Stagiaires steeds minder welkom
Het was al niet gemakkelijk om als buitenlander in Suriname stage te mogen lopen. Binnenkort wordt de barrière nog hoger. Een verplichte werkvergunning moet voorkomen dat buitenlandse stagiaires arbeidsplaatsen van Surinaamse jongeren inpikken. Volgens stagebemiddelaars snijdt de regering zichzelf in de vingers met de nieuwe maatregel. Door de uitdijende rompslomp, hoge kosten en lange wachttijden blijven steeds vaker buitenlandse stagiaires weg, en daarmee een stroom aan inkomsten en kennis.
Met losse haren op de fiets, witte benen vol rode muggenbulten en flirten bij café La Caff. Stagiaires zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld van Paramaribo. Jaarlijks komen ze met honderden om zich nuttig te maken in de verpleging, het onderwijs of het zakenleven. Toch zijn ze voor sommigen een doorn in het oog. Ze zouden de leerplekken van Surinaamse jongeren bezet houden en roet strooien in hun toekomstperspectief. “We horen regelmatig van Surinaamse studenten dat ze geen stageplaats kunnen vinden”, vertelt Glenn van der San, ontwerper van de nieuwe Wet Arbeid door Vreemdelingen (WAV). “De stagebedrijven zeggen dikwijls geen ruimte te hebben. Later blijkt dan dat ze al een buitenlandse stagiaire geplaatst hebben.”
Een tewerkstellingsvergunning moet daar korte metten mee maken. In september werd de WAV aangenomen door het parlement. Het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM) legt momenteel de laatste hand aan de voorbereidingen. Als alles volgens planning verloopt, treedt de wet binnen enkele maanden in werking. “In de nieuwe wet worden alle stagebedrijven verplicht om een tewerkstellings-
vergunning aan te vragen voor de
stagiaires”, zegt Van der San.
Bedrijven krijgen de vergunning enkel op voorwaarde dat ze ook Surinaamse studenten toelaten. “Als het bedrijf geen toestemming verleent aan Surinamers, dan mogen ze geen buitenlandse stagiaires plaatsen. Onze studenten moeten in alle gevallen een eerlijke kans krijgen.” Indien de stagiaire een vergoeding ontvangt, moet er voor een tewerkstellingsvergunning tweehonderd srd betaald worden. Dat geldt ook voor vrijwilligers.
Pesterij
Stagebemiddelaar Jan van Swaaij van Suristage is niet blij met de maatregel. Volgens de jonge ondernemer is het onzin dat buitenlandse studenten stageplaatsen bezet houden. “Dat is gewoon niet waar. Surinaamse studenten hoeven vaak geen of slechts enkele weken stage te lopen, veel korter dan Nederlanders en Belgen. Als ze een stageplaats willen, dan lukt dat heus wel. Ik bemiddel zelfs gratis voor hen, maar ik heb nog nooit ook maar één enkele aanmelding gehad. Deze maatregel is gewoon een pesterijtje. Politiek wordt hier teveel bedreven met emotie in plaats van met verstand.”
Ook Nynke Pool van stagebemiddelingsbureau Stageloket Suriname denkt dat het wel meevalt met de verdringingseffecten. “Wij hebben in het verleden een inventarisatie gehouden bij verschillende onderwijsinstellingen. Ongeveer 85 procent van de Surinaamse studenten gaf toen aan dat er geen sprake is van het inpikken van stageplaatsen. Sommigen vonden de samenwerking juist prettig en leerzaam.”
Een aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning duurt maximaal zes weken. Stageverleners die de regels aan hun laars lappen, riskeren een geldboete van vijfduizend srd of zes maanden hechtenis. Volgens Van Swaaij is het doodzonde. “Het wordt zo nog minder aantrekkelijk om in Suriname stage te lopen. Dit land loopt daardoor ontzettend veel kennis en geld mis. Denk maar aan al die touroperators, huisbazen en taxichauffeurs die profiteren van studenten. Ze zijn gratis reclame voor ons land. ”
Het Assembleelid Socila Angoelal (Surinaamse Partij van de Arbeid) leidde de parlementaire commissie die onderzoek deed naar de wet. Volgens haar is de wet aangenomen op basis van het zogenoemde reciprociteitsbeginsel: Suriname spiegelt het beleid dat Nederland voert. “De vereisten die Nederland aan Suriname stelt, gaan nu ook voor Nederlanders in Suriname gelden. Rode lijn van de wet is dat de Surinamer op de eerste plaats komt. Surinaamse studenten moeten de ruimte krijgen.”
Het is voor Surinaamse jongeren erg lastig om in België of Nederland een stageplaats te vinden, weet Angoelal. “Dankzij de nieuwe wet kunnen we het aantal buitenlandse stagiaires in kaart brengen. Met die gegevens in de hand kunnen we voor onze jongeren gaan onderhandelen met het buitenland om zo stageplaatsen voor ze te bemachtigen.”
Fout
De wet is ontworpen op basis van foutieve informatie, beweert Van Swaaij. “De minister van ATM is in de veronderstelling dat er jaarlijks meer dan zesduizend stagiaires naar Suriname komen. Die cijfers kloppen niet. Er komen veel minder studenten naar Suriname. Ik schat jaarlijks slechts zo’n zes- tot achthonderd.”
Wetsontwerper Van der San bekent dat er geen uitgebreide toetsing is verricht. “We hebben echter wel gesproken met vertegenwoordigers van stageverleners.” Van der San benadrukt dat het niet de bedoeling is om buitenlandse stagiaires voor de voeten te lopen. “Ze investeren veel in ons land en zijn goed voor onze economie. Het is niet onze intentie om het aantal stagiaires terug te dringen.”
Toch schrikken de papierfabriek en de hoge kosten stagiaires af, meent Van Swaaij. De tewerkstellingsvergunning is de zoveelste verplichting in rij. Sinds de wijziging van de visumplicht in 2008 moeten buitenlandse stagiaires door een bureaucratische molen voordat ze het land in mogen. Iedere student die langer dan drie maanden een bezoek brengt aan Suriname, moet een Machtiging Kort Verblijf (MKV) aanvragen. “Het kost gemiddeld zo’n 250 euro om alles rond te krijgen. Ik krijg dagelijks aanmeldingen van studenten die naar Suriname willen komen, maar uiteindelijk haakt meer dan 85 procent af na het zien van de prijzen en de waslijst eisen waaraan je moet voldoen.” Ook Pool constateert dat het aantal buitenlandse stagiaires sinds de invoering van de MKV is teruggelopen. “Hoe moeilijker het voor stagiaires gemaakt wordt, hoe minder er komen. Het wordt ze nu al knap lastig gemaakt. Nog een extra barrière zal de situatie geen goed doen.
“Het is gewoon een doordachte manier om buitenlandse stagiaires te weren”, denkt Pool. “Dat is spijtig voor dit land. Er zijn organisaties in Suriname die veel behoefte hebben aan de kennis en expertise van Nederlandse en Belgische stagiaires. Vice versa leren de stagiaires ook erg veel. Voor beide partijen heeft het een toegevoegde waarde.” Stagecoördinator Linda Rozenblad van het Instituut voor Opleiding van Leraren (IOL) is het daar mee eens. “Ik vind de uitwisseling een verrijking. De buitenlanders brengen kennis en nieuwe ideeën met zich mee, en leren weer van ons om op een creatieve manier om te gaan met minder middelen. Beide partijen steken er veel van op.”
Haar leerlingen ondervinden geen last van verdringingseffecten. “Het is absoluut niet zo dat buitenlanders de stageplaatsen van onze leerlingen inpikken. We kunnen onze eigen studenten altijd kwijt.”
De studenten van het Natuurtechnisch Instituut (NATIN) ondervinden er soms wel last van. “Het komt voor dat ik een student niet kan plaatsen omdat de stageplaats bezet gehouden wordt door een buitenlandse stagiaire”, vertelt Guido Wikkeling, voorzitter van de stagecommissie van het NATIN. “Erg groot is het probleem echter niet. Ongeveer tien van onze achthonderd stageplaatsen gaan naar buitenlandse studenten.”
Purcy Landbrug, directeur van kindertehuis Saron, heeft zowel Europese als Surinaamse stagiaires in dienst. “Westerse stagiaires zijn een bijzondere meerwaarde voor onze instelling”, aldus Landbrug. “Ze dragen bij aan de professionalisering en kwaliteitsverbetering.” De invoering van de tewerkstellingsvergunning is volgens de directeur flauwekul. “Het is een duidelijk afschrikmiddel, een gedekte manier om te zeggen: kom niet meer. Ik snap niet wie dit kan verzinnen, ik begrijp de hele commotie niet. Stagiaires creëren werkgelegenheid. Vele mensen danken er hun inkomsten aan en ze voeden de behoeften van bedrijven om kwaliteit en expertise in huis te hebben. De regering snijdt met deze maatregel een gouden ader door.”
Hoofdpijn
Anja Hoogendoorn heeft nog hoofdpijn van haar MKV-aanvraag. Als vrijwilliger werkt de Nederlandse met weeskinderen. “Ik moest stapels papieren overleggen. Van een verklaring van goed gedrag, geboorteakte, stageovereenkomst, pasfoto’s tot bankafschriften. Zelfs in Suriname moest ik nog van alles inleveren.”
Na meer dan vijf maanden was alles rond. De studiegenoten van stagiaires Kim de Bruin en Ramirelsyla Eloise hadden minder geluk. “We zouden met veertien studenten naar Suriname gaan, maar uiteindelijk hebben maar drie leerlingen op tijd hun visum gekregen. De rest is daarom nu nog in Nederland”, aldus De Bruin.
De nieuwe wet lijkt Eloise een verschrikking. “Het hele gedoe met de MKV is al erg genoeg. Ik begrijp dat er studenten zijn die nu liever naar de Antillen gaan, dat is veel makkelijker en goedkoper. Ik vind het echt heel erg zonde. Suriname kan stagiaires goed gebruiken en andersom leren wij hier ook ontzettend veel. We krijgen voor onze stage geen cent betaald, we betalen echt alles zelf. Dat geeft wel aan dat er echt een motivatie is om iets voor dit land te doen, om echt iets over te brengen.”