Space in the Caribbean
Schrijver en publicist Karin Lachmising
opereert in het maatschappelijk middenveld als
‘communicatiestrateeg met een filosofische inslag’
Space in the Caribbean
Idee of ideologie?
‘Als we echt Caribisch zijn, moeten we onze eigen omgeving dan niet beter leren waarderen?’, vraagt Karin Lachmising zich af.
Billboards in Paramaribo en langs deverbindingsweg van het vliegveld Zanderij naarde hoofdstad kondigden het al weken van tevorenaan: Suriname is het gastland voor Carifesta XI.Deze maand zijn we beland in zichtbare Caribischesferen dankzij dit elfde festival of creative arts. Eenevenement dat de verbondenheid van de regio doormiddel van kunst tentoonstelt, althans dat is een vande vele doelen. Zullen deze twee weken vol vibesons bewustzijn vergroten over de hechte connectiestussen de Caribische landen, of worden we slechtsmeegesleept in een tijdelijk enthousiasme van ons‘Caribisch’-zijn om daarna weer terug te keren naarde dingen van de dag die ons eerder dichter bijNederland, Amerika en zelfs China brengen, dan bijeen eiland enkele honderden kilometers voor onzekust?
‘Space’
Die vraag werd ook gesteld op de multidisciplinaireconferentie van de Associatie voor Caribische Studiesin Grenada. Suriname kan zich, net als de wereldbuiten onze regio, vaak moeilijk het imago vaneen Caribisch land aanmeten. Want wie denkt eraan Suriname als het over witte stranden, blauwwater en beach life gaat? Ook wij zelf lijken dituiterlijke toeristische imago te verwarren met deonderliggende verbinding, die er wel degelijk is.Juist daarom kan een kunst- en cultuuruitwisselingmisschien wel van betekenis zijn. Carifesta kanruimte bieden aan artiesten die hun beleving vande samenleving uiten op podia, in kunsthallen,ballrooms en meer. Een samenzijn dat een gezondedialoog over onze eigen ontwikkeling tot standkan brengen. In de openingsspeech van EudineBarriteau op de conferentie in Grenada werd ditsamenzijn een ‘ruimte van creatieve coalities’genoemd. De professor in Gender and Public Policyaan de University of the West Indies te Barbados gafin een zeer wervelende toespraak weer, dat zij alsuitgesproken gender-voorvechtster ervaren heeftdat ‘je case’ niet binnenskamers bij gelijkgezindenmag blijven. Haar zaak, een betere positie voorvrouwen, bereik je niet door mogelijke oplossingenin eigen groep te laten circuleren. Je moet dieruimte vergroten, jouw visie en jouw aanpak onderde aandacht brengen buiten jouw groep. Onzeindigenous frameworks, de structuren van onzesamenleving, moeten meegenomen worden in deinternationale discussies over de ontwikkeling vanons gebied. We zijn hier niet alleen om te kijkenen naar elkaar en te luisteren, niet alleen om onsgebied te bestuderen, maar om alles wat hier totstand komt ook naar de tafels te brengen waar debesluiten worden genomen over onze regio, overonze gebieden en over ons eigen vorm van leven.Het woordje ‘space’ werd ongewild en onbedoeld derode draad van de conferentie.
Invloed
Ruimte bleek in verschillende presentaties overalvoor nodig. Er zijn magazines nodig die ‘space’,dus ruimte creëren voor uitwisseling van creatieveideeën. Zoals het Caribisch kunsttijdschrift ARC.Er zijn pleinen nodig waar de massa bijeen kankomen, terwijl die bijvoorbeeld in Puerto Rico inbeslag worden genomen door gebouwen, waardoorletterlijk ruimte ontbreekt. Tijdens de presentatiesbleek ruimte een oplossing voor uiteenlopendemaatschappelijke vraagstukken.In de vele jaren dat we als Caribischegemeenschap zowel in de kunst als op andereontwikkelingsgebieden bij elkaar komen, werdde regio vooral gebruikt als onderzoeksmateriaal,podium, tentoonstellingsruimte of tijdelijk verblijf.Op de conferentie leek het echter alsof een iedertijdens de voorbereiding van zijn presentatie stil wasblijven staan bij het toekennen van waarde aan hetléven in de Caribbean. De aandacht was verschovenvan de gedachte ‘wij hebben oplossingen nodig’naar een andere invulling van de ‘idee’ ontwikkeling.Filmmaker Miguel Coyala geeft in zijn film ‘Memoriasde desarello’ (Herinneringen aan onderontwikkeling)een indringend en confronterend beeld van hoe‘ideeën’ en concepten verward raken wanneer deze‘geplakt’ worden in een andere omgeving. Zijn filmvertelt het verhaal van een intellectueel die na deCubaanse revolutie denkt in de Verenigde Stateneen nieuw leven, ver van onderontwikkeling, opte bouwen. De collageachtige manier van filmenversterkt de boodschap van de vervreemding die jevoelt wanneer jouw wereldbeeld niet meer klopt metde omgeving waarin je leeft.In mijn eigen presentatie bracht ik de connectievan mens en omgeving naar voren, de invloeddaarvan op onze kennis en ervaring en welkeplek deze kennis inneemt binnen het denken overontwikkeling en het aandragen van oplossingen.Ditzelfde onderwerp werd aangesneden in eenpaneldiscussie over ontwikkeling in het Caribischgebied met de uit Puerto Rico afkomstige JoséBuscaglia Salgado en de zeer gepassioneerdespreker Tyehimba Salandy uit Trinidad. Ze stelden:‘We moeten kritisch zijn wanneer we praten over ontwikkeling en de begrippen die wedaarbij klakkeloos overnemen, wantte vaak merken we dat de realiteitgenegeerd wordt.’In onze regio zitten we in eengecompliceerde ruimte, zouje kunnen zeggen. De ruimtewordt bepaald door dominanteontwikkelingsvisies die geen rekeninghouden met onze realiteit: metonze jongeren die in Europa of deVerenigde Staten studeren, onzeomgevingservaring en traditionelekennis. Het Caribisch gebied kent een anderebenadering van duurzame ontwikkeling danhet Westen. Daar is de discussie over duurzameontwikkeling ontstaan vanuit rampen die hebbenplaatsgevonden. In het Westen is het een ideologiedie voorschrijft hoe de wereld eruit zou moeten zien,in plaats van een idee, een set mogelijke stappen dievanuit de werkelijkheid genomen kunnen worden.Als wij ontwikkeling als een idee benaderen,vraagthet van ons vooral een kritische houding tenopzichte van strategieën die de kennis en ervaringvanuit de regio negeren.In een discussie na de presentatie over ditonderwerp werd de kritische vraag gesteld inhoeverre wij daartoe in staat zijn, als wij onsrichten op het vieren en tentoonstellen wat wehebben, zonder een podium te creëren voor kritischgedachtegoed dat zal leiden tot een model vanaanpak voor ‘life in the Caribbean’.
Kritische massa
We hebben meer media in het Caribisch gebiednodig die een visie uitdragen, een podium biedenvoor de verhalen en ervaringen van eigen bodem,onze kennis vergroten over onszelf, wat bij onsspeelt, door ons gemaakt wordt, onze aanpak,onze ideeën. Publicaties die een kritische massakweken en ruimte bieden voor het uitwisselen vankennis. Omdat nagenoeg alle Caribische landenin dezelfde fase van ontwikkeling zijn en daarbijverreweg dezelfde uitdagingen een rol spelen,kan het Caribisch platform een inspiratiebronzijn voor een succesvolle ontwikkeling van onsgebied. Onderwerpen als natievorming, identiteit,klimaatverandering, gemeenschapsontwikkeling,duurzame ontwikkeling, kunst, cultuur, literatuuren ga zo maar door, kunnen daar heel andersbenaderd worden. We bewegen ons dan in eenruimte van gelijkwaardige discussies en vergelijkbareoplossingen in plaats van deexotische ruimte die ons te vaaktoebedeeld wordt.Misschien moeten we lerenwaarderen wat onze omgevingons biedt, kijken naar onszelf inplaats van buiten onszelf, lerenoog te hebben voor wat nodigis in de omgeving waarin wijzelf leven. De publicatie Sterin de stad, behorende bij degelijknamige tentoonstelling overBombay van het kindermuseumVilla Zapakara, is een goed voorbeeld van hetrespecteren en waarderen van je omgeving. Geenboekje over hoe zielig de inwoners van Bombayzijn, zoals je zou denken bij een tentoonstellingover een miljoenenstad met meer dan honderdsloppenwijken, maar een boek over de verhalen,ervaringen en capaciteiten van mensen binnen decontext van hun eigen omgeving. Het definiëren vanonze capaciteiten betekent het plaatsen van de vooranderen vaak onbekende ervaringen in het grotergeheel. Een plek waar je geen vreemde bent en jeland niet constant vraagtekens oproept.Tijdens de conferentie was mijn Amazoneregenwoudnet zo gewoon als het witte strand metpalmbomen. Dat kan ik niet kan zeggen wanneer ikmet studenten in dialoog ga op de campus van deUniversiteit van Amsterdam of op andere Europesepodia. Op de campus van St. George’s University teGrenada vervalt het vreemde van het zogenaamdexotische. Voor de regio is het alleen daarom albelangrijk om in deze space aanwezig te zijn. Hetvalt op dat onze diaspora in vergelijking met die vanandere Caribische landen nog weinig bijdraagt aande discussies over ontwikkeling in samenhang metde plek waar wij werken, wonen en leven. En gezienhet grote aantal goed opgeleide Surinamers indiaspora, zou het helpen om wat meer de vruchtente proeven van deze intellectual cruising, het reizendeSurinaams intellect. Carifesta zal misschien in staatzijn om voor even de aandacht te vestigen opde samenhang tussen Suriname en het Caribischgebied, hopelijk los van een exotisch karakter enmet meer aandacht voor de inzichten die achterde creaties van dit festival liggen. Of we vervolgensdie Caribische ruimte ook daadwerkelijk kunnenbereiken om de creatieve coalities aan te gaan, zalafhangen van de vruchten van deze ‘creatieve enintellectuele Caribbean cruising’