Stonfutu: Emma van Engel (99): ‘Ik was geen juf en volgens mij hadden de kinderen dat door’- Parbode Sneak Peek
“Ik wil niet meer hoor”, zegt Emma wanneer de Parbode-fotografe komt aanlopen. Ze is een beetje verlegen door al de aandacht. Een fotoshoot op je 99ste is niet niets, maar verlegenheid past niet echt bij haar.
Ze werd geboren op 2 oktober 1918 aan de Verlengde Weidestraat. “Daar ben ik geboren en getogen. Het zag er niet zo uit als nu. Ons achtererf van toen is nu onderdeel van het Jeugdcentrum. Vroeger kon je van de Verlengde Weidestraat naar de Dr. Sophie Redmondstraat lopen”, vertelt ze over de plek die haar na aan het hart ligt. Emma is enig kind geweest en groeide op in een zeer gelovige familie. “Mijn kerk is de EBG. Wij zijn anitri in merg en been. De zoon van de jongste zus van mijn moeder is zelf dominee geworden. Ken je hem? Emile Ritfeld”, klinkt het trots. Zelf is Emma nooit getrouwd en ze heeft geen kinderen.
Emma woont nu vijf jaar in Huize Albertine. Op enkele klachtjes na, een zeer vitaal vrouwtje. Wel moet ze wegens haar leeftijd begeleid wonen. In het tehuis staat ze bekend als een van de sfeermakers, die zingt en graag danst. “We hebben een soos en daar maken we leuke werken”, vertelt Emma. Ze heeft het redelijk naar haar zin. Toch is ze liever thuis aan de Verlengde Weidestraat. “Ik had een buurmeisje, Wiesje Cameron-Gemin. Later noemde ik haar mijn zus.” Met haar heeft Emma veel leuke dingen gedaan. “Ze was schoolhoofd op een lagere school op plantage Margaretha. Een keer nam ze me mee en gaf me een peuterklas om op te letten. Ze gaf me een boek mee om voor te lezen. Ik was geen juf en volgens mij hadden de kinderen dat door. Het was moeilijk voor mij de klas onder controle te krijgen”, vertelt ze terwijl ze achterover hangt en aanstekelijk begint te lachen. Deze gedachten maken Emma helemaal vrolijk. “Ik las voor: ‘Daar…gaat…een…lam’, en vroeg ze die zin na te zeggen. Weet je wat die kinderen zeiden?”. Emma begint wederom hard op te lachen en zegt vrolijk: “Daar…kaat…een…lampu.”
Het hele artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode.