Salomon Kroonenberg: Een menselijk sleutelgat van dertig jaar
'Ik denk dat het met die klimaatverandering wel meevalt'
'10.000 jaar geleden begint de Lente'; dit is de spraakmakende openingszin van Salomon Kroonenberg’s boek ‘De menselijke maat’. De laatste ijstijd was voorbij en de temperatuur begon te stijgen. De Nederlandse fysisch geograaf trekt de vergelijking met seizoenen graag nog even door: nu is het hoogzomer en na de herfst stevenen we onherroepelijk af op een nieuwe ijstijd. U en ik maken dat niet meer mee. De geologische en klimatologische tijdgolven overstijgen onze dagelijkse zorgen over broeikaseffect en zeespiegelstijging. De aarde heeft alles al eens eerder meegemaakt. Ooit stond het water bij Lelydorp. Wij kijken naar de aarde met ‘de menselijke maat’, zegt Kroonenberg.
Over vijftig jaar staat de zee in Uitvlugt. Ook het woonhuis van de president staat dan onder water. Het doemscenario duikt steeds vaker op bij sombere weerprofeten, die wijzen op de mondiale zeespiegelstijging. Boosdoeners zijn de broeikasgassen, die de temperatuur op aarde scherp omhoog jagen. Het broeikaseffect domineert alle discussies over global warming.
Op de milieuconferentie in Kopenhagen deze maand zal de wereld zich opnieuw gaan buigen over het aantal ppm (‘parts per million’, het aantal deeltjes per miljoen luchtdeeltjes) aan broeikasgassen. Als dat boven de 450 uitkomt, wordt de temperatuurstijging onbeheersbaar, aldus de deskundigen. De concentratie is nu 385 ppm. Volgens de Amerikaanse klimaatwetenschapper James Hansen zou een concentratie van 450 ppm al onherroepelijk leiden tot een megaramp. “De zeespiegel zal metershoog stijgen, ecosystemen zullen verdwijnen, droogtes, stormen, noem maar op.”
Salomon Kroonenberg moet daar een beetje om lachen. “Het klopt niet helemaal”, zegt hij.
“Als je alleen maar kijkt naar de laatste vijftig jaar, het moment dat we begonnen zijn om die broeikasgassen heel nauwkeurig te meten, dan zie je dat in de eerste periode van 1945 tot 1975 de temperatuur wereldwijd daalde, terwijl het koolzuurgasgehalte steeg. Van 1975 tot ongeveer 1998, is de temperatuur gestegen en het koolzuurgas ook. Maar sinds 1998 is die temperatuur zelfs weer een beetje gedaald, terwijl de stijging van het koolzuurgas maar doorgaat. Dat betekent dat die broeikasgassen niet de enige reden zijn, waarom het klimaat verandert.”
Betrekkelijk
Als je die geologische tijdgolven bekijkt, lijkt het probleem van de broeikasgassen plotseling erg betrekkelijk. Volgens Kroonenberg wordt dat dan ook zwaar overdreven. “Misschien heeft het een beetje met schuldgevoel te maken”, veronderstelt hij. “We brengen natuurlijk een heleboel koolzuurgassen in de atmosfeer. Maar zelf denk ik dat het met die klimaatverandering wel meevalt, omdat we zien dat het klimaat zich niet rechtstreeks iets aantrekt van de veranderingen in het koolzuurgasgehalte van de atmosfeer. We moeten accepteren dat klimaat altijd verandert.”
Dus we hoeven ons geen zorgen te maken? Suriname komt niet onder water? “Het is een beetje angsthazerij”, reageert Kroonenberg. “Mensen hier denken aan een ringdijk. Ik geloof dat dus niet. In elk geval is het wereldwijd niet te zien dat de zee onrustbarend stijgt. In de twintigste eeuw was dat één centimeter.
“Maar bij tijd en wijle bij het einde van de laatste ijstijd, is het water wel vier meter per eeuw gestegen. Verder landinwaarts zijn de sporen nog te zien. Het witzand bij Zanderij is afkomstig van de zee. In de vorige warme tijd, tussen de twee laatste ijstijden in, zo’n honderdduizend jaar geleden, is bij Lelydorp de oude kustvlakte afgezet. Als je van Paramaribo naar Lelydorp rijdt, dan ga je vlak voor Lelydorp een klein stukje omhoog. Dat is het begin van de oude kustvlakte. Die is dus afgezet bij een zeespiegel die zes meter hoger was dan nu. Dat hebben onze voorvaderen hier dus meegemaakt. Niemand moet denken dat hij of zij het recht heeft op een constante zeespiegel.”
Afkalving
De luchtige analyse van Kroonenberg neemt de bezorgdheid over het wassende water uiteraard niet zomaar weg. Want ook in Coronie wandelt de zee af en toe landinwaarts, waar men vroeger dacht dat juist de kust zich aan het uitbreiden was. De afkalving door de zee zou te maken kunnen hebben met het verlies van mangrovebos, op de grens van zout en zoet water. Daarop bloeit de mangrove. En als er te weinig zoet water naar zee stroomt, sterft het bos en grijpt de zee haar kans.
In Coronie wordt hard gewerkt aan de nieuwe zeedijk, bedoeld om de mensen te beschermen tegen de oprukkende zee. Het is nog onduidelijk of de kosten van de aanleg en het onderhoud van de dijk opwegen tegen de economische opbrengst van het gebied. De modderbanken, die op een natuurlijke manier langs de kust migreren, lagen vroeger trouwens ook voor Coronie. Maar nu er meer afslag is, is de keuze snel gemaakt: de mensen moeten worden beschermd. De vraag is hoe. Moet je een dijk bouwen of mangrove planten die op een natuurlijke manier voor de kustbescherming zorgen?
Ontwikkeling
In zijn boek ‘De menselijke maat’ staan tientallen voorbeelden van klimaatverandering, zeespiegelstijging, aardbevingen, ijstijden en vulkaanuitbarstingen. “Wij komen maar net kijken”, zegt hij filosofisch. “De mens bestaat 150.000 jaar, de aarde 4,5 miljard jaar. De aarde heeft alle rampen al meegemaakt. Die ontwikkeling kunnen wij niet veranderen. Als we zeggen ‘we zijn bang voor de aarde’, dan bedoelen we niet de aarde, maar de mensheid zelf. We zijn bang dat de aarde ons niet genoeg te eten geeft, of delfstoffen om Suriname rijk te maken”, grijnst hij. “In die optiek zien wij de aarde als supermarkt, maar niet als een natuurlijk systeem. Het menselijke sleutelgat is maar dertig jaar.
“Als we tienduizend jaar terugkijken in de geschiedenis, komen we bij het einde van de laatste ijstijd, het moment dat de eerste bevolking Suriname binnenkwam. Onze geschiedenis begint dus eigenlijk in de ijstijd. Toen was het in de noordelijke streken veel kouder en was de zeespiegel zo’n vijftig meter lager dan nu. In totaal is de zee wel honderd meter lager geweest! En dankzij die lage zeespiegel konden volkeren migreren, vanuit Siberië, via Alaska naar Suriname toe. Onze Surinaamse voorvaderen hebben dat ook meegemaakt, maar ze hebben het niet doorgegeven.”
Als moeder aarde alles al heeft gehad, dan lijkt het alsof we ons nergens zorgen over hoeven te maken. Kunnen we morgen dan weer massaal onze SUV uit de garage halen? “Zeker niet”, zegt Kroonenberg stellig. “We moeten wel twee dingen uit elkaar halen: klimaatverandering en energiebeleid. Klimaatbeleid bestaat eigenlijk niet. We denken dat wij aan de knoppen staan van de thermostaat van de aarde. Dat is dus niet zo. Maar energiebeleid, dat is wat anders. Straks zijn de fossiele brandstoffen op, daarom moeten we zuinig zijn met de energie. We moeten niet alles opmaken, zodat onze kinderen met lege handen staan. Ik ben dan ook voorstander van zuinigheid met energie en voor zonne-energie en windenergie.”
Bedreiging
“Verder moeten we stoppen met het kappen van tropisch regenwoud”, gaat hij verder. “Het verlies van biodiversiteit is een veel grotere bedreiging dan het koolzuurgas. Want wat weg is, is weg. Dat krijg je niet zomaar terug. Als je kijkt in Indonesië, hoe snel die oliepalmplantages uit de grond schieten. Dan denk je, straks is het allemaal op. Dan is er geen weg terug. Wat dat aangaat mag Suriname trots zijn op het feit dat er nog zoveel oerwoud staat. Als ik weer eens in West-Suriname ben dan denk ik, wat is het toch mooi zoals het was. Het is voor de mensen enorm moeilijk om met hun vingers van de natuur af te blijven.”
Kroonenberg werkte in de jaren zestig en zeventig bij de Geologisch Mijnbouwkundige Dienst. Onlangs was hij even in Suriname op doorreis naar Belem, in verband met een project van de Braziliaanse geologische dienst voor een digitale geologische kaart van Zuid-Amerika. Die geologische kaart bestaat uit een aantal kaartbladen op de schaal van 1 op 1 miljoen. En de geologische kaart van Suriname gaat daar deel van uitmaken. Alle informatie over delfstoffen, gesteentetypen, grenzen, en dergelijke komen erop te staan. Dat gebeurt op dusdanige wijze, dat als je een punt op de kaart hebt waar ooit een steen is gevonden, je dat kunt aanklikken en kunt zien: het type steen, de analyses die erop zijn losgelaten, de delfstoffen die in dat gebied voorkomen, etcetera. Brazilië is daar al een tijdje mee bezig, samen met Argentinië, Uruguay en Frans-Guyana.
Illusie
Volgens Kroonenberg wordt het hoog tijd dat de bestaande Surinaamse kaarten worden gedigitaliseerd. De Brazilianen hebben dat voor hun eigen kaarten allang gedaan. Ook in Frans-Guyana is de zaak op orde en Guyana is bezig. Loopt Suriname nog een beetje achter, vergeleken met de omringende landen, als het gaat om de geologische kennis van het binnenland? “Niet een beetje!” roept Kroonenberg. “Ik heb het niet over de kustvlakte, die is onder meer door Staatsolie goed onderzocht.”
“Maar in het binnenland heeft het onderzoek dertig jaar stilgestaan. Dat heeft onder andere te maken met de angst in Suriname dat kennis over het binnenland in vreemde handen komt. Maar dat wantrouwen is niet meer van deze tijd, want met satellietfoto’s kun je alles zien. Die magnetische kaarten zijn overal beschikbaar. Het is een illusie dat Suriname een eilandje kan zijn. Zo hebben de Brazilianen van het grensgebied met Suriname gedetailleerde kaarten samengesteld. ‘Zijn jullie dan niet even de grens overgestoken’, vroeg ik ze. ‘Nee, nee, we zijn precies tot aan de grens gegaan’ was het antwoord. Nou daar geloof ik geen bal van”, schatert Kroonenberg. “Als er ook maar iets is dat zich van nationale grenzen niets aantrekt, dan is dat wel gesteente. Maar ze hebben hun vingers natuurlijk niet willen branden om dat zonder toestemming van Suriname in kaart te brengen.
“Toch raak je hiermee een kernprobleem van Suriname”, vervolgt hij ernstig. “Dat je hier geen buitenlandse kranten kunt kopen, vind ik iets onbestaanbaars. Ik ken geen land ter wereld waar je niet gewoon de International Herald Tribune kan kopen, of Le Monde. Zelfs NRC Handelsblad of de Volkskrant zijn hier niet te koop, al is het maar van de vorige dag. En dat verklaart een beetje het probleem, namelijk dat men in Suriname denkt alles op een eigen manier te doen. Weet men dan niet wat er in de wereld gebeurt? Te denken dat je geologische informatie geheim wil houden omdat je daarmee anders maatschappijen in de kaart speelt, dat kon je misschien dertig jaar geleden nog verkondigen, maar niet anno 2009.
“Jonge mensen denken anders. Maar in de politiek zie je dat absoluut niet terug. Minister Gregory Rusland wil dat Kabalebo-project nieuw leven inblazen. Dat moet je niet meer willen. Dat is voorbij. Dat is ouderwets ‘grondstoffen denken’. Toch is Rusland een jonge intellectueel. Ik zie dus eigenlijk geen enkele progressie in het denken in Suriname. Ik zie voornamelijk partij-denken.”