Slagers als gouddelvers
Slagerswedstrijden voor versspecialisten worden elk jaar inhet Nederlandse Utrecht gehouden. Slechts één keer per vijf jaar gaat dezevakbeurs voor slagers, de Slavakto, internationaal. Voor het eerst werd ookSuriname vertegenwoordigd door Vaross N.V. En in Utrecht is bewezen datSuriname ook op het internationale slagersveld wel degelijk meetelt.
Uit de meer dan 2.000 inzendingen, die alle op zestigcriteria door tachtig keurmeesters werden beproefd op vaktechnische ensmaakonderdelen, werden de drie ingezonden Surinaamse producten, deKippenvleesworst, de Surinaamse bloedworst en de Boerenpaté van Surinaamslandvarken, bekroond met goud. Voor Vaross was het belangrijk te weten waar zestaan volgens internationale criteria, en daarom werden er geen speciaal voorde wedstrijd vervaardigde worsten en paté ingezonden, maar werden de productenuit de ‘gewone’, voor de Surinaamse klanten bestemde productielijngehaald. In de centraleworstmakerij van Rossignol worden per week 2.000 kilo hammen, worsten en patésgeproduceerd voor de lokale markt. “De wedstrijden en keuringen van de Slavaktozijn prestigieus, het is echt een vakbeurs, en we hadden behoefte aan een zoobjectief mogelijke toetsing van onze producten”, zegt het management vanVaross. “Daar is zo’n beurs uitermate geschikt voor.
Je moet geloof hebben ineigen kunnen, en we hoeven zeker niet onder te doen voor het buitenland. Maarlaten we duidelijk zijn: het zijn de heren worstmakers die het werk gedaanhebben, en nog steeds doen.” In de worstmakerij ruikt het lekker, naar peper,ui en specerijen. Bernard Amatsoerdie, Humphrey Mentopawiro en uitsnijder AlanLau staan te stralen. Wat zijn de worstmakers en de uitsnijder trots! En dat iswerkelijk terecht. Zij hebben een 100 procent Surinaams product op Europeesniveau gepresenteerd aan de rest van de wereld. “Ik was zó geëmotioneerd”,vertelt Mentopawiro. “Dat onze worst daar gewonnen heeft, tussen al dieprofessionals… Wij hebben wel ervaring, dat wel, maar winnen? Dat hadden wenooit verwacht. Worst maken is gevoel en liefde hebben voor het vak, je kanvoelen of het goed gaat. Je kunt nog zulke nieuwe en mooie machines hebben,maar dat wil niet zeggen dat de worst daar beter van wordt. In Meerzorg verkoopik onze worst in een standje tegenover mijn huis, en de mensen zoeken ons op.Daar ben ik wel groots op, zeker als toeristen na enkele jaren terugkomen.”Over vijf jaar willen ze weer meedoen.
‘Dan weet je dus waar je als klant moet zijn voor delekkerste worst, paté etc.’ staat in het persbericht van de Vakwedstrijden vande slagersvakbeurs Slavakto. Wel: in Suriname dus! Dat hebben Bernard, Humphreyen Alan, immers bewezen.