Roy Rijzig: ‘Ik stond bij de LTT om de rekening van de AVROS te voldoen’ – Parbode Sneak Peek
In de jaren 50 was Roy Rijzig een bekende verschijning binnen de nationalistische beweging. Door toenmalig premier Jopie Pengel werd hij echter weggezet als communist, waardoor anderen hem meden. Vanaf 2005, direct na zijn pensionering zoals hij zichzelf ooit beloofde, is de nu 83-jarige ondernemer/duizendpoot terug in Suriname. Een van zijn vele bezigheden is het helpen opknappen van zijn oude muloschool, de Hendrikschool.
Tekst Renate Sluisdom
Rijzig was in 1959 medeoprichter van de Nationalistische Beweging Suriname, de NBS. Naast Rijzig waren bij de oprichting betrokken Henk Chin a Sen, Robin Raveles (Dobru), Harold Axwijk en Theo Uiterloo. “Nee, we waren geen politieke partij”, zegt hij desgevraagd. “We hebben ons later, nadat Bruma naar Suriname kwam, bij hem aangesloten, en zo ging de NBS toen op in de PNR, de Partij Nationalistische Republiek.” Dus Bruma stapte naar de mannen van de NBS toe? “Nee, wij stapten naar Bruma toe. En weet je waarom? Omdat hij net als wij de overtuiging had dat Suriname zo snel mogelijk onafhankelijk moest worden.”
Sinds 1954 had Pengel het blad Nieuw Suriname opgericht, een blad dat gekenmerkt werd door publieke debatten. In zijn krant had hij het vaker over de leden van de NBS en de PNR; die waren volgens zijn zeggen communisten en zouden het niet ver schoppen in de samenleving.
Het is overigens niet aan Rijzig te zien dat hij al 83 jaar is als hij ons ontvangt in zijn tussen de weelderige natuur verstopte villa. Als we het huis en de natuur eromheen bewonderen, leggen hij en zijn vrouw, Toesca Rijzig-Petzoldt, graag uit dat het tegen de schemering nog veel mooier wordt: dan komen er twee aapjes in een boom spelen.
Zijn levensomstandigheden nu staan in schrille tegenstelling tot de eerste twintig jaar van zijn jeugd. “Mijn vader was schoenmaker; ik heb heel weinig herinneringen aan hem, want toen ik nog jong was verliet hij – naar goed Surinaams gebruik – mijn moeder voor een ander.” Zijn stem klinkt schamper, en verdrietig. Toen Rijzig senior vertrok, nam hij zijn twee oudste kinderen mee, “om op te voeden”, schampert Roy weer. Roys moeder troostte zich met de jongste die nog een zuigeling was. Tot die op een kwade dag plotseling verdween vanachter het open raam waar zij hem had achtergelaten.
Lees dit artikel verder in de maarteditie van de Parbode, ook digitaal verkrijgbaar