Snijders versus Snijders
De wereldbefaamde fluitist Ronald Snijders en de minder befaamde Parbode-hoofdredacteur Armand Snijders hebben behalve hun achternaam nog iets gemeen: ze wonen al lang in het geboorteland van de ander. Iedere maand schrijven ze elkaar
Hoi Ronald,
Ik kan mij jouw enthousiasme voorstellen na zoveel heerlijke weken Suriname. Jou kennende ga je het bij een eventuele definitieve terugkeer, na vier decennia Nederland, hier wel redden. Maar een garantie is er nooit; ik heb in de loop der jaren heel wat Surinamers ontmoet die zijn geremigreerd. Het leeuwendeel waant zich in een warm bad dat aanvoelt als thuis, maar ik heb ze ook meegemaakt die na een jaar weer gillend terug ‘vluchten’ naar het kille landje aan de Noordzee. Weet je Ronald, veel zal afhangen van met welke instelling je hier komt. Hou je niet teveel bezig met wat je van het oude thuisland allemaal mist, maar geniet van de zegeningen en kansen die je nieuwe stek te bieden heeft. Ik vermoed aan de andere kant dat bij jou zwaar zal wegen dat je in Suriname veel minder podia hebt waar je je muzikale ei kwijt kan dan in Nederland. Ik heb voor mijzelf allang uitgemaakt dat remigratie naar Nederland totaal geen optie is. Ik ben klaar met mijn geboorteland, de spaarzame voordelen wegen totaal niet op tegen de vele nadelen. Bovendien voel ik mij in het huidige Nederland een vreemdeling. Het begint al op Schiphol: iedere keer als ik de ijskoude slurf van het toestel uit Paramaribo uitloop, krijg ik, na in mijn kruis besnuffeld te zijn door een rothond, steevast van een boerenpummel in uniform de vraag gesteld ‘wat komt u in Nederland doen?’ De stempels in mijn Nederlandse paspoort verraden dat ik in Suriname woon, dus ik ben verdacht. Vreemd natuurlijk dat je moet uitleggen wat je in je geboorteland te zoeken hebt. Uiteraard vermaak ik mij elke keer weer met mijn vrienden en familie en geniet ik van de ouderwetse gehaktballen zoals alleen mijn moeder die kan maken, de terugkeer op Zanderij voelt daarna echter wel aan als een warm bubbelbad. Zelfs de, soms wat nukkige, lui van de militaire politie zijn op dat moment voor mij, in vergelijking met de Nederlandse collega’s, geboren stand-up comedians. Ik heb de Surinaamse en de Nederlandse zegeningen naast elkaar neergelegd en vergeleken; als ik voor die keuze zou worden gesteld, liever gelukkig 75 wordt in Suriname, dan ongelukkig 85 in Nederland. Mee eens? Brasa, Armand |
Beste Armand,
Ik vroeg blinkend van ongeduld jouw mening wat betreft remigreren naar Su. Je hebt gelijk: kiezen is belangrijk. Niets op aarde is alleen maar voordeel, ook Suriname niet. Hoe dan ook: mi lob’ Sranan! Intussen ben ik veertig jaar in Holland. Dus zit ik er al tweederde van mijn huidige leeftijd. Anders gezegd: ik ben misschien wel een aardappel geworden. Nou, noem me dan liever een zoete patat, dat was voor mij in Suriname het lekkerste in her’ heri. Ronald |