Stonkorutakitaki
Maku kwam weer eens in het dorp. Net als de vorige keer was hij nu bij de Winnende Partij, en hij kwam uitleggen dat er een nieuwe winti was. ‘A vorige regering bën dë fout bezig’, wist hij te vertellen. Dat zal wel, want dat is altijd zo. Het gaat me niet om de inhoud van zijn boodschap, zo die er al is, maar om de vorm.
Wie van Dritabiki naar Paramaribo reist, hoort hoe onderweg de taal langzaam verandert. N’Djuka gaat over in Aukaanisi, in Nengre, in Takitaki, in Nederlands. N’Djuka gaat dus naadloos over in Nederlands. Saamakatöngö niet. Saamakatöngö is niet voortgekomen uit een plantagedialect en heeft een heel andere structuur. Talen met verschillende structuren mengen niet. Zoals Duits en Nederlands. Wie van Haarlem naar Hannover reist, hoort onderweg het Nederlands wel geleidelijk overgaat in Twents, maar dan ineens is er een grens: Het Twents gaat niet over in het Nedersaksische dialect. Nederlands en Duits mengen niet; ze lijken wel erg veel op elkaar, maar hebben een andere structuur. Vergelijk het met verf, terpentine en water: terpentine lijkt wel wat op water maar ze mengen niet. Verf en terpentine mengen wel maar verf met water geeft drab. Het Steenkolenduits is geen mengtaal maar drab: ‘Wort für Wort ferngesprochen’, een Duitser zou zeggen ‘woordmatig overgezet’. Er bestond vroeger geen Steenkolenversie van het Saamakatöngö, maar nu spreekt Maku het: Stonkorutakitaki. En het klinkt afschuwelijk.
Waar maak ik me druk om? Taal leeft, ontwikkelt zich en iedere vernieuwing kan een verrijking zijn. Kan. Zoals een scheutje terpentine de verf soepeler maakt. Maar drab is drab – geen verrijking. Neem die opmerking van Maku: ‘A vorige regering bën dë fout bezig’. In het Saamakatöngö betekent dë wel ‘zijn’, maar in de betekenis van ‘zich bevinden’. Saamakatöngö is daarin preciezer dan het Nederlands, en ook voor ‘fout bezig’ kent het Saamakatöngö uitdrukkingen die beeldender zijn. Het Stonkorutakitaki van Maku neemt juist datgene over waar het Nederlands zwak in is. Ik snap heus wel wat Maku wil zeggen: dat Suriname nu onder invloed is van winti, en daar hoort orakeltaal bij. De boodschap komt over, dus wat zeur ik dan nog? Het probleem is: slordig taalgebruik gaat vaak samen met slordig denkwerk, en er zou wel eens een oorzakelijk verband kunnen zijn.
Ik ben natuurlijk overgevoelig voor Steenkooltaal. Maku is wel van het dorp, maar hij is in Latour opgegroeid. Maku denkt in het Nederlands, vertaalt zijn gedachten daarna in het Saamakatöngö en dat is niet makkelijk. Ik weet er alles van, ik worstel met hetzelfde probleem. Daarom ben ik er zo alert op, ik probeer zo zuiver mogelijk Saamakatöngö te spreken. Maku niet. Hij wil gewoon zijn boodschap overbrengen, en dat is een nobel doel. Als er een boodschap is.
Ik mag geen Takitaki zeggen, want Takitaki is denigrerend. Ik moet Sranan zeggen: Surinaams. ‘Wans ope tata komopo’, niet ‘pe i pa kon fu’. Maar toen ik eens een acte in het Saamakatöngö wilde opstellen, mocht dat niet. Dat moest in het Nederlands. Een acte in een andere taal mag in Suriname niet, is niet rechtsgeldig. Zelfs een tweetalige acte mag niet. En een taal die niet rechtsgeldig is, kan toch geen nationale taal zijn. Het Surinaams is dus Nederlands en Sranan bestaat niet. Daarom noem ik het maar Nengre. En Takitaki is dat steenkolentaaltje van de negentiende-eeuwse zendelingen: ‘Efoe joe liebie boenoe joe zielie go na hemel’. Drab. Slordig geformuleerd, resultaat van slordig denkwerk: het onderscheid tussen de Christelijke ziel en de kra, de jeje en die eigentijdse winti wordt gewoon weggemoffeld onder dat drabbige woordje zielie. Het zal best zijn dat die zielie iets goeds is, en die winti ook. Maar neem dan even de moeite om me te vertellen waar je het precies over hebt. Anders zijn we fout bezig.
Takitaki is denigrerend, ik weet het. Excuses, Maku. Ik beloof niet meer te schrijven dat je Takitaki raaskalt, maar Nengre of Saamakatöngö spreekt. Mits je het mooie Saamakatöngö zo min mogelijk verstonkoroet. En er bij die Winnende Partij voor zorgt dat de talen van Suriname erkend worden als talen van Suriname.