Stonfutu Gustaaf Wolff (80): ‘Ik raakte verliefd op de verpleging’ – Parbode Sneak Peek
Gustaaf Wolff is de oudste uit een gezin van tien kinderen. Zijn vader Desiderius Wolff werkte bij de Suralco en was voorzitter van de Moengo Mijnwerkers Bond. Moeder Alexandrina Dongen werkte als hulp in de huishouding. Het gezin woonde in huurhuizen in verschillende buurten.
Door Samantha Waridjan
Aan de Saramaccastraat was het volgens hem wekelijks een drukte bij boekhandel Globe. “Iedereen wilde het vervolg van de stripverhalen zoals Mandraak de Tovenaar bemachtigen.” Zijn ouders kochten uiteindelijk een perceel aan de L’Hermitageweg en bouwden een huisje.
Hij bezocht de St. Leonardusschool, waar hij voornamelijk les kreeg van fraters. “Op de zondag diende je naar de St. Rosakerk te gaan en maandag moest je jouw kerkkaartje tonen als bewijs.” Op gegeven moment werd hij door zijn moeder afgeschreven en moest hij naar de Richard Voullaireschool, een ‘pai moni skoro’. Hierna bezocht hij de C.R. Froweinschool. Nadat hij deze school “met horten en stoten” had doorlopen, kreeg hij een baantje bij het ministerie van Openbare Werken als controleur. Na een tijdje kreeg hij te horen dat ’s Lands Psychiatrische Inrichting op zoek was naar broeders. Het bleek te gaan om het tijdelijk invallen voor een door verlof afwezige broeder. “Na de zoveelste invalbeurt heb ik als eis gesteld dat men mij deze keer moest ‘houden’.”
Hij werd aangenomen en op de opleiding geplaatst. In 1966 werd hij door professor Frits Jessurun geëxamineerd. “Ik ben toen, om het zo te zeggen, verliefd geraakt op de verpleging.” De afdeling met de gevaarlijkste, moeilijkste mannen was zijn favoriete afdeling. “Op deze afdeling heb ik ook vakbondsleider Louis Doedel leren kennen.
Lees dit artikel verder in het septembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar