklaart MacNack van Kats. “Er moet op meerdere fronten tegelijkertijd gewerkt worden, maar aan de basis moet het besef liggen dat mensen met een beperking evenveel rechten hebben. Zolang die basis niet gelegd wordt, kunnen we maar met hele kleine stapjes vooruit gaan.”
Maar zelfs die kleine stapjes worden vaak verkeerd aangepakt. “Bij het RBTT-gebouw op het Kerkplein hebben ze een helling gemaakt naar de ingang. Net daarnaast is echter een trapje voor de ATM-automaat. De bocht van de helling is zo scherp, dat rolstoelgebruikers tegen de trap aanbotsen. Er worden dus wel pogingen gedaan, maar er wordt niet genoeg over nagedacht. Een architect zou zelf in de rolstoel moeten gaan zitten, dan pas zal hij weten hoe moeilijk het is”, aldus MacNack-van Kats.
André Andrews (33) zit al dertig jaar in een rolstoel. In Paramaribo pendelt hij elke dag met een scootmobiel tussen zijn werkplek en zijn huis. “Ik werk bij de orthopedische werkplaats van het revalidatiecentrum van het Academisch Ziekenhuis. Gelukkig is het maar vijf kilometer van mijn woonplek want het is niet prettig om je met een scootmobiel op straat te begeven. Automobilisten geven je geen kans om over te steken en roepen onaardige dingen naar je.” Andrews beaamt dat er geen kennis van zaken is bij Surinaamse architecten. “Ze blijven maar nieuwe, ontoegankelijke gebouwen optrekken. Als ik geld wil pinnen bij een ATM-automaat, moet ik aan voorbijgangers vragen om mijn pincode in te toetsen want ik kan niet op het trapje. Dat is een inbreuk op mijn privacy. Mijn mensenrechten worden elke dag geschonden.”
Niet iedereen die rolstoelafhankelijk is, kan permanent gebruik maken van een rolstoel. Een krap inkomen biedt vaak geen ruimte voor de huur of aankoop van een eigen rolstoel. Quality Care Thuiszorg krijgt regelmatig telefoontjes van mensen die graag voor een dag een rolstoel willen huren. “Vaak moeten ze even naar het ziekenhuis. ‘s Avonds krijgen we de rolstoel terug en dan zit de gebruiker weer immobiel thuis”, aldus Anne-Marie van Genderen. “Als je door Paramaribo wandelt, zie je amper rolstoelgebruikers. Een slecht teken. De weinigen die zich per rolstoel op de straat wagen, zijn een bezienswaardigheid geworden. Dan weet je hoe erg de toestand is.”
Toch reikt het probleem volgens Anne-Marie van Genderen verder dan afbrokkelende tegels en gapende kuilen in trottoirs. “Je kan voetpaden rolstoeltoegankelijk maken, winkels aanpassen en overal gladde rolstoelopritten aanleggen. Dan nog moeten de rolstoelers naar buiten durven treden. Ze moeten het schaamtegevoel opzij schuiven en breken met de taboesfeer. En dat is niet eenvoudig.”
Evert van Genderen: “Vergeet niet dat Suriname een derdewereldland is. Kijk je met een Westerse mindset naar onze rolstoelvriendelijkheid, dan merk je inderdaad dat we op heel wat vlakken tekort schieten. Maar er zijn stichtingen die het opnemen voor mensen met een handicap. Denk maar aan thuiszorgorganisaties en de aangepaste bussen van het Nationaal Vervoers Bedrijf (NVB). De overheid zou deze initiatieven verder moeten uitbouwen om het leven van mensen met een lichamelijke beperking aangenamer te maken.”