Stonfutu Bhoepkoemarie Rasiawan-Bharos – Parbode Sneak Peek
In haar woonkamer in Wageningen, Nederland, hangt een lijst aan de wand met afbeeldingen van verschillende geloofsovertuigingen. “We zijn allemaal mensen. Niemand is beter dan een ander”, begint Bhoepkoemarie Rasiawan-Bharos. Ze zit rechtop in haar bed, klaar om geïnterviewd te worden. Bhoepkoemarie is geboren op 24 mei 1936 in district Nickerie. Haar vader was een immigrant uit Uttar Pradesh, India, en haar moeder afkomstig van plantage Waterloo. Het gezin leefde van de landbouw. Daarnaast verkocht moeder eieren in de stad om het hoofd boven water te houden. Als jongste van het gezin van negen kinderen, was Bhoepkoemarie nog niet getrouwd. Op haar twaalfde ging ze bij haar broer wonen in Paramaribo, haar vader maakte een afspraak met hem om haar uiteindelijk te laten uithuwelijken aan iemand uit de stad.
“Ik ging naar de Sint Louiseschool, waar het één dag in het jaar feest was, als Koninginnedag werd gevierd. We kregen een krentenbol en schaafijs en moesten alleen een beker meenemen. Het maken van mijn huiswerk was een moeilijke opgave. Eenmaal thuis kreeg ik de verantwoordelijkheid om voor de kinderen van mijn broer te zorgen.”
Na twee jaar kreeg het leven van de jonge Bhoepkoemarie een andere wending. Ze ging weer wonen in het ouderlijk huis in Nickerie. “Mijn broer en zijn gezin verhuisden naar de politiepost Mariënburg. Ik had opeens geen onderdak meer. Mijn vader was inmiddels overleden. Door de omstandigheden kon ik geen schoolboeken meer kopen en was ik genoodzaakt te stoppen met school.” Maar toen haar broer terugkeerde in Paramaribo, kon Bhoepkoemarie bij hem aan de Hoogestraat gaan wonen. “Op mijn vijftiende hield ik me bezig met het volgen van naailessen en wederom voor zijn kinderen zorgen. Niet veel later trouwde ik met mijn buurjongen. Ondanks dat er geen liefde was tussen ons, hadden we wel respect voor elkaar. Mijn schoonmoeder had hem verzocht om met mij te trouwen.” Bhoepkoemarie trok in bij haar schoonmoeder, en ontfermde zich over haar eigen kinderen en het huishouden.
“Met de Onafhankelijkheid in 1975 vond mijn man het een goed idee om een nieuw leven te beginnen in Nederland. Zelf wilde hij niet mee, pas toen hij gepensioneerd was heeft hij de laatste jaren van zijn leven hier doorgebracht. We werden opgevangen in Varsseveld en kregen alles wat we nodig hadden. Het was wel wennen om in een ander land de draad weer op te pakken. We hadden het altijd koud. Waarom scheen de zon, maar voelde het koud aan? Op advies van familie verhuisden we na twee maanden naar Wageningen. Als eerste generatie Surinamers in Nederland was het moeilijk om goed te integreren binnen de Nederlandse samenleving. Ik ging naar allerlei bijeenkomsten waar Surinamers kwamen, totdat mijn zoon vroeg waarom ik niet zelf iets ging organiseren.”
Om de eigen cultuur te behouden in Wageningen besloot Bhoepkoemari om de stichting Saraswatie op te zetten.
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.