Stonfutu: Erna Ons-Riedewald (82): ‘Het Suriname van vroeger was veel beter’ – Parbode Sneak Peek
In haar blauw geschilderde woning in Tammenga wordt Parbode ontvangen door oma Riedewald. Ze woont al 38 jaar in deze volkswijk, maar is opgegroeid op de voormalige plantage Ingikondre in Coronie. Daar werd zij op 21 juli 1936 geboren, in een gezin met vijf broers en zussen. Anderhalf jaar later werd haar jongste zusje geboren en een aantal dagen later overleed haar moeder. Het gezin trok in bij de familie Rogers in Totness. “Om de hoek zat een Chinees, een bakker en de bekende schoenenzaak Bata. Bij de Chinees kreeg ik altijd wat geld voor twee kokosnoten, en daar kocht ik meteen snoepjes zoals kakaston. Op haar twaalfde werd ze door haar vader naar Paramaribo gestuurd, naar haar tante in de Rust en Vredestraat. “De stad vroeger was heel gezellig. Je kon met iedereen praten en overal kon je wat eten.” Erna begint over de trein van de Heiligenweg naar Onverwacht. “Die verbinding was goed!”, zegt ze vol enthousiasme. “We zijn zelfs twee keer op een schooltripje naar Onverwacht geweest. Daar gingen we spelen, liedjes zingen en eten en drinken.”
Erna ging naar de Comeniusschool in de Domineestraat. “Ik droeg altijd jurken waar mijn tante op de voorkant zakken op had genaaid, en iedere dag na school was mijn jurk weer kapot, omdat ik weer had gevochten.” Met een glinstering in haar ogen vertelt oma Riedewald over haar passie voor toneel: “Ik hield echt heel erg van zingen en dansen. Ik zong op school, op straat en thuis. Schooltoneel vond ik heel erg leuk als kind.” Na haar diploma behaald te hebben aan de Comeniusschool ging Erna aan het werk. “Huishouden, bezemen, dat soort dingen. Ik hield ervan om te werken. Eerst werkte ik bij een wasserij in de Keizerstraat en daarna heb ik heb 25 jaar gewerkt in het Academisch Ziekenhuis.”
Oma Riedewald vertelt dat ze altijd NPS’er is geweest, en dat ook altijd zo blijft. “Ik ging altijd naar de vergadering, met mijn tenue en mijn pet op. Pengel zag ik bijna nooit, maar Arron, Pa Lem en Pa Mori wel.” Met de Onafhankelijkheid in 1975 stond Erna op het plein. “Ik ben wel gegaan, maar ik vond dat we nog niet rijp waren. Ze zeggen dat Arron het graag wilde hebben, dat het is doorgedrukt” vertelt ze bedachtzaam.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode