‘Suriname is een te gek land’
Kees de Koning, eigenaar en oprichter van het Nederlandse hiphop-platenlabel Top Notch, startte twee jaar geleden het project Sranan Gowtu, een eerbetoon aan de iconen uit de Afro-Surinaamse muziek. Het einde van het project is in zicht, maar De Koning is nog niet klaar met Suriname.
Als jongetje woonde Kees de Koning (43) aan de Van Woustraat in Amsterdam en als hij naar school moest, kwam hij steevast langs een kraampje op de Albert Cuypmarkt met Surinaamse muziek. De ronkende namen van deze artiesten – Happy Boys, Master Blaster en Kunta Kinte – maakten indruk op hem. Jaren later, in 2009, is De Koning een gevierd platenbaas in Nederland en brengt hij het nummer Mi Rowsu/ Tuintje in mijn hart van Damaru en Jan Smit uit.
Wanneer hij op zoek gaat naar de Afro-Surinaamse muziek die hij zich herinnert uit zijn jeugd, ontdekt hij dat daar verrekte weinig van is terug te vinden. Op dat moment ontstaat het idee van Sranan Gowtu, waarvan in mei 2013 het eerste verzamelalbum wordt uitgebracht. De handen worden ineengeslagen met Fernandes en inmiddels zijn er zeven verzamelalbums uitgebracht, van onder andere Lieve Hugo, Papa Touwtjie, Max Nijman en Trafassi.
In Parbode blikt Kees de Koning terug op de afgelopen twee jaar, en vertelt hij over zijn nieuwe project: een boek vol verhalen en anekdotes van Surinaamse muzikanten over de jaren zestig en zeventig. “De Surinamers die toen in Nederland zijn gaan wonen, vertellen toch een ander verhaal over die tijd dan dat ik op school heb geleerd. Het lijkt een soort parallelle geschiedenis die niet gedocumenteerd is, behalve dan door Nederlanders.”