Staatsolie-directeur Rudolf Elias: ‘Geen samenwerking met Guyana’ – Parbode Sneak Peek
Het optimisme van Staatsolie-directeur Rudolf Elias over een olievondst voor de Surinaamse kust werkt even zenuwslopend als aanstekelijk. Maar het is de sociale plicht van Staatsolie om Suriname te behoeden voor een toekomst zoals die van Guyana, waar de winst van de gigantische olievoorraden niet genoeg ten goede komen van het land. Maar om een soortgelijke situatie te voorkomen moeten we onze oliedirecteur wel serieus nemen.
Tekst Zoë Deceuninck
Bij aanvang van het gesprek lijkt Rudolf Elias, sinds mei 2015 directeur van Staatsolie, een beetje verveeld, zij het niet geïrriteerd. Met Parbode voor zijn bureau is de volgende scepticus zijn kantoor binnengestapt. Al jaren wordt er geroepen dat er olie voor de kust van Suriname gevonden zal worden, maar anno juli 2019 staat de commerciële teller hier nog steeds op nul. Over speculaties wil Parbode dan ook niet uitbreiden, maar daar neemt Elias geen genoegen mee. Hij gaat resoluut voor de kaart achter zijn bureau staan, waarop zowel de kust van Guyana als Suriname te zien is. In de zee van Guyana kleuren dertien kleine cirkels gitzwart: dertien olievondsten sinds 2015. De Surinaamse zee blijft vooralsnog leeg. Terwijl hij met zijn vinger over de zeegrens tussen deze twee landen danst, beweert Elias wat we al zo vaak hebben gehoord: “Dat we olie gaan vinden is een feit, simpelweg omdat we zullen blijven zoeken tot we vinden.”
Tenzij het geld op is…
(lacht) “Het geld is nooit op. Voor olieboringen is het geld nooit op. We denken dat de vraag naar olie zal blijven groeien tot 2050, dan zal de vraag wereldwijd op zo’n 120 miljoen barrels olie per dag liggen. Dat hebben de huidige wereldwijde oliereserves niet liggen. Je moet dus steeds olie blijven vinden. Dus ze (de oliemultinationals offshore, red.) gaan hier ook big time blijven zoeken. Zeker na het succes van Guyana.”
In 2011 stuitte de oliemultinational Tullow Oil op een olievondst in Frans-Guyana, goed voor 840 miljoen vaten. Eén jaar later begon ze met boringen voor de Guyanese kust. Tullow wilde graag bewijzen dat het olierijke West-Afrikaanse bekken van Ghana, waar ze eerder grote olievondsten deed, geologisch bijna identiek is aan dat van de Atlantische Oceaan in Zuid-Amerika. De boringen voor de kust van Guyana moesten echter worden stopgezet toen de boortoren het door een te hoge druk mogelijk zou begeven.
Niet Tullow, maar concurrent ExxonMobil stuitte drie jaar later op de eerste grote olievondst voor de kust van Guyana. De ontdekking van oliereservoir Liza-I kwam na een zoektocht van zeven jaar en was meteen ook de start van een reeks succesboringen. Geschat wordt dat Liza-I begin 2020 zo’n 120.000 vaten per dag zal produceren. En dat is slechts de eerste put. Het totaal aantal olievondsten staat anno juli 2019 op dertien, samen goed voor dollarinkomsten die het menselijke verstand te boven gaan. “Per capita is Guyana vandaag het rijkste olieland van de wereld. Er is geen enkel land, zelfs olielanden zoals Koeweit, Saoedi-Arabië en Brunei niet, dat per hoofd van de bevolking zo rijk in olie is als Guyana (zie grafiek, red.). Als wij vinden wat ze in Guyana vinden, dan zijn wij natuurlijk de rijksten van de wereld, want we hebben minder inwoners. Mensen realiseren zich dat natuurlijk niet”, zegt Elias, die tijdens het spreken met zijn knokkels op tafel klopt om zijn woorden kracht bij te zetten.
Het hele artikel is te lezen in de septembereditie van Parbode.