Snijders versus Snijders
De befaamde fluitist Ronald Snijders en Parbode-hoofdredacteur Armand Snijders hebben behalve hun achternaam nog iets gemeen: ze wonen al heel lang in het geboorteland van de ander. Iedere maand schrijven ze elkaar.
Grote vriend,
Ik ben nog springlevend! Daarmee haak ik natuurlijk in op jouw laatste brief, waarin je naar mijn welzijn informeerde. Mocht ook wel na wat somber heen en weer geleuter over de dood. Maak je over mij maar geen zorgen, ik citeer graag Guillaume Pool in een recent interview: ‘Ik twijfel er eerlijk gezegd nog altijd aan of ik zal sterven’.
Zo hou je jezelf natuurlijk vreselijk voor de gek, maar de gedachte is wel leuk. Aan de andere kant ben ik van nature zo lui, dat het eeuwige leven niet goed zou zijn. Ik wil nog veel te veel doen in mijn leven en wil dat in de paar decennia die mij hopelijk nog resten graag realiseren. Bij een eeuwig leven zou ik alles uitstellen tot de volgende eeuw.
Maar het gaat dus goed met mij, uiteraard met de nodige ups en downs die vastgeklemd zitten aan ieder mensenleven. Maar meestal loop ik fluitend rond… Een opmerking die mij plots terugvoert naar mijn jeugd, toen ik had bedacht dat ik of politieagent of musicus wilde worden. Voor dat eerste waren mijn brillenglazen echter te dik, voor dat tweede had (en heb) ik helaas geen talent. Mijn zangstem is niet om aan te horen, met het ritmische gevoel is ook iets behoorlijk mis. Ik heb nog wel jarenlang pianolessen gehad (omdat ik een fraaie piano, merk Goldschmeding, van mijn opa had geërfd), maar dat was niet echt een succes. Ik kreeg van mijn leraar wel altijd vet dikke voldoendes, dat was vooral omdat hij toen homo was en van mij gecharmeerd was. Met de nadruk op ‘toen’, want jaren later is hij getrouwd met de mooiste meid van Nederland en verwekte al even mooie kindertjes. Ze zijn nu nog steeds gelukkig in hun stulpje op de Veluwe.
Hoe dan ook: het werd dus geen politieagent en de fluitkunsten zoals jij ze beheerst zal ik nooit onder de knie krijgen. Er wordt wel gezegd dat als je echt nergens voor geschikt bent, je altijd nog politicus of journalist kan worden. In mijn geval werd het dus dat laatste.
Groet,
Armand
Armand,
Twijfelde je tussen politieagent en musicus? Je zou natuurlijk ook nog een musicerende politieagent kunnen zijn geworden. Lekker veel je fluit gebruiken om dat groeiend legertje lawmans in het verkeer bij jou daar een krachtig halt toe te roepen: Tu-tu-tu-tuut! Maar wat zou je overkomen als jij daarna, bij een anti-burnout vakantiebezoek aan de Veluwe trots je politiefluitje aan je pianoleraar van weleer zou tonen? Die had alsnog zijn vrouw meteen verlaten! Jeetje! Je bent het, of je bent het niet.
En wat als je een andere keus had gemaakt tussen politicus en journalist?
Kijk, politici zijn vaak opportunisten, en sommigen zijn notoire leugenaars. Ma’ sommige journalisten liegen of overdrijven ook behoorlijk, man. Of ze zijn gewoon schijtlaarzen en lafaards. Of ze geven, zoals hier vaak, teveel ruimte in de media aan racisten.
Dat ding is dus moeilijk brada. Eerlijk, waar plaats jij jezelf als journalist? ‘Wij-bennen-benieuwd!’, zou Johnny Kamperveen er smalend aan hebben toegevoegd. Die was trouwens – net als zijn vader Ampie – gek op Braziliaans voetbal. Zo jammer dat ze er niet meer zijn. Anders hadden we misschien een live verslag op radio ABC of Apintie gehad van een flitsend partijtje futebol met als spitsen Armand en Ronald alias Armando en Ronaldo, GOOOOoooooooooL!!
Voetbal, fluitspelen, journalistiek. In alle drie zit behoorlijk wat opwinding, en ook een beetje politiek, ja toch?
Laat ons proosten met tropische fruitcocktails, voor mij met stukjes ijs graag, als ik binnenkort kom en gezellig met je bij ‘t Vat zit. Genietend van de heerlijke nonchalance der mooiste vrouwen en bij vlagen in stilte piekerend hoe duur het zou zijn om met jou voor een long weekend in een helikopter naar Sipaliwini te crossen. Ik neem mijn fluit mee!
Tot gauw!
Ronald