Suriname mist weer een kans
Biodiversiteitsjaar bleef papieren tijger
Het einde van 2010 is gekomen. En daarmee eindigt ook het Jaar van de Biodiversiteit, ingesteld door de Verenigde Naties (VN). Maar waren Surinamers wel op de hoogte van dit speciale jaar en in hoeverre hebben natuurbeschermingsorganisaties hieraan bekendheid gegeven? De antwoorden: ‘Neen’ en ‘nauwelijks’.
Biodiversiteit is een zeer breed begrip. Feitelijk valt alles wat zich in de natuur afspeelt hier onder. De Verenigde Naties (VN) omschrijven het als volgt: ‘Biodiversiteit is de term gegeven aan een diversiteit van leven op aarde en aan de natuurlijke patronen die gevormd worden. Het vormt het web van leven waar wij integraal deel van uitmaken en waar we zo afhankelijk van zijn’. Suriname ondertekende al begin juni 1992 de VN Biodiversiteit Conventie (Convention on Biological Diversity) en werd in december 1996 formeel één van de 193 deelnemende partijen. Het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM) vertegenwoordigt Suriname officieel in de conventie.
In september 2009 werd door het ministerie van ATM een 154 pagina’s tellend, landelijk rapport voor de VN Convention on Biological Diversity gepubliceerd. Dit rapport is samengesteld door het consultancy bureau Environmental Services & Support in Paramaribo. Het verslag wordt echter gevormd door zo’n 138 pagina’s VN- vragenlijsten met in totaal meer dan tweehonderd vragen. Op vele vragen is met een no geantwoord. Zo ook op de vraag of Suriname maatregelen heeft genomen om de rol van biodiversiteit in het regenwoud en het functioneren van het ecosysteem beter te kunnen begrijpen, vanwege het ontbreken van voldoende deskundigheid.
Bedroevend beeld
No is ook het antwoord op de vraag of er mechanismen door de overheid zijn opgezet om direct te reageren wanneer activiteiten of gebeurtenissen de biodiversiteit bedreigen. Op de vraag welke maatregelen worden getroffen om bedreigingen van de biodiversiteit in de bossen te reduceren, is geantwoord dat onderzoek is verricht naar kwikvergiftiging in vissen en bij lokale bewoners en dat er bewustwordingscampagnes zijn over de risico’s van het gebruik van kwik in de goudwinning. Een bedroevend beeld. En toch werd met enthousiasme het speciale VN-jaar (overigens pas op 26 april) geopend, met een boodschap op de televisie door de toenmalig ATM-minister Joyce Amarello-Williams.
Ons land telt ruim 700 vogelsoorten,
192 zoogdieren, 175 verschillende reptielen en 318 soorten vis en ongeveer 5.100 diverse plantensoorten. Menselijke activiteiten bedreigen echter de biodiversiteit. Vele diersoorten sterven uit of zijn al uitgestorven. De zucht naar geld, verkregen uit de opbrengsten van goud- en bauxietwinning, bedreigt de flora en fauna van Suriname.
In oktober van dit jaar presenteerde het Wereld Natuurfonds Guyanas cijfers over houtkap ten gunste van goudmijnen. Binnen de Guyanas is Suriname een triest dieptepunt. In 2008 blijkt maar liefst 27.258,9 hectare regenwoud opgeofferd te zijn voor klompjes goud, terwijl in 2000 ‘slechts’ 8.295,9 hectare bos werd neergehaald. Daarnaast wordt de noordelijke kust van Suriname bedreigd door een langzame, lichte stijging van de zeespiegel en door erosie: een levensbedreigende situatie. De biodiversiteit is in de kuststrook in gevaar en dat vereist menselijk ingrijpen om toekomstige natuurrampen te voorkomen.
Acties
Diverse natuurbeschermingsorganisaties reageren niet op vragen over wat zij in 2010 hebben gedaan om aandacht te vragen voor het VN Jaar van de Biodiversiteit. Mogelijk valt er ook niets te reageren, omdat er weinig tot niets is gedaan om dit onder de aandacht te brengen.
Rudi van Kanten, Programme Director van Tropenbos International Suriname, is één van de weinigen die wel reageert. “Tropenbos International Suriname participeert in de Biodiversiteitsworkshops van het ministerie van ATM en presentaties van andere organisaties.” Onduidelijk is of de genoemde presentaties van niet nader genoemde andere organisaties speciaal in het kader van het VN-jaar werden gehouden.
Van Kanten laat ook nog weten dat de novembereditie van het kwartaalblad Bos en Natuur (een uitgave van Tropenbos Internationaal Suriname, het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname, WWF Guyanas en Environmental Services & Support) een special is met als thema biodiversiteit. Verder heeft de Nederlandse ambassade in samenwerking met Tropenbos Internationaal Suriname vier videospotjes geproduceerd waarin diverse aspecten van de biodiversiteit aan de orde komen. ‘In het kader van het vergroten van de publieke bewustwording over de waarde van onze biodiversiteit’, zo laat de ambassade op haar website weten. Maar ook hier wordt met geen woord gerept over het Jaar van de Biodiversiteit.
Geen speciale activiteiten
Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname, het Nimos, reageert eveneens. Yolanda Babb-Echteld, Field Officer, laat namens deze instantie weten dat geen speciale activiteiten zijn georganiseerd. “Maar wij hebben reguliere milieu-tori’s, waarbij wij alle milieudagen belichten. Wij hebben geparticipeerd in de activiteiten van het ministerie van ATM in samenwerking met de districtscommissaris van Paramaribo in het project Paramaribo City of Smiles.”
Niet echt een verrassende reactie. Op de vraag waarom het Nimos niet iets specifieks heeft georganiseerd in het kader van het internationale VN Jaar van de Biodiversiteit, stelt het Nimos dat zij niet ‘de focal point voor de UN Convention on Biological Diversity in Suriname is, maar het ministerie van ATM’. Babb-Echteld: “Het Nimos participeert in alle activiteiten van het ministerie. Wij geven meer technische invulling aan de implementatie van het verdrag.”
Jammer dat een belangrijk milieu-instituut als het Nimos niet zelf initiatieven neemt om biodiversiteit op de kaart van de publieke aandacht te zetten. Met een nogal afwachtende houding blijft het in Suriname aanmodderen als het gaat om een goed, effectief, georganiseerd en succesvol duurzaam natuurbeheer. En dus, met andere woorden, bescherming van het milieu, de flora en fauna in het land, de biodiversiteit. Een land waar nog steeds ongebreidelde, voor de natuur desastreuze, kleinschalige goudwinning kan plaatsvinden, waar jagers wild kunnen afknallen of vangen voor de handel, waar nauwelijks wordt opgetreden tegen het asociale afvaldumpgedrag van velen, waar grote internationale goud- en bauxietmultinationals kaalslag plegen in het regenwoud, is de flora en fauna van ondergeschikt belang. Het is gewoon een feit: harde Amerikaanse dollars zijn voor de Surinaamse overheid belangrijker dan goede zorg voor het milieu.
Papieren jaar
Opmerkelijk is dat het ministerie van ATM via haar website wel laat weten dat er een ‘sterke wil’ aanwezig is om te komen tot ‘strategie waarbij er een visie geformuleerd wordt zodat het duidelijk is welk beleid gevoerd zal worden met betrekking tot onze biodiversiteit’. Geconstateerd kan worden dat er dus geen specifiek beleid is ontwikkeld om de Surinaamse biodiversiteit te beschermen, ondanks de uitgebrachte rapporten. Slechts is sprake van het formuleren van een ‘nationaal biodiversiteit actieplan’.
Ondanks herhaalde verzoeken was het ministerie van ATM niet bereikbaar voor commentaar. Kennelijk is het Jaar van de Biodiversiteit ook voor het ministerie slechts een papieren jaar en is niemand in staat hierover enkele vragen te beantwoorden. Dat is op zijn zachtst gezegd betreurenswaardig. Is de vertegenwoordiging van het ministerie van ATM in de VN Convention on Biological Diversity slechts een formele vertegenwoordiging? Blijft de aandacht voor biodiversiteit in eigen land slechts beperkt tot het bedenken van plannen aan een bureau in het ministerie en een op één hand te tellen concrete activiteit in 2010? Of was het woord biodiversiteit dit jaar slechts een aanleiding om snoepreizen te maken naar internationale conferenties en congressen, om te bedelen om als Suriname gecompenseerd te worden door het geïndustrialiseerde Westen voor haar vermeende duurzame bosbeheer?
Kortom, biodiversiteit lijkt in dit speciale jaar grotendeels langs Suriname te zijn gewaaid en dat staat haaks op de vele natuurlijke problemen waar het land mee kampt. De nieuwe regering toont een iets vriendelijker gezicht voor het milieu. Er zijn goede intenties, maar laat het de komende jaren niet alleen bij woorden en papier blijven.