Stroomuitval?
Er zal de komende jaren veel meer stroom nodig zijn, maar het is de vraag of de Energie Bedrijven Suriname NV (EBS) die kan leveren. Vooral omdat het staatsbedrijf aan handen en voeten gebonden is aan de politiek. Een belangrijk middel om de energievoorziening voor de toekomst te verzekeren zal een flinke prijsverhoging zijn, maar dat is onhaalbaar vlak voor de verkiezingen. Waarmee energiepolitiek verward wordt met inkomenspolitiek. Nog afgezien van het milieu, want Suriname heeft veel mogelijkheden voor duurzame energie.
Elektriciteit is de gewoonste zaak van de wereld. Maar wel een bijzondere, want diezelfde wereld loopt vast zonder stroom. Laten we er toch niet te moeilijk over doen, dus als we het natuurwonder vergeten, dan gaat de opwekking al 130 jaar vrij simpel met een grote dynamo, hier in Suriname aangedreven door een motor of schoepenrad. Daarna stroomt het (vandaar de naam) naar de klant door een draad, de één wat dikker dan de ander. Voor de juiste spanning hangt hier en daar een transformator, een metalen bak vol koperdraad. Veel meer is het niet. Er zijn natuurlijk moderne ontwikkelingen, maar zolang je geen vinger in een stopcontact steekt is elektriciteit niet schokkend te noemen.
Een haperende stroomlevering kan dus niet geweten worden aan de technische moeilijkheidsgraad. Ook niet in Suriname, waar geen gebrek is aan vakkundig personeel, waar de elektrotechnische opleidingen kwalitatief goed zijn, met voldoende studenten. En wat de beschikbaarheid van materialen betreft, ook daarover is geen twijfel mogelijk. Transformatoren, generatoren of kabels: alles is in overvloed op de wereldmarkt te koop. En mocht vakkennis voor innovaties ontbreken, dan is die tegen concurrerende tarieven in te huren.
Moeilijk hoeft het dus niet te zijn en zo is ook de laatste jaren de stroomvoorziening in Suriname sterk verbeterd, mede dankzij de EBS. Was er na de militaire staatsgreep te weinig geld, zodat de klant een transformator moest voorschieten (en alsnog jaren moest wachten), in de periode erna werd zoveel geld ongedekt bijgedrukt, dat je er niets meer mee kon kopen. Kortom, na jaren van stagnatie werkte de EBS een enorme achterstand weg, terwijl nog maar kort geleden complete stadswijken bij toerbeurt werden uitgeschakeld om de weinige stroom eerlijk te verdelen. Nu lijkt het redelijk op orde en wordt stroomuitval vooral veroorzaakt door vallende takken en omver gereden masten.
Stuwmeer
Toch is het de vraag of de EBS klaar is voor de toekomst, de behoefte aan elektriciteit zal immers enorm toenemen. Er is momenteel een grote inhaalvraag, nota bene terwijl veel huishoudens de aanschaf van elektrische apparaten nog moeten uitstellen omdat de hoofdzekering er anders uitknalt. Veel Surinamers denken dat het stuwmeer de oplossing zal bieden, maar dat is een ijdele hoop. Het meer is wel groot, maar erg ondiep en daardoor eigenlijk ongeschikt voor rivieren met een wisselende watertoevoer, zoals de Surinamerivier. Het stuwmeer bij Brokopondo levert gemiddeld 100 MegaWatt (MW) en dat is goed beschouwd weinig.
De nieuwe vestiging van supermarkt Choi in Paramaribo-Noord en de hotels Mariott en Royal Torarica, om drie recente bouwprojecten te noemen, gebruiken 2000 KVA, dat is al 2 MW. De jaarlijkse toename van het stroomgebruik wordt geschat op 10 procent, dus gerekend vanaf het huidige verbruik van 160 MW, moet elk half jaar een generator van 8 MW bijgeplaatst worden, die grote, bekend van de Saramaccastraat. Over alternatieven voor stroomopwekking wordt in Suriname zo vrijblijvend gesproken, dat het wel bij de ouderwetse generatoren zal blijven. Dus geen duurzame energie en geen bestrijding van het broeikaseffect. En het probleem wordt onderschat door een groot optimisme over de olievoorraden van Suriname.
Politiek
Het is daarnaast de vraag of de EBS als organisatie slagvaardig genoeg is om de exploderende vraag te kunnen bijbenen. De politiek bijvoorbeeld bemoeit zich met het bedrijf, zoals met het benoemen van merendeels ongeschikte commissarissen en met het opleggen van een onrendabel lage kilowattuurprijs. Doet lanti aan de ene kant teveel, aan de andere kant doet ze te weinig, zoals aan het bevorderen van duurzame energie, bijvoorbeeld door te variëren met invoerrechten. Elektrische boilers zwaar belasten en zonneboilers vrijstellen scheelt al gauw een generator.
De EBS opereert als een stereotiep staatsbedrijf en wordt als onderneming sterk gehinderd door politieke patronage, vooral vanuit de Nationale Partij Suriname (NPS). En wel via president-commissaris Oemar Chiragally, die feitelijk de touwtjes in handen heeft. Surinaamse topambtenaren weten hoe de hazen lopen en zij die het niet weten, zitten doorbetaald thuis. Al met al geen bevorderlijke situatie om de energieproblemen aan te pakken. De EBS heeft dus politieke wind tegen en daarmee een welkom excuus dat het vooral aan externe factoren ligt. Terwijl het bedrijf zelf veel zou kunnen doen, in het bijzonder aan de bestrijding van de uitgebreide corruptie en het verhelderen van de mistige tarievenstructuur.
Kaalgeplukt
De heer M. heeft een jaar op zijn aansluiting moeten wachten en is in die tijd kaalgeplukt door de monopolist EBS. M. is een ambitieus ondernemer met een populair restaurant, dicht tegen het centrum van Paramaribo. Men kan daar voortreffelijk eten, iedereen kent zijn bedrijf. Naast zijn terras heeft hij een hotel met zestien kamers laten bouwen, een mooi ontwerp, kostbaar (investering van 350.000 euro) maar goed doordacht. “Ik heb veel contacten, daardoor krijg ik de kamers met gemak vol en de hotelgasten komen steeds bij mij eten, slim idee toch?”
Voor het begin van de bouw nam hij een door de EBS geregistreerde elektricien in de arm. Maar er zijn zo weinig van, dat deze bevoorrechte vaklieden opdrachten doorschuiven naar gewone elektriciens. Zelf hoeven ze niets anders te doen dan formulieren stempelen. Bij de onderaannemer ging het vervolgens mis, want hij diende niets in bij de EBS, uit eigen belang, om gaandeweg de bouw de tekening te kunnen veranderen. Daarmee was het eerste halve jaar verloren. Want toen het hotel klaar was, moest de procedure bij de EBS nog beginnen.
De EBS zal ongetwijfeld beweren hier niets aan te kunnen doen, omdat het een zaak is van zelfstandige elektriciens. Deze verdediging zou echter niet helpen, omdat het registreren van elektriciens uit eigen koker komt, waardoor bij wanprestatie de erkenning te schrappen is. En als er te weinig geregistreerde elektriciens zijn, dan zou de EBS meer kunnen erkennen, want er zijn elektriciens genoeg in Suriname.
De houding van de EBS zou hier veel klantvriendelijker kunnen, door in dit geval de elektricien een waarschuwing te geven en de aanvraag van M. voorrang te verlenen. Waarom zou hij schade moeten lijden door een falend systeem bij de EBS? Maar het loopt anders, want elke dinsdagochtend, op andere werkdagen kan het niet, staat M. uren bij de EBS in de rij om alle hordes te nemen. Eerst de afdeling Keuring, dan de afdeling BVLS, vervolgens de afdeling Calculatie. Hij ziet daar zijn factuur liggen, met specificaties en al, maar hij krijgt hem niet mee. Dat doen ze nooit, de factuur is voor intern gebruik, maar op een apart briefje staan de bedragen die gestort moeten worden. Een wonderlijke procedure, waarmee de vraag gesteld kan worden of bij de EBS soms creatief wordt geboekt. Bestaat naast de echte boekhouding een tweede schaduwboekhouding?
De volgende horde is de afdeling Uitvoering, om uiteindelijk de Meterkamer te bereiken. De afdeling Calculatie berekende 6.185 USdollar, 3.070 srd en 1.495 srd. Voor Surinamers geen geringe bedragen, maar dat kwam omdat een deel voor de benodigde transformator was, zo beweerde de EBS, hoewel die twaalf jaar geleden al door M. betaald was en boven de straat hing. Dat waren ze bij de EBS gemakshalve vergeten. Het lijkt er op dat al die jaren andere aanvragers uit dezelfde straat M’s trafo moesten betalen. Maar goed, op aandringen van M wordt de rekening met duizend USdollar verlaagd (kosten trafo’s zo weinig? Er doen hogere bedragen de ronde).
In de EBS-calculatie is ook de ondergrondse kabel opgenomen en dat bedrag werd door M. betaald. Dit werk wordt door de EBS uitbesteed aan UCC, maar die hebben het zogenaamd te druk, zodat ze niets kunnen doen zonder bijbetaling van 1.600 USdollar. Een hoog bedrag voor twintig meter ondergrondse kabel. Dus M. is eerst kaalgeplukt en vervolgens door een onderaannemer een poot uitgedraaid.
Smeergeld
Het nieuwe hotel heeft door dit gedoe een jaar lang leeg gestaan en is uiteindelijk aangesloten voor opgeteld 20.000 srd. Dit is het officiële bedrag, maar dan heb je nog niets, alleen de aansluiting. Afgezien van de vernederende behandeling, moet bovendien bij vrijwel elke afdeling van de EBS smeergeld betaald worden. Bij Keuring 200 srd, bij BVLS 500 srd en bij Calculatie 1.000 srd. Men vroeg meer, maar omdat M. zijn zenuwen kan beheersen, wist hij af te dingen. Hier gedraagt de EBS zich als een criminele organisatie, gericht op het afpersen van een weerloze klantenkring, terwijl op hun website zo mooi staat: ‘De EBS gaat verder met de uitbreiding van haar activiteiten, in de stellige overtuiging hiermede land en volk van Suriname te dienen en mede te helpen aan de opbouw van het land’.
Het is bijzonder dat corruptie bij de EBS zo openlijk gebeurt, met een transparantie die verder gemist wordt. Klanten hoeven niet als pantomimespelers een bankbiljet tussen de aanvraag te steken, nee, bij de EBS onderhandelt men over smeergeld alsof het een normale transactie is. Dat kan niets anders betekenen dan dat de opbrengsten verdeeld worden en dat het een standaardprocedure is. Niet verplicht, maar doe je niet mee dan moet je lang op elektriciteit wachten.
De vraag of de top van de EBS meedoet, is moeilijker te beantwoorden. Het ligt op een ander en meer geheim niveau. Misschien komt het minder voor, maar dan zal het om hogere bedragen gaan. Hoe verloopt bijvoorbeeld de inschrijving bij de aankoop van generatoren en hoogspanningslijnen? Dat er ingeschreven moet worden klinkt goed, maar ook hierbij kan veel mis gaan. In de top gaat het trouwens niet altijd om geld, maar ook om ruilhandel, als vrienden onder elkaar. Regel een topbaan voor mijn zoon, dan versnel ik de aanvraag. Sleep mijn hoge offerte erdoor, dan heb ik een perceel beschikbaar. Dat soort dingen.
Het inkoopbeleid van de EBS lijkt niet handig; zie de simpele website, waarvoor naar verluidt 102.000 USdollar betaald is aan websitebouwer DSTN, gevestigd aan de Kwattaweg. Het is een wonderlijke kwestie, omdat 5.000 USdollar een juister bedrag zou zijn. Hier lijkt de EBS behoorlijk de mist in te zijn gegaan. Of het is een besmette deal met ingewikkelde geldstromen.
Het benoemen van vriendjes en familieleden in topfuncties gebeurt zoveel in Suriname, dat het de belangrijkste reden is voor talenten uit lagere milieus het land te verlaten. De technisch directeur van de EBS lijkt een uitzondering op de regel. Opgeleid tot ingenieur in Delft, in de tachtiger jaren terug gekomen naar Suriname, wat vrij bijzonder is en in dertig jaar gestaag opgeklommen in de organisatie. Een paar jaar geleden kreeg hij de directeursfunctie aangeboden, maar slechts als waarnemer (vermoedelijk om de baan te reserveren voor een politiek vriendje), maar dat weigerde hij. “Ik ben directeur of ik ben het niet!” Zo iemand dus. Hij zit achter in een kolossale kamer en bij elke stap naar zijn bureau lijkt hij groter en belangrijker te worden: ir. FredWatson, de technische baas van de EBS.
Rapport
Watson laat het jongste KEMA-rapport zien over de groeiende vraag naar elektriciteit in Suriname en wijst vooral naar de tabellen waar de EBS vergeleken wordt met de andere landen van de Caricom. Begrijpelijk, want zo slecht doet de EBS het niet. Het rapport is gemaakt in opdracht van minister Gregory Rusland van Natuurlijke Hulpbronnen. Het bevat voor de oude rot Watson weinig nieuws. De vraag gaat enorm stijgen en het stuwmeer wordt steeds minder belangrijk. Een extra toevoer vanuit de Tapanahony zal kostbaar zijn en niet veel helpen. Ook een tweede stuwmeer in West-Suriname zal ondiep zijn en de aanleg wordt duur, omdat rekening gehouden moet worden met het milieu en de lokale bevolking. Allemaal bekende kost voor Watson en de zijnen.
De problemen van de restauranthouder M. met de erkende elektricien schuift Watson, zoals verwacht, met gemak van zijn bordje. Elke opdrachtgever moet de elektricien in de gaten houden en voortgangsrapportages vragen. En dat geloop naar de EBS is niet nodig en zelfs storend, want dat kan de elektricien beter doen. Een verwarrende boodschap. Je moet dus assertief zijn en alles controleren, maar niet bij de EBS zelf.
En dat het meebetalen aan transformatoren niet transparant zou zijn? Watson klapt zijn laptop open en laat de aansluitingen van 2009 zien. In de tabel is een extra kolom waar af en toe een transformator staat aangevinkt. Zo transparant als wat dus, mensen kunnen dat gewoon zien, waarmee Watson nieuwe klanten lijkt uit te nodigen hem op te zoeken. Het is een vriendelijk aanbod, maar behalve mensen uit de hogere kringen gaat natuurlijk niemand Watson opzoeken om te controleren hoeveel stroom een straat gebruikt. Of om op al die andere vragen antwoord te krijgen, zoals hoe lang de straat eigenlijk is, of zijstraten worden meegeteld, of dat een latere aanvrager meelift op jouw transformator.
Het lijkt er op dat de EBS zich in allerlei bochten moet wringen om aan geld te komen. De stijgende vraag naar stroom onderstreept Watson zonder enige twijfel en hij heeft nog een interessant extra argument. In de aanloop naar de verkiezingen gaan Surinamers al hun geld uitgeven. Alles beter dan het op de bank te zetten, want gaat lanti straks weer geld bijdrukken?
Beginnersfouten
De meer traditionele wijze van stroomopwekking biedt Suriname eigenlijk een voordeel, omdat de Wet van de Remmende Voorsprong niet geldt. Andere landen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in alternatieve energieopwekking, waar wij ons voordeel mee kunnen doen. De rendementen zijn gestegen en hele productielijnen zijn opgezet, waardoor de prijzen zijn gedaald. Suriname kan daardoor beginnersfouten vermijden en meteen een fase verderop inspringen.
En dan blijkt dat het om enorme elektrische vermogens gaat, zeker voor Surinaamse begrippen. De geplande windenergie langs de Nederlandse kust zal in het jaar 2020 alleen al buitengaats 6000 MW aan piekvermogen opbrengen, dat zijn zestig Surinaamse stuwmeren. De windenergiecapaciteit in heel Europa is momenteel 40.500 MW. Voor landen met veel zonneschijn bestaat bovendien een betrouwbare technologie voor thermische zonne-energie, waarmee met spiegels de zonnestralen worden gebundeld en met die hoge temperatuur wordt vervolgens stroom opgewekt. In Californië draaien dergelijke centrales met een gezamenlijk piekvermogen van 350 MW al een jaar of dertig naar volle tevredenheid. Voor de Sahara bestaan plannen voor thermische zonnecentrales met een totaal vermogen van 100.000 MW voor energielevering aan Europa.
In plaats van steeds meer dieselgeneratoren op te stellen, zou Suriname die kant op moeten gaan. Het stuwmeer speelt dan de rol als buffer, waarvoor ze tegenwoordig vooral gebouwd worden, namelijk om pieken op te vangen. Niets gemakkelijker dan een waterbuis in de stuwdam open te draaien. Financiering van zonne- en windenergie in Suriname kan vermoedelijk verstrekt worden door landen die CO₂-emissierechten moeten kopen. Maar wie gaat dit regelen? Watson zou het kunnen, maar is vleugellam door een overheid die energiepolitiek verward met inkomenspolitiek. De overheid houdt de tarieven bewust laag om de gemeenschap niet onnodig te belasten, aldus minister Rusland. Maar intussen moet wel de steeds duurdere brandstofrekening worden voldaan. De huidige stroomprijzen zijn zo laag dat men airco’s onnodig laat draaien. Energietips hebben geen zin als de prijs zo laag blijft. De EBS heeft op haar website trouwens slechts één energietip, namelijk dat men af en toe naar de stroommeter moet kijken.
Beleid
Er is geen energiebeleid in Suriname, zoals er geen beleid is rond corruptie. In 2001 beloofde president Ronald Venetiaan al een anti-corruptiewet, maar die is er nog steeds niet. Plannen voor die wet zijn trouwens verwarrend, want de boodschap lijkt dat corruptie nu toegestaan is. Venetiaan is al zo lang in het centrum van de macht en via de NPS feitelijk de bewindvoerder van de EBS, dat Suriname geen nieuw beleid hoeft te verwachten. President-commissaris Chiragally is een actieve projectontwikkelaar en zal zelf niet zonder stroom komen te zitten. Bijvoorbeeld City Village langs de Ringweg, waar ook zijn partijgenoot president Venetiaan belangen heeft; dat werd binnen korte tijd, inclusief de Ringweg, op het elektriciteitsnet aangesloten.
Het wordt dus bijzetten van dieselgeneratoren, elk jaar minstens twee. Het is zeer de vraag of dat lukt, zo niet dan zal stroomuitval aan de orde van de dag zijn. Alleen dat vooruitzicht al brengt schade toe aan de Surinaamse economie, nog afgezien van de behandeling die ondernemers bij de EBS moeten ondergaan. Alle goede initiatieven, zoals snelle loketten bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF), cursussen bij het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM) en de begeleiding door IntEnt, worden teniet gedaan. Maar de fundamentele vraag is of Surinaamse politici het eigen volk niet onderschatten. Surinamers zoet houden met lage stroomprijzen is een elitaire gedachtegang. Alsof ze niet zouden kunnen begrijpen dat het energieprobleem bij de kern moet worden aangepakt.