Surilines: Europese huurprijzen drijven woningnood op
Suriname kampt met een grote woningnood. Er wordt veel te weinig gebouwd, terwijl de vraag naar woningen blijft stijgen. Wie wel nog een huis vindt om te huren, moet daarvoor honderden euro’s op tafel leggen. Aan het eind van de maand blijft nauwelijks iets over om van te leven.
Tekst Zoë Deceuninck en Miriam van Coblijn
In de ochtend van 19 januari 2024 worden we wakker van een sirene. Op de hoek van onze straat, waar de betegelde weg overgaat in een zandweg, staat het grote hoekhuis in brand. Een metershoge, dikzwarte wolk pakt zich samen boven het zinkplaten dak. Oranje vlammen likken langs de open luikjes naar buiten. Het is een afschuwelijk gezicht.
Terwijl de brandweer de vlammen trotseert, brengen de bewoners van het hoekhuis zichzelf in veiligheid. Kinderen zonder T-shirt en schoenen lopen met verdwaasde blikken over straat. Ondertussen maken hun buurtvriendjes zich klaar om naar school te gaan.
Uit de media vernemen we de volgende dag dat er maar liefst 25 mensen in het hoekhuis woonden – allemaal familie van elkaar. De brand maakt hen dakloos, maar de familie heeft nergens om te gaan.
Daags nadat de vlammen zijn geblust, wappert alweer een rood-wit gestreept gordijn door de open luikjes van het huis. Een deel van de familie heeft opnieuw haar intrek in het huis genomen, tussen de kolen en verbrande herinneringen, en tegen het advies van de brandweer en politie. Een alternatief hebben ze niet.
Woningcrisis
Suriname kampt al jaren met een woningcrisis. In 2024 is er een tekort aan ruim vijfduizend woningen, aldus projecties van het Planbureau Suriname. “Mensen leven noodgedwongen bij elkaar omdat ze nergens terecht kunnen. Dat zorgt voor heel veel irritatie en familieruzies”, zegt socioloog Kirtie Algoe. “Vroeger, in de generatie van mijn ouders en grootouders, was het normaal dat families met elkaar samenwoonden. Het was onderdeel van de cultuur en paste in de samenleving van die tijd. Kinderen en kleinkinderen blijven bij de (groot)ouders wonen, zorgen voor de ouderen en erven automatisch ook de woning. Maar tijden zijn veranderd. De Surinaamse maatschappij individualiseert. Generaties willen niet langer onder één dak wonen. Hierdoor stijgt de vraag naar aparte woningen, vooral in en rondom Paramaribo”, zegt Algoe.
Dennis Chotkoe woont met zijn vrouw en haar twee jongere broers (zes en acht jaar) in een woning in Magenta, een rustige wijk op vijftien kilometer van Paramaribo. Chotkoe is bouwvakker van beroep en de enige broodwinner in huis. Maandelijks betaalt hij 200 US-dollar aan huur, meer dan de helft van zijn salaris (omgerekend zo’n 370 US-dollar). Op zaterdag en zondag klust hij bij, anders lukt het hem niet om ook nog de vaste lasten en levensmiddelen te betalen.
Ondanks het bijklussen is het Chotkoe – die niet op de foto wilde – de afgelopen twee maanden niet gelukt om de huur op tijd te betalen. Dat zorgt voor frustratie in huis, vertelt hij. “In het begin van mijn relatie hadden mijn partner en ik niet veel ruzie, maar nu lijkt het alsof de kleinste opmerkingen voor spanning zorgen”, zegt hij. “Vroeger was ik vrolijk en kon ik met de jongere broers van mijn vrouw spelen. Nu zit ik de hele dag te denken aan manieren om meer geld te maken.”
Deze maand heeft zijn huurbaas, die in Nederland woont, gevraagd of Chotkoe de huur voor twee maanden kan betalen. “Hij heeft ook zijn geld nodig”, zucht de bouwvakker. Hoe hij het gaat klaarspelen, weet hij nog niet. “Je komt gewoon niet meer uit in dit land. Het zorgt voor stress, de meeste mensen in dit land zitten ook vol stress.”
Nattevingerwerk
Er zijn vele factoren die van invloed zijn op huur- en vastgoedprijzen, zoals de ligging, omgeving, staat van de woning, oppervlakte van het perceel, et cetera. Maar in Suriname ontbreken richtlijnen en criteria waaraan een taxatie moet voldoen.
Uit onderzoek van de Surinaamse Raksha Algoe (geen familie van, red.) blijkt dat de prijzen vaak hoger liggen dan de waarde van de woning. ‘Taxaties zijn nattevingerwerk’, schrijft Algoe in haar onderzoek naar de waarde van vastgoed in en rondom Paramaribo. ‘Dat is terug te zien aan de fluctuerende prijzen bij aanbiedingen van het vastgoed door verschillende bedrijven’.
Chotkoe moet zijn huishuur in US-dollar betalen, terwijl hij zelf alleen maar SRD verdient – een munt die zo’n 31 keer minder waard is dan de US-dollar. Hij is daarop geen uitzondering. Al sinds de economische recessie in de jaren 90 worden de meeste huurprijzen in Suriname uitgedrukt in US-dollar of euro, twee valuta die – in tegenstelling tot SRD – wel waardevast zijn.
“De Surinaamse economie is niet stabiel”, legt ontwikkelingseconoom Sherida Mormon uit. “Morgen kan de SRD plotseling in waarde dalen. Wanneer mensen iets verhuren of verkopen, willen ze er zeker van zijn dat de waarde hetzelfde blijft, en dus vragen ze dollar of euro. Het is een voorzorgsmaatregel.”
Een voorzorgsmaatregel die overigens niet alleen op de huizenmarkt wordt toegepast, maar ook bij de verkoop van auto’s en andere goederen en diensten in Suriname. “Het is een gewoonte geworden. En zolang de economie niet stabiel is, zal het zo blijven”, zegt Mormon.
Mismatch
“De Surinaamse overheid heeft geen structureel beleid ontwikkeld ten aanzien van de woningmarkt”, zegt Indradj Sital, makelaar van Sital Real Estate. “Dat heeft tot scheefgroei in de markt geleid.” Veel gezinnen in Suriname die op zoek zijn naar betaalbare huurwoningen komen van een koude kermis thuis, weet Sital, die kantoor houdt in Suriname en Nederland. “In Suriname is er vraag naar meerdere woningtypen, van eenvoudige appartementen tot luxe accommodaties. Maar er is een mismatch tussen prijs en kwaliteit”, zegt hij.
De Surinaamse diaspora bouwt of koopt vaak een huis in Suriname als investering voor hun kinderen, of voor later wanneer ze gepensioneerd zijn, vervolgt de makelaar. “In de tussentijd verhuren ze het.” In België en Nederland bedient Sital zo ‘een paar honderd’ klanten. De huurprijzen beginnen vanaf 350 euro per maand. “Voor commerciële gebouwen is het 200 euro per week.” Dat stuwt de prijzen van de woningmarkt in Suriname, waar het gemiddelde maandloon zo’n 250 euro bedraagt, de lucht in.
“Verhuurders zijn zich tot op zekere hoogte bewust van de woningcrisis in Suriname, maar hebben vaak een gekleurde kijk op de situatie”, zegt Sital. “Over het algemeen erkennen zij hun rol in de crisis niet. Winst is leidend. En men vergeet dat Suriname geen sociaal vangnet heeft.”
De Surinaamse diaspora in Nederland speelt een rol in de prijsbepaling op de huizenmarkt in Suriname, maar dat is niet de grootste oorzaak, relativeert ontwikkelingseconoom Mormon. “Mensen die hebben geïnvesteerd vanuit Nederland willen hun geld ook weer terugverdienen. Als er geen vertrouwen is in de SRD, willen ze het geld besteden in Nederland, waar ze wonen.”
Structureel tekort
Het Planbureau Suriname spreekt van ‘een structureel tekort aan betaalbare woningen’ in Suriname als gevolg van dalende inkomens van gezinnen, toenemende urbanisatie in en rondom Paramaribo en een ‘enorme stijging’ van de grondprijzen, bouwkosten en huurprijzen.
De afgelopen jaren zijn de bouwactiviteiten van zowel de overheid als particulieren in Suriname verminderd. Het totaal uitstaande krediet van de Surinaamse banken voor woningbouw daalde tussen 2010 en 2020 van 17 procent naar 11 procent. Ondertussen groeide de bevolking in diezelfde periode met twaalf procent.
De 38-jarige Razia*, een alleenstaande moeder, verhuisde vorige maand met haar zoon (20) naar een tweeslaapkamerwoning, goed voor 175 euro per maand. Razia werkt als secretaresse bij een advocatenbureau in de hoofdstad Paramaribo. Na het betalen van de huur en vaste lasten houdt ze nog geen tachtig euro over om van te leven.
“Mijn woonsituatie zorgt voor stress, omdat ik financieel niet zo sterk ben”, zegt Razia. Ze droomt van een eigen woning, maar acht de kans daarop heel klein. “Ik probeerde een hypotheek aan te vragen, maar voor alleenstaande moeders zijn er niet veel mogelijkheden. Bij de banken konden ze mij niet helpen met mijn inkomen.” Bij het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting heeft Razia al drie keer een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor een sociale woning, zonder resultaat.
Sociale woningbouw
Opeenvolgende regeringen in Suriname proberen de woningcrisis aan te pakken met sociale woningbouwprojecten. Maar in de praktijk komt maar bitter weinig daarvan terecht. Van de vier woningbouwprogramma’s die tussen 2010 en 2020 werden ingesteld, is nog geen 13 procent gerealiseerd, blijkt uit data van het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2022-2026.
Volgens datzelfde plan, dat is goedgekeurd door het huidige parlement, moeten er elk jaar vijfhonderd sociale woningen gebouwd worden om de groeiende woningnood op te vangen. Maar ook deze doelstelling wordt niet gehaald.
Momenteel heeft de regering drie sociale woningbouwprojecten lopen. Het Affordable Housing Project, goed voor vierduizend woningen gefinancierd door de Islamitische Ontwikkelingsbank, het Social Housing Project – 350 woningen gefinancierd door China – en het Landelijke Woningbouwprogramma van de regering, op papier goed voor nog eens 4600 ‘woonoplossingen’. Van deze projecten is al ‘een aanzienlijk aantal woningen opgeleverd’, meldt de Communicatie Dienst Suriname. Van het Affordable Housing Project is 40 procent gerealiseerd, terwijl van de overige projecten geen concrete cijfers beschikbaar zijn. Ook is er geen overzicht van het totaal aantal percelen en woningen dat al door de overheid is uitgegeven in de verschillende wijken en wie daadwerkelijk van plan is om te gaan bouwen of wonen.
Politici zijn grootgrondbezitters
In de praktijk blijkt namelijk dat deze lang niet altijd in handen komen van zij die ze het meest nodig hebben. In het beruchte Sabaku Village, een wijk in Paramaribo-Noord, werden politici en parlementariërs van de coalitie zelf eigenaar van meerdere percelen die bestemd waren voor de ‘sociaal-zwakkeren’. Ook in een ander sociaal verkavelingsproject in Paramaribo-Noord rommelt het van aantijgingen van corruptie, waarbij ook de naam van president Santokhi zelf wordt genoemd. De zaak wordt momenteel onderzocht door het Openbaar Ministerie.
Pertap Bissumbhar, adviseur van president Santokhi en lid van de Stuurgroep Landelijk Woningbouwprogramma, stelde recentelijk tegenover ABC Radio dat ‘de voornaamste grootgrondbezitters’ de politici zelf zijn, die ‘via stichtingen en bedrijven’ enorme lappen grond bezitten. Volgens Bissumbhar zijn er in Paramaribo en Wanica, de twee dichtstbevolkte districten van Suriname, geen gronden meer beschikbaar voor verkaveling van sociale woningbouwprojecten.
Vooral jonge mensen zitten met de handen in het haar, stelt socioloog Algoe. “Als je zo op elkaar zit, geen uitweg hebt en niet meer weet of je een eigen bestaan zal kunnen opbouwen, verliezen jonge mensen toekomstperspectief.” De socioloog verwijst naar het hoge aantal depressieve jongeren in Suriname, waarvan 36 procent weleens gedacht heeft aan suïcide.
De meest voorkomende redenen zijn stress en depressie, school en studieproblemen, onzekerheid over hun uiterlijk, eenzaamheid en problemen binnen het gezin. “Hoewel er geen onderzoek naar is gedaan, sluit ik ook de problemen met het vinden van een woning niet uit bij het begrijpen van de geestelijke gezondheidsproblemen”, zegt Algoe.
Olie, gas en vuur
Volgens ontwikkelingseconoom Mormon zal de druk op de woningmarkt de komende jaren alleen maar groter worden, aangezien er recentelijk voor de kust van Suriname grote olie- en gasreserves zijn ontdekt. Die enorme industrie komt met een influx aan expats, voor wie het wel mogelijk is om maandelijks honderden dollars of euro’s op tafel te leggen voor een huurhuis.
“Men gaat alleen maar willen verhuren voor expats, want daar valt veel geld mee te verdienen”, zegt Mormon. Zij ziet nu al appartementencomplexen verrijzen die alleen maar gefocust zijn op wat er straks gaat komen. “De gewone Surinamer wordt daarbij niet in acht genomen. Het is cruciaal dat we dat snel beginnen te doen”, waarschuwt de econoom.
Inmiddels is de familie van het verbrande hoekhuis in onze straat verdwenen. Het gebouw werd door een bulldozer met de grond gelijkgemaakt. De familie pakte in wat nog restte van hun leven en verhuisde. Naar waar, weten we niet.
*Razia wilde alleen op basis van anonimiteit spreken. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Deze publicatie kwam tot stand met medewerking van Vanessa Koster en met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Dit artikel is verschenen in het augustus/september-dubbelnummer van Parbode, nu in de winkel
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren