Surinaamse goulash
Oorsprong
Goulash is van oorsprong helemaal niet Surinaams, maar zoals wel vaker weten we ‘vreemde’ gerechten altijd een typisch eigen smaak te geven. Eigenlijk is het de Hongaarse nationale schotel, die meer lijkt op soep dan op een stevige maaltijd. Maar in de loop der eeuwen zijn er tal van varianten ontstaan, waarbij elk volk er een eigen slinger aan heeft gegeven. Vaak zijn het sterk ingedikte varianten, die nauwelijks nog doen denken aan de Hongaarse soep. En ze worden ook niet meer bereid in een grote ketel die boven houtvuur hangt, zoals van oudsher gebruikelijk was. De bereiding vergt veel tijd, maar dan heb je ook een stevig maal. Het rundvlees kunt u desgewenst vervangen door kip, varken en zelfs door vis.
Benodigdheden
1 kg mager rundvlees
300 gram uien
1 rode paprika
2 rode pepers
200 gram aardappels
2 bosjes prei
2 tomaten
2 laurierbladeren
125 gram margarine
Paprikapoeder
Zout naar smaak
3 bouillonblokjes
1 blikje tomatenpasta
100 ml volle yoghurt
Bereidingswijze
Snijd het vlees in kleine stukjes en wrijf het in met een beetje paprikapoeder en zout naar smaak. Snijd de uien in ringen. Verhit de margarine in een grote braadpan en bak daarin de uiringen lichtbruin. Het vlees toevoegen en laten dichtschroeien. Snijd de paprika in kleine stukjes (zaadjes verwijderen) en voeg deze toe. Maak ondertussen anderhalve liter bouillon en giet dit bij het vleesmengsel. Laat het gedurende 45 minuten met de deksel erop (niet volledig sluiten) koken. Vervolgens de hele (niet gesneden) pepers, in blokjes gesneden aardappels (ongekookt), gesneden prei en tomaten en de laurierbladeren toevoegen. Een uur op zacht vuur laten sudderen. Daarna de tomatenpasta toevoegen en nogmaals een half uur zachtjes doorkoken. Tot slot het vuur uitmaken en de yoghurt toevoegen. Goed roeren en gedurende vijf minuten laten staan. Serveren met rijst.