Ston Futu
Het is even zoeken naar het nieuwe onderkomen van Harriepersad Bissesar (82). Hij woont sinds enkele maanden bij zijn dochter, in een zijstraat van de Welgedacht A-weg. We hobbelen over de zandweg, waar aan weerszijden de nieuwbouwhuizen als paddenstoelen uit de grond lijken geschoten. Harriepersad ziet ons vanuit de verte al aankomen. Gekleed in een pantalon en netjes gestreken overhemd, verwelkomt hij ons op het balkon.
We nemen plaats op de plastic stoelen en kijken uit over het erf, waar een paar kippen rondscharrelen. Voor ons ligt een kat tevreden te doezelen op een oude baddoek. Harriepersad heeft een blauw randje om zijn opgewekte bruine ogen. Hij kijkt tevreden rond over het erf. “Vroeger werd ik onrustig wanneer ik een dag niet op mijn perceel aan het werk was geweest. Ik moest en zou mezelf moe maken. Tegenwoordig doe ik helemaal niets meer. Dat laat mijn hart niet meer toe”, zegt hij.
Harriepersad komt uit een gezin van zeven. In 1942 kregen zijn ouders een perceel op Leiding 10 toegewezen. “Mijn ouders werkten in de landbouw. Destijds was dat een goede bron van inkomsten. Ze huurden 1,5 hectare grond voor vijftien gulden per jaar. Onze opbrengst was ongeveer een gulden per dag.” Harriepersad leerde niet verder dan de derde klas van de lagere school. “Tegenwoordig moeten mensen een goede opleiding hebben om aan een baan te komen. Vroeger was dat niet nodig. Er was werk genoeg.”
Verder lezen kan nog net, in de novembereditie van Parbode!