Schutkleur
Bernadette Heiligers heeft diverse publicaties op haar naam staan (onder meer in het Papiaments), maar raakte pas in 2012 bij een wat groter publiek bekend door haar goed ontvangen biografie van de Curaçaose schrijver Lauffer: Pierre Lauffer. Het bewogen leven van een bevlogen dichter. Schutkleur is haar eerste roman in het Nederlands. In dit tamelijk korte verhaal (173 pagina’s) volgen we de hoofdrolspelers Corine (de ik-figuur) en haar neef Harold, beide op Curaçao geboren. Corine wordt gevraagd een vriendenboek voor Harold te maken, hij gaat binnenkort met pensioen. Een klus die ze op zich neemt, maar niet geheel van harte. ‘Het feit dat ik naast mijn werk als docent ook te maken heb met de schoolkrant, maakt de keuze min of meer plausibel.’
Harold heeft in zijn jeugd reuze zijn best gedaan om zich als een Nederlander te gedragen. Als hij in Nederland gaat studeren, ontmoet hij Gerda, met wie hij later trouwt. Samen komen ze naar Curaçao om zich daar te vestigen: ‘In Nijmegen had Harold mij [Corine] nooit aan haar voorgesteld, hoewel mijn studentenflat op een steenworp afstand van hun appartement lag. Maar hier op Curaçao […] kon Harold moeilijk om me heen.’ Corine heeft twee zussen en twee broers, voor wie Harold vroeger bijnamen verzon. ‘Voor mij was er geen bijnaam. Ik was gewoon Corine. Behalve dat ik de jongste ben, is mijn bruine huidskleur mijn opvallendste eigenschap. Dat is, of wás in elk geval, een doorn in het oog van mijn familie. Zelfs Harold durfde daar niet mee te spotten.’ Harold en zijn moeder Elba, de zuster van Corines vader, woonde bij het gezin van Corine in huis. ‘De eerste jaren, voordat hij rond zijn tiende onuitstaanbaar werd, vond ik het niet erg dat wij, de drie zussen, in een slaapkamer van twee bij drie meter werden gepropt zodat Harold en tante Elba de beste kamer konden krijgen.’ Harold droomt van een groot huis, later. ‘Hij beschreef zijn toekomstige paleis in geuren en kleuren en schopte onze rondslingerende tassen en schoenen zo ver mogelijk onder onze bedden.’
Als Harold weer, nu samen met zijn vrouw, op Curaçao woont, voltrekt zich bij hem een enorme verandering: hij is fel gekant tegen alles wat Nederlands is en wordt een groot voorvechter van Papiamentstalig onderwijs: ‘… enkele jaren na zijn studie en terugkeer op het eiland sloot hij zich aan bij Plataforma Kòrsou, een pressiegroep die de eigen identiteit uit het verdomhoekje haalde en het Papiaments als voertaal op school wilde introduceren. Er ging geen week voorbij of Harold verscheen met vlammend betoog in de media. […] Cultureel moest alles om. Alleen krioyo [authentiek Antilliaans eten] was voortaan goed. Eigen mensen, eigen gewoonten, eigen taal. Zelf bleef hij thuis onberispelijk Nederlands spreken met zijn kinderen.’ In de loop van het verhaal krijgt Corine steeds sterker het vermoeden dat er dingen voor haar verborgen worden gehouden, geheimen die andere leden van de familie wel kennen. En dat is ook zo: één familielid blijkt een voor Corine verrassende vader en zuster te hebben, een ander familielid biecht een geheime, intieme relatie op, die Corine verrast.
Hoewel het boek grote thema’s aansnijdt, wordt het gelukkig nergens gelijkhebberig of boodschapperig. Integendeel, Schutkleur is een bescheiden, fijngevoelig en genuanceerd verhaal, over een maatschappij waarin – naast overspel en familiegeheimen – ook (nog altijd) kolonialisme, het zoeken naar culturele identiteit en huidskleur een rol spelen. Zoals op Curaçao, of in Suriname. De lezer, en ook Corine, blijft achter met een gevoel dat er nog meer onder het oppervlak zit. Maar: ‘Maak je niet druk joh,’ zeg ik. ‘Sommige dingen kan je beter laten rusten.’ Het zijn de laatste, niet zo verrassende, maar wel passende woorden van dit mooie boekje.
Schutkleur, Bernadette Heiligers, 2015, In de Knipscheer, ISBN 978 90 6265 893 0