Stonfutu: Rosita Wijngaarden-Esajas (80): ‘Alle meisjes wilden toen verpleegster worden’ – Parbode Sneak Peek
Oma Rosita Wijngaarden-Esajas ontvangt ons op haar ruime balkon in de woonwijk Uitvlugt. Ze groeide met haar elf broertjes en zusjes op bij haar moeder te Frimangron op een erf met meerdere gezinnen.
Tekst Christa Sluisdom
Met feestdagen zoals bij het afleggen van de belijdenis in de kerk van de Evangelische Broeder Gemeente, maakte zowat de hele buurt boyo en pom. Want velen waren kerkelijk. Maar ze hadden geen ovens. De lekkernijen werden gebakken bij een bakkerij op de hoek van de Gemenelandsweg en de Zwartenhovenbrugstraat. Je moest dan op al je koek- en pomblikken je naam schrijven en wachten tot alles gebakken was, zodat niemand ermee vandoor kon gaan. Rosita ging naar de Rust en Vredeschool en haalde nog voor haar vijftiende jaar het ulo-diploma van de Selectaschool. “Alle jonge meisjes wilden toen verpleegster worden”, zegt ze. “En met het eerste salaris werd direct een fiets gekocht bij de firma Kersten of Haenen.” Met haar vijftien jaar was ze nog te jong voor de verpleging. Ze ging toen werken in de huishouding en verdiende er zeventien gulden vijftig per maand. Ze werkte om haar moeder te helpen, maar ook omdat ze leuke kleren wilde hebben. Haar moeder was modiste en de lapjes die ze kocht werden, naar het door haar aangegeven model, door haar moeder in mooie kleding omgetoverd. Toen ze zeventien was, werd ze aangenomen bij ’s Lands Hospitaal waar ze negentig gulden verdiende. “Dat was voor mij een heleboel geld en bracht onder andere elektriciteit in huis. Een koelkast van 110 gulden en een elektrisch strijkijzer van 10 gulden werden bij de firma Fernandes gekocht op afbetaling.”
Lees het hele artikel in het januarinummer van Parbode