Saamaka
Menno Marrenga woont al tientallen jaren langs de Boven-Surinamerivier. Hij deelt zijn belevenissen met de lezers
Isoperceptionele perceptie
Toen ik voor het eerst in Saamaka kwam, was er nog geen kaart. De schoolwandkaart toonde in het centrum van Suriname weliswaar niet langer het Parimameer maar wel het Graf van Eilerts de Haan en het zendingshospitaaltje Djoemoe en verder wat dorpjes, deels niet bestaand en voor de rest op locaties die eerder artistiek dan geografisch verantwoord waren. Een vorige generatie geografen zou Suriname bezuiden de vijfde breedtegraad eerlijker wit hebben gelaten en de pilotenkaart meldde nog met grote rode letters dwars over heel Saamaka: ‘No Mountains In This Area Are Believed To Surpass 8000 ft’.
Ik vind die opmerking in al zijn nuchterheid veel romantischer dan tien fantasiedorpen van wilde stammen. Er was dus geen kaart en daarom begon ik die zelf maar te tekenen – daar ben ik trouwens nog steeds mee bezig en na twintig jaar is mijn kaart uitgegroeid tot een complete atlas met
detailkaarten op vele schalen en duizenden trefwoorden in de index. Ik tekende de informatie van de bevolking op, deed eigen observaties, gebruikte kompas en sextant, luchtfoto’s, luchtcarteringskaarten en tegenwoordig ook GPS en Google Earth. Kodja maakte voor mij een ruwe schetskaart, daar begon het mee. Die klopte niet, ontdekte ik al snel. Afstanden tussen dorpen en stroomversnellingen waren ver uit proportie. Pas later, toen ik Saamaka beter leerde kennen, ontdekte ik dat Kodja’s kaart toch nauwkeurig was, maar in een projectie die ik niet kende. Afstanden op die kaart waren geen geografische afstanden, maar afstanden zoals die gevoeld werden: de stroomversnelling van Jaujau was niet slechts honderd meter lang, maar een enorm obstakel en dat is ook zo. Bevriende dorpen tekende Kodja dicht bij elkaar, vijandige dorpen lagen zo ver weg dat je er niet graag kwam en ook dat klopt. Kodja’s projectie is onder cartografen nog onbekend, ik zal hem maar isoperceptioneel noemen: wat ver weg aanvoelt, is ook ver op de kaart.
Ik heb isoperceptionele kaarten leren waarderen, want ze tonen het wereldbeeld van de tekenaar. In het centrum ligt niet Jeruzalem of Greenwich, maar het eigen huis, en mythische plaatsen als Nederland, Kourou, Menckendam, Métropole en Hollywood nemen wazige perfide posities in. Heel informatief, maar voor buitenstaanders moeilijk te plaatsen. En het zijn juist de buitenstaanders die kaarten nodig hebben, want inboorlingen kennen de weg al. Daarom tekende ik mijn kaarten toch maar in een geografische projectie. En met het noorden bovenaan, want Nederlanders zijn gewend aan Rijkswaterstaat’s wondere werken en vinden het niet gek dat water van beneden naar boven stroomt. Ik toonde mijn kaart aan toeristenbureaus, maar die zeiden dat Nederlanders niet in kaarten geïnteresseerd zijn en zij zullen dat toch wel moeten weten. Ik weet dat sommige organisaties mijn kaart in roofdruk gebruiken, mijn naam afgeplakt en vervangen door de eigen naam zoals de Surinaamse fatsoensnorm voorschrijft. Alleen op Danpaati is een eenvoudige versie te koop, de rest van alle informatie ligt te verstoffen op kantoor. Maar door mijn gedoe drong het idee ‘kaart’ toch door – natuurlijk maakte niemand gebruik van de informatie (zoiets doet men in Suriname niet) maar begon opnieuw het wiel uit te vinden. En er is één toeristenuitbater die er ook echt in slaagde het werk af te maken. Het is een prachtige kaart in de meest gedurfde isoperceptionele projectie die ik ooit zag: het eigen erf is veertigduizend keer prominenter dan de rest. En er zit zelfs informatie van de doelgroep in: die dennenbosjes en kompasrichtingen moeten ingebracht zijn door een inboorling van een naaldbomenland waar de poolster in het westen gloort. Die kaart toon ik hier – uiteraard zonder bronvermelding en de oorspronkelijke naam heb ik afgeplakt met mijn eigen naam. Er is veel op te zien. Let op die dikke zwarte streep dat het toeristenkamp afschermt van de dorpjes, ik heb dat alleen mooier gezien op Russische Koude Oorlog-kaarten in polaire projectie, die toonden hoe het moederland werd omsingeld door vijanden. Zo voelt dat aan, dus. Let op hoe onbeduidend de dorpjes zijn, hoe prominent de startbaan (ander woord voor vluchtweg), hoe vervaarlijk de tanden van de stroomversnelling. Deze kaart biedt een schat aan informatie. Daarom raad ik de overheid of het Surinaams Museum of de Nederlandse Ambassade, of wie ook maar veel geld heeft, deze kaart te kopen, van mij natuurlijk. Uitknippen uit Parbode mag niet, lees de copyright-clausule in het colofon er maar op na.