Stonfutu Sieglien Jacott-Wartes (75): ‘Zolang ik het kan, zal ik bezig zijn’ – Parbode Sneak Peek
Sieglien Jacott ontvangt ons op haar gezellige terras met uitzicht op haar mooie planten. Ze is geboren in Totness, Coronie, als oudste van een gezin met zes meisjes en vijf jongens.
Door Samantha Waridjan
Haar ouders waren heel streng. De meisjes mochten het erf niet af. “In die tijd vertelde men je niet waarom je als meisje niet naar buiten mocht”, zegt Sieglien. “Dat begreep je pas achteraf.”
Vader Kwifa verhuurde trucks en combines, ook verwerkte hij kokos tot kokosolie. Als ze uit school kwamen werden ze opgewacht door moeder Eleanora, die vanuit huis fiadoe en ander gebak verkocht. Het was gezellig thuis, er werd geknikkerd en djoel gespeeld.
Sieglien ging op haar elfde naar Paramaribo, omdat er geen muloschool was te Coronie. Ze verbleef in het Siswa Tama Internaat en bezocht de Hendrikschool en de Kweekschool.
In die periode ontmoette ze haar man, Willem Jacott. “Ik was achttien en fietste elke morgen van het internaat te Combé naar de Kweekschool te Zorg en Hoop. Willem fietste van Zorg en Hoop naar het ministerie van Financiën, waar hij werkte. Een keer groette hij, de volgende dag weer. Mijn vader had gezegd dat ik geen vriend mocht hebben zolang ik mijn diploma niet had, dus ik vroeg me af hoe ik hem moest ontwijken. Ik reed toen om, maar de volgende dag nam hij ook die route. Hij vroeg me om zijn vriendin te worden en na een week stemde ik toe. Hij vond het geen bezwaar dat hij me niet kon zien. Omdat ik in het internaat woonde, mocht ik niet weg en in de vakanties ging ik naar Coronie.”
Na de Kweekschool moest Sieglien van haar vader terug naar Coronie om daar gedurende de twee verplichte districtsjaren les te geven. “Willem stuurde dagelijks met de bus een brief voor me. Elke maand kwam hij op zijn bromfiets voor een weekend naar Coronie. Dat heeft hij twee jaar volgehouden. Daarna ging hij met mijn vader praten”, vertelt Sieglien.
Lees het hele artikel in het decembernummer van Parbode