Sportevenement van formaat
Groots sportfestijn, veel controverses
Van 8 augustus tot en met 24 augustus vindt in Beijing het grootste sportevenement ter wereld plaats: de Olympische Spelen. Tienduizenden atleten, begeleiders, officials en toeschouwers stromen naar de Chinese hoofdstad, in de hoop topprestaties te leveren en te zien.
De Spelen zouden de Spelen niet zijn als er geen controverses zouden bestaan. Sport en politiek moeten gescheiden blijven, zeggen sportbonzen. De weerbarstige praktijk leert echter dat dit lang niet altijd het geval is. Er zijn maar weinig versies van de Olympische Spelen geweest, waarbij geen vragen vanuit politieke hoek werden gesteld waarom deze belangrijkste sportgebeurtenis juist in dát land werd gehouden. Met China is dat niet anders. Want is deze mogendheid juist niet hét land waar mensenrechtenschendingen en andere verfoeilijke zaken gemeengoed zijn?
China is een van de landen waar een organisatie als Amnesty International bestaansrecht aan ontleent. Schendingen van mensenrechten zijn daar schering en inslag. Zeg als burger iets wat de regering niet zint, en je verdwijnt voor twintig jaar in een werkkamp, schrijf als journalist iets te kritisch, en je ‘verdwijnt’ helemaal. Corruptie wordt moeiteloos bestraft met de doodstraf, zonder dat je via een onafhankelijke advocaat ook maar enig bezwaar hebt kunnen opwerpen. De rellen in het bezette Tibet, in maart van dit jaar, waren koren op de molen van tegenstanders van Chinese Spelen. Kortom, China herbergt alles waarvan ieder weldenkend mens het idee heeft dat het geen democratie is, een land waar ieder normaal recht van een burger onder de grond is begraven.
Maar sport is sport, en vooral een bezigheid die mensen internationaal verbroedert, en politiek is politiek. Als je daarvan uitgaat zijn de Olympische Spelen van augustus vooral een mooi evenement, waar de echte liefhebbers reikhalzend naar uitkijken.
Suriname op de Spelen
De Surinaamse geschiedenis op de Olympische Spelen voert ons terug naar 1960. Atleet Wim Esajas vloog naar Rome om als eerste Surinamer (weliswaar met een Nederlands paspoort omdat Suriname toen nog deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden) deel te nemen aan de 800 meter voor mannen. Het werd een valse start voor Suriname, want zijn begeleider maakte Esajas op de wedstrijddag niet op tijd wakker, waardoor deze te laat in het stadion verscheen.
Uiteindelijk was het Eddy Monsels die in 1968, in Mexico, als eerste namens Suriname aan een wedstrijd deelnam: de 100 meter sprint. Sindsdien is Suriname iedere vier jaar op de Olympische Spelen vertegenwoordigd geweest, met uitzondering van 1980, het jaar van de eerste staatsgreep in de toen inmiddels zelfstandige, maar jonge republiek. Overigens heeft ons land, logischerwijs, nooit deelgenomen aan de Winterspelen.
Anthony Nesty is de enige Surinaamse sporter die ooit medailles tijdens de Olympische Spelen heeft gewonnen. Na in 1984 in Los Angelos buiten de prijzen te zijn gevallen, verraste de zwemmer de sportwereld vier jaar later in Seoel door goud te pakken op de 100 meter vlinderslag. In 1992 behaalde hij in Barcelona op datzelfde onderdeel brons. Letitia Vriesde (zie pagina 36) heeft ons land het vaakst vertegenwoordigd op de Spelen. Ze verscheen bij maar liefst vijf edities aan de start. In 1988 voor het eerst, vier jaar geleden sloot ze de indrukwekkende serie af.
Naast Nesty en Vriesde is Tommy Asinga de derde Surinamer die aan meer dan één of twee edities van de Spelen deelnam: in 1988, 1992 en 1996 liep hij de 800 meter bij de mannen. In totaal kunnen 24 landgenoten zeggen dat ze aan de Olympische Spelen hebben deelgenomen. De drie debutanten in Beijing zijn daar nog niet bij opgeteld.
De Olympische ringen
Het bekendste symbool van de Olympische Spelen is de vlag met vijf geschakelde ringen in verschillende kleuren op een witte achtergrond. De vlag werd als symbool aangenomen in 1914, maar werd pas bij de zomerspelen van 1920 in Antwerpen voor het eerst gevoerd.
De zes kleuren wit, rood, blauw, groen, geel en zwart werden bewust gekozen, omdat de vlag van elk land in de wereld minstens één van deze kleuren bevat. De vijf ringen staan voor de vijf werelddelen en ze representeren de eenheid van de continenten bij het sportieve evenement.
Onze sporters in China
Suriname wordt in China vertegenwoordigd door vier sporters: 2 atleten en 2 zwemmers. De talentvolle hardloopster Kirsten Nieuwendam komt in ieder geval uit op de 200 meter, haar mannelijke collega Jurgen Themen doet mee aan de 100, 200 en 400 meter. Hij klopte in mei van dit jaar in een rechtstreekse confrontatie Ifrish Alberg, zijn belangrijkste concurrent voor een ticket naar de Olympische Spelen. Gordon Touw Ngie Tjouw is de mannelijke afgevaardigde op het onderdeel zwemmen, bij de vrouwen duikt Chinyère Pigot in het water.
Van het kwartet heeft alleen Gordon Touw Ngie Tjouw eerder deelgenomen, de andere drie zijn debutanten. Touw Ngie Tjouw is ook de enige die de vereiste limiet heeft gehaald, de anderen hebben een wildcard gekregen.
De zwemmers worden begeleid door Kenneth MacDonald en Anthony Nesty. De atleten worden vergezeld door trainer Edward Cruden. Daarnaast reist Ramon Tjon A Fat mee als delegatieleider.
Peperduur evenement
Het worden de duurste Olympische Spelen ooit. China zegt dat het in totaal 22,5 miljard euro investeert. de organisatoren schatten dat men eind augustus alleen aan directe uitgaven al een kleine 11 miljard euro kwijt zal zijn. Daarin zitten de bouwkosten van 12 nieuwe stadions en sporthallen, de verbouwing van 19 andere toernooiplaatsen, de bouw van het atleten- en het mediadorp, de kosten voor communicatie en beveiliging en de operationele kosten. Ook de indirecte investeringen lopen hoog op: ruim 11,5 miljard euro. Wegen, luchthavens en de metro in Beijing werden verbeterd, net als sommige nutsvoorzieningen. Het gaat om investeringen die vroeg of laat moesten gebeuren, maar die vervroegd werden voor de Olympische Spelen.
De Spelen leveren China natuurlijk ook iets op. Televisie-rechten brengen 529 miljoen euro in het laatje en sponsoring is goed voor 210 miljoen euro. Ook de verkoop van souvenirs en tickets doen de kassa rinkelen, al zijn de prijzen laag gehouden. De goedkoopste kaartjes kosten maar 30 yuan (2,7 euro) en studenten kunnen zelfs sommige finales bijwonen voor 10 yuan (90 eurocent). Toch denkt het Chinees Olympisch Comité met al die inkomsten samen de operationele kosten te kunnen dekken.
Geraadpleegde bronnen: IPS, AP, Wikipedia en IOC