Surinaamse school: Soeki Irodikromo, de Ovidius van de Surinaamse School – Parbode Sneak Peek
Zijn ogen beginnen te fonkelen zodra hij begint te vertellen over zijn oom, die ‘dhalang’ (poppenspeler van het wajangspel) was. Zijn woorden worden gedragen door een immense bewondering en er is iets van teleurstelling in zijn toon te proeven. Zou Soeki Irodikromo misschien liever dhalang zijn geworden in plaats van kunstschilder?
Door Bart Krieger
Ik besluit hem deze vraag niet te stellen in het interview dat we met hem hebben op het terras voor zijn huis in Paramaribo. In plaats daarvan vraag ik hem hoe hij zijn weg naar de tekenlessen van Nola Hatterman heeft gevonden. Want hoe krijgt een Javaans jongetje van veertien jaar, afkomstig uit een gezin van vijftien kinderen, het voor elkaar om te ‘ontsnappen’ naar de stad, vanuit de voormalige plantage Rust en Werk (Commewijne) waar hij is geboren en opgegroeid?
“Als oudste kind van het gezin heb ik me altijd verantwoordelijk gevoeld voor de veiligheid van mijn broers en zusters”, zegt Soeki. “Ik wilde een goed voorbeeld voor ze zijn.” Ook op school kreeg Soeki een voorbeeldfunctie toen zijn leraar, meneer Rozenboom, zijn beeldende talenten ontdekte. Soeki mocht dan tekenen op het schoolbord en de klas tekende het na. Het was deze zelfde leraar die zijn familie tipte om het tekentalent van Soeki te koesteren en te ontwikkelen. Via Soeki’s oom in Paramaribo werd Nola Hatterman getipt over het wonderkind. Nola heeft in eigen persoon Soeki van de plantage opgehaald en de rest is geschiedenis.
Na vijf jaar tekenles gevolgd te hebben bij Nola (CCS avondopleiding) was het tijd om een voltijds kunstopleiding te volgen in Nederland. Soeki koos voor Rotterdam en hij voelde zich als een vis in het water. Na zijn studie tekenen en schilderen, mocht hij op eigen verzoek er nog een jaar aanplakken om zich te verdiepen in modelleren in klei en keramiek. Soeki had zoveel artistieke wind in de zeilen dat hij in 1971 als een van de drie studenten werd uitgenodigd om Nederland te vertegenwoordigen op de expositie ‘Grand Concours International de Peinture’ in Luxemburg. Soeki ervoer het als een groot voorrecht om zijn energieke, expressionistische werk met een vrij explosief koloriet te zien hangen naast dat van zijn helden zoals: Lucebert, De Kooning, Appel en Corneille. Bij terugkomst in Suriname was Nola Hatterman ‘not amused’ toen ze zag dat Soeki de weg naar abstractie had gevonden. “Voor Nola Hatterman was het realistisch schilderen het hoogst haalbare in de kunst”, zegt Soeki, “en wat ik jammer vind is dat door dit artistieke meningsverschil onze relatie een bepaalde ongemakkelijkheid kreeg.” Andere leerlingen die voor abstractie kozen, was overigens eenzelfde lot beschoren.
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode