Suriname heeft meer te bieden
The Back Lot organiseert van 11 tot en met 21 juni weer een speelfilmfestival in Theater Thalia. Maar de ambities van de filmorganisatie reiken verder. Zo is The Back Lot vurig voorstander van een beroepsgerichte opleiding voor de audiovisuele sector. “Want Suriname heeft méér te bieden dan de meeste andere landen in de regio”, denkt directeur Eddy Wijngaarde. “En dat moet je uitbouwen.”
Wie ‘The Back Lot’ hoort, denkt al snel aan de halfjaarlijkse filmfestivals. Maar de activiteiten van de stichting zijn breder, zoals het produceren van televisieprogramma’s (waaronder het 10 Minuten Jeugd Journaal en Krutu) en verschillende promotiefilms. Back Lot-directeur Eddy Wijngaarde heeft contacten in de meest uiteenlopende terreinen van de audiovisuele media: speelfilms, commercials, televisieprogramma’s en opdrachtfilms.
“Er is heel veel talent in Suriname”, zegt hij. “Vooral op het creatieve vlak. Toch zou het goed zijn om de kwaliteit in de audiovisuele sector te verbeteren. Een reguliere opleiding kan de kwaliteitsverbetering betekenen die nodig is voor de continuïteit.”
Een beter functionerende sector is volgens Wijngaarde noodzakelijk om de concurrentie met buitenlandse producties aan te kunnen. “Producenten van films kunnen nu kiezen uit verschillende locaties, zoals Costa Rica, Brazilië en Colombia. Het is belangrijk dat Suriname ook hoogwaardige diensten kan aanbieden.”
Eind maart was Sjoerd Wanrooij, directeur Buitenlandse Betrekkingen van het Grafisch Lyceum Rotterdam daarom op initiatief van The Back Lot in Suriname. De bedoeling was om te bekijken wat de mogelijkheden zijn voor het helpen opzetten van een opleiding Beeld & Geluid. “Wij vinden het vooral heel leuk om jonge mensen te motiveren, ze in de gelegenheid te stellen zich te ontwikkelen”, vertelt Wanrooij enthousiast. Hij is een echte Rotterdammer, die letterlijk met opgestroopte mouwen door Suriname loopt om te kijken wat hij kan doen. Hij heeft bezoeken gebracht aan onder meer Apintie Televisie, en een ochtendje meegelopen met het Jeugdjournaal. “Als ik zie wat hier met beperkte middelen gebeurt, dan denk ik: dat móet verder ontwikkeld worden!”
Basis
Dat zou hij het liefst zelf doen. Maar in ieder geval kijkt Wanrooij wat zijn werkgever kan betekenen voor Suriname. “Het Grafisch Lyceum is erg bezig met internationalisering”, legt hij uit. “Het is goed om te weten wat er in het buitenland speelt. In het ene land kan dat een veel verder ontwikkelde techniek zijn, in een land als Suriname is dat meer ‘back to basic’. Als je je ver hebt ontwikkeld, wil je de basis nog wel eens uit het oog verliezen. Het is voor ons bijvoorbeeld goed om te zien dat hier met de helft van de apparatuur die wij op het Lyceum hebben, televisie gemaakt wordt voor heel Suriname. Een mogelijke samenwerking is een win-win situatie. Voor ons is het heel goed om te zien hoe je met relatief beperkte middelen het maximale eruit kunt halen. En wij hebben weer heel veel deskundigheid in huis.”
Het Grafisch Lyceum Rotterdam (GLR) is misschien wel dé vakopleiding in Nederland op het gebied van media, technologie en design, met als belangrijkste tak grafische en multimedia vormgeving. Het GLR is in de ruime regio van België en Luxemburg het grootste en meest vernieuwende media-instituut. De docenten zitten allemaal ‘in het vak’; bij de media-afdeling vooral cameramannen, geluidsmensen en technici. “De opleiding is heel praktijkgericht”, vertelt Wanrooij. “En door de vorm van onderwijs erg gericht op de tevredenheid van de studenten.”
Met ‘de vorm van onderwijs’ doelt Wanrooij op het zogenaamde ‘competentiegericht onderwijs’, ofwel praktijkgericht onderwijs. “Een van de belangrijkste dingen bij het Grafisch Lyceum, is dat mensen zélf leren nadenken. Want dat is de grootste vraag vanuit het bedrijfsleven.”
Als het Grafisch Lyceum zou helpen met het opzetten van een vergelijkbare opleiding in Suriname, dan is het Natuur Technisch Instituut (Natin) als enige mbo-opleiding, bij uitstek de instelling. Daar komt bij dat het Natin per 1 oktober het competentiegericht onderwijs gaat invoeren bij de nieuwe ICT-opleiding.
Attitude
“Ook in onze regio wordt competentiegericht onderwijs al enige tijd toegepast,” vertelt Natin- directeur Dave Abeleven. “Met name op Trinidad en Jamaica. En Suriname participeert in het ‘Hemispheric Project’, dat onder meer tot doel heeft deze vorm van onderwijs te gebruiken bij de beroepsopleidingen. Want de klachten die er zijn vanuit het bedrijfsleven – ook in Suriname – gaan vooral over de werkhouding, de attitude van de afgestudeerden.” Het is de bedoeling dat binnen tien jaar álle Natin-opleidingen op deze manier verzorgd worden. Over een mediaopleiding in de nabije toekomst wil Abeleven nog niet veel zeggen. Wel erkent hij dat er gesprekken zijn geweest met Wanrooij. “En de behoefte aan een dergelijke opleiding is er zeker. Maar de sector moet wel gecommitteerd zijn. De bedrijven moeten echt participeren, om te zien wat specifiek nodig is bij de ontwikkeling van de opleiding.”
Wanrooij is het daarmee eens. “Natuurlijk, als je met zoiets begint, moet je een commitment hebben vanuit het bedrijfsleven. Is er vraag naar goed opgeleide technici? Op basis van de gesprekken die we gevoerd hebben, denk ik dat er een grote behoefte is, in het bijzonder aan goede licht- en geluidsmensen.”
Dat denkt ook Wijngaarde, die al langer op de hoogte is van de behoeften van de Surinaamse markt. “Onafhankelijke producenten en televisiestations zitten te spríngen om goed opgeleide mediavakmensen. Dan kunnen opeens allerlei opdrachtfilms, commercials en televisieprogramma’s mogelijk worden, of beter worden. En dan kunnen ook buitenlandse producties hier worden gedraaid, want Suriname leent zich vanwege de bevolkingssamenstelling en natuur uitstekend als filmlocatie.”
“Je moet wel kijken of je uiteindelijk iets met het héle Caribisch gebied kunt doen”, denkt Wanrooij. “Want er zijn wel veel ambitieuze jongeren, maar met een beroepsbevolking van 200.000 mensen, is het verstandig je te richten op de internationale markt. Maar dat sluit mooi aan op dat Hemispheric Project.”
Uitbouwen
Kan Suriname werkelijk een rol van betekenis gaan spelen in de regio, op het gebied van media? “O zeker”, zegt Wijngaarde overtuigd. “In de eerste plaats op technisch gebied. Maar zoals ik al aangaf, heeft Suriname méér te bieden dan de meeste andere landen in de regio. Filmmakers vinden de a-typische settings interessant; door de vele culturen en etnische groepen biedt Suriname iets unieks. Dat moet je uitbouwen, én verkopen natuurlijk. En niet alleen acquisitie, profilering en promotie worden dan belangrijk. Het is belangrijk de aanwezige kwaliteiten te verhogen. Film is de duurste kunstvorm, dus producenten gaan voor zekerheid waar het de omgeving en de personele invulling betreft. Een goede opleiding kan dat opvangen. En er zal daarnaast ook een creatieve uitwisseling ontstaan tussen de diverse landen uit de regio. Met onze festivals in Suriname als ontmoetingsplek en als platform voor de filmmakers.”