Suriname: veel potentieel, te weinig energie
Plotseling staat het weer op de agenda: het waterpeil van het stuwmeer. En daarmee de toekomst van de energievoorziening in Suriname. Parbode sprak met energiedeskundige Albert Adama. “We springen een beetje te laconiek om met de stijgende energiebehoefte.”
Minister Rick van Ravenswaay van het ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS) brengt het zelf ter sprake op de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging voor Economisten in Suriname. “De extra watertoevoer naar het stuwmeer is slechts een kwestie van tijd.” Hij zegt het glimlachend, maar de lage waterstand baart hem zorgen. Dat heeft niets te maken met landschap of natuurschoon, maar alles met energie. Van Ravenswaay weet ook dat er een kant-en-klaar plan op uitvoering ligt te wachten, het Tapajai Hydro Project. Tien jaar geleden werd het geschreven en vorig jaar is het uit de kast gehaald, afgestoft en geactualiseerd door ingenieur Lothar Boksteen. De bedoeling is dat het water van de Tapanahony-rivier en de Jaikreek wordt omgeleid richting het stuwmeer. De omleiding zorgt niet alleen voor de gewenste verhoging van de waterstand van het meer; onderweg in het verval worden bovendien vijf waterkrachtcentrales met een capaciteit van ongeveer zestig megawatt per stuk geplaatst, die in de regentijd op volle sterkte draaien. En naast de bestaande Afobaka waterkrachtcentrale wordt er nog een tweede gebouwd. Samen kunnen die dan in de droge tijd ongeveer driehonderd megawatt produceren. Dit is het dubbele van het huidige energieverbruik.
“Een prachtig project”, zegt energiedeskundige doctor ingenieur Albert Adama. Hij was rond de jaarwisseling even in Suriname als keynote speaker op een seminar van Staatsolie over het energievraagstuk in Suriname. Ook Adama maakt zich grote zorgen over het dreigende energietekort in Suriname. “Reken maar uit. Op dit moment is de piekbelasting 150 megawatt. We hebben te maken met een jaarlijkse toename in het energieverbruik van twaalf procent. Nu produceert de Afobaka-centrale tussen de 100 en 110 megawatt. Dus over vijf jaar al heb je die extra centrale hard nodig!”
Volgens Adama gaat de haalbaarheidsstudie voor dit project vijftien miljoen USdollar kosten. Staatsolie wil dat financieren. Maar tegen de tijd dat dit project volledig in bedrijf is, is er alweer een tekort. “We zullen dat probleem voorlopig moeten oplossen met extra dieselcentrales”, zegt Adama, die bang is dat we een beetje te laconiek omspringen met de stijgende energiebehoefte. “Je kunt niet eeuwig doorgaan met een dieseltje erbij. Dieselcentrales hebben een laag rendement en ze vormen een extra risico door de dure olie.”
Een eenvoudige kant-en-klare kerncentrale zoals deze te koop is
Alternatief
Hydro-energie is dus een aantrekkelijk alternatief en met zoveel water in Suriname lijkt de keuze snel te zijn gemaakt. Het is schone energie en het rendement is hoog. Maar er kleven ook nadelen aan. “Waterkracht vergt dure investeringen en is zeer ingrijpend voor mens en natuur”, zegt Adama. “We hebben dat gezien met de transmigratie. Ik heb meegewerkt aan grote hydroprojecten in Zambia en Tanzania. De secundaire effecten voor mensen en vegetatie zijn altijd veel groter dan we ooit hadden voorzien. Ingenieurs hebben jaren met de handen in het haar gezeten door de onstuitbare groei van de waterhyacint. Uiteindelijk is dat opgelost door het uitzetten van tilapia, die vreet die plant gewoon op. En ik moet zeggen, in het stuwmeer is nu na bijna vijftig jaar een schitterend evenwicht ontstaan. Zelfs de bomen onder water brengen geld op. Wel ben ik erg benieuwd naar het vrijkomen van moerasgassen, zoals methaan, als het water door de turbines gaat. Methaan, CH4, is één van de schadelijkste broeikasgassen. Twintig keer zo erg als CO2.”
Energie beheerst ons dagelijks leven. Stroomuitval veroorzaakt schade, productieverlies en stress en zou in een moderne samenleving niet meer mogen voorkomen. Om verzekerd te zijn van een constante stroomtoevoer, moet ook de organisatie tip top in orde zijn. “Al in 1984 is er een voorstel gedaan voor een Centrale Energie Autoriteit Suriname”, zegt Adama. “EBS zou dan worden opgesplitst in een bedrijf dat zich met de opwekking bezighoudt en een ander dat de transmissie en distributie voor zijn rekening neemt. Het voordeel is dat meer bedrijven, waaronder Staatsolie, energie kunnen leveren. Dat is gunstig voor de prijswerking. EBS heeft dat uit monopolistisch oogpunt altijd tegengehouden.” De instelling van een energie- autoriteit had dat monopolie denken kunnen aanpakken. Maar de minister van Natuurlijke Hulpbronnen ziet tot op dit moment meer in een Energie Instituut, net zoiets als het al bestaande Bauxiet Instituut, wel met een budget voor onderzoek, maar zonder bevoegdheden.
Energieproducent
“Zo zou je kunnen voorstellen dat ook de consument van energie zelf producent wordt. Als je een paar zonnepanelen hebt of een kleine windturbine, dan kun je een deel van je elektriciteit zelf opwekken. Je geeft de overtollige energie als het ware terug aan het net. Dat wordt dan via de meter verrekend. Daarmee zou je dus in je vakantie geld verdienen, want dan ben je niet thuis en brandt alleen de feestverlichting op het hek.” zegt Adama. “In Frankrijk bestaat dat systeem al een tijdje. Daarvoor zijn er hele simpele metertjes, waarop je per maand het saldo kunt aflezen. Het probleem alleen is dat zonnepanelen zo duur zijn. Dus dat geld heb je er niet zo één twee drie uit.”
Suriname heeft dringend behoefte aan een structureel energiebeleid. Dat staat of valt bij planning op de lange termijn. “Je moet een keer af van die fossiele brandstoffen”, zegt Adama. “Waterstof is eigenlijk de beste vervanger. Maar de opslag is een groot probleem. Bovendien heb je daarvoor grote auto’s nodig. Voor de particuliere markt zijn hybride auto’s voorlopig de toekomst, een combinatie van elektriciteit, benzine, ethanol. Die auto’s moet je gewoon thuis kunnen opladen.”
Na de hybride auto’s komen de elektrische auto’s, waardoor de productie van lithium accu’s een ontzaglijke vlucht zal nemen. De grondstof daarvoor, een soort pekel, komt in grote hoeveelheden voor in de zoutmeren van Bolivia. Nu wordt het nog gewonnen in Argentinië en de Verenigde Staten. “Op den duur krijg je dus een verplaatsing van het OPEC-kartel naar het Evo Morales kartel”, lacht Adama. Hij pakt opnieuw zijn rekenmachine. “Kijk”, zegt hij, “een moderne benzine auto heeft een rendement van twintig procent, een hybride auto dertig procent en een elektrische auto bereikt al een rendement van zestig procent.” Maar lithium-accu’s zijn duur. Bovendien kost het laden relatief veel tijd. Je staat niet graag een kwartier te wachten bij een laadstation.
Hybride auto’s rijden deels op benzine. Dat kun je mengen met ethanol, een goedkoop bijproduct van suiker. Ethanol is pure, drinkbare, alcohol”, verduidelijkt Adama. “Als je op tien procent ethanol rijdt en negentig procent benzine, dan hoef je je motor niet aan te passen.”
In 1980 promoveerde Adama in de Verenigde Staten op de toepassing van synthetische brandstoffen. Vier jaar later deed hij in Suriname een voorstel voor de productie van ethanol. Het is er nooit van gekomen, hoewel er nog genoeg suikerrietexpertise aanwezig was. Voor de machinale winning van honderd ton suikerriet per dag heb je minstens negenduizend hectare nodig. De Brazilianen zijn daar al een tijdje mee bezig. De meeste auto’s in Brazilië rijden op ethanol. “Nu pas begint ook Staatsolie aan een Surinaams ethanol-avontuur in Nickerie. Ik heb geen flauw idee aan wie ze dat willen verkopen. Daarvoor zou je toch eerst een grondig marktonderzoek moeten doen. ”
Een prognose van de energieconsumptie in suriname
Kernenergie
Duidelijk is dat hybride auto’s het helemaal gaan maken. Zeker als het opladen thuis of onderweg steeds sneller gaat. Daarvoor heb je wel een ontzaglijke hoeveelheid elektriciteit nodig. Om die energie op te wekken, moeten er radicale en ook politieke keuzes worden gemaakt. “Je ontkomt er niet aan om nucleair te gaan”, stelt Adama. “Ook in Suriname moet dat als een serieuze optie worden bekeken. ”Want hoe je het ook draait of keert, nucleaire energie is de schoonste energie met het hoogste rendement.”
Koploper
Opnieuw wijst hij niet zonder enige trots op de eigenzinnige, maar duidelijke energiepolitiek van Frankrijk, zijn huidige thuisland. “De Fransen zijn met 59 kerncentrales koploper, als je het per inwoner bekijkt. Ze zijn ook dichtbij een oplossing voor het vraagstuk van het kernafval. Dat wordt voor een groot deel opnieuw opgewerkt. Bij de nieuwe generatie kerncentrales blijft er van 170 ton afval per jaar nu nog maar tien ton over. De Amerikanen lopen wat dat betreft nog achter. Zij slaan die volledige 170 ton op.” Hier is natuurlijk een verklaring voor. Het komt door het twijfelachtige kernenergiebeleid van de regering Carter. Hij stopte de bouw en de ontwikkeling van kerncentrales vanwege het non-proliferatie verdrag over kernwapens. De Fransen zijn gewoon doorgegaan.”
Kernenergie staat of valt dus bij een duidelijk en consequent beleid voor de lange termijn. “Stel dat je nu een kleine kerncentrale koopt van dertig tot vijftig megawatt, dan heb je pas over dertig jaar fusie. Kleine kerncentrales kun je beter kopen, dan zelf bouwen. Het is dan inclusief alle deskundigheid en techniek. Begin januari hebben Koeweit en Abu Dhabi vier van die centrales gekocht. Fossiele brandstoffen, olie en gas, raken ooit een keertje op. Om een kerncentrale te kopen, moet je eerst lid worden van het Internationaal Atoom Agentschap in Wenen. Dan krijg je alle protocollen en procedures. Vervolgens ga je in zee met een leverancier. Die zorgt ook voor het onderhoud en het wisselen van de brandstof.”
Het is een perfect voorbeeld van de wet op de remmende voorsprong. Alle ingewikkelde en vertragende onderhandelingen met achterban en milieu-organisaties lijken door de voortschrijdende techniek overbodig te zijn geworden. De nieuwe generatie groeilanden, zoals China, Brazilië, India zullen op grote schaal in kernfusie investeren. Iran is de eigenwijze koploper, tot grote ergernis van de VS. “Iran is een hoofdstuk apart” vertelt Adama. “Als zij al hun centrifuges achter elkaar zetten, kunnen ze een zeer hoge opwekkingsgraad bereiken. De mogelijkheid om kernbommen te fabriceren, komt dan heel dichtbij.”
Ethanol is een goed alternatief voor fossiele brandstoffen
Advies
Er bestaan dus mooie vergezichten en projecten in de wondere wereld van de energie, maar de enige zekerheid die we op dit moment hebben is het krankzinnige kabaal van de dieselcentrale aan de Saramaccastraat. “De komende jaren zal er nog wel een dieseltje of twee bijkomen”, besluit Adama. “Maar Suriname moet nu echt gaan kiezen. In de eerste plaats voor hydro-energie, dat biedt soelaas op de middellange termijn. Het haalbaarheidsonderzoek naar Tapajai kan nu al worden uitgevoerd. Het geld is er. Daarna moet je zo snel mogelijk de financiering voor dat project zien rond te krijgen. Intussen kun je gaan rondkijken op de markt voor kerncentrales. Het zou fantastisch zijn als je dat samen met Frans Guyana doet. Je zou dan kunnen profiteren van de Franse knowhow. Maar helaas wil Sarkozy nu geen centrales in de Départements d'outre-mer, in verband met eventuele onafhankelijkheidsbewegingen.”
Maar laten we de hoop niet opgeven. Toevallig hebben onze buren aan de Marowijne zich pas nog vrijwel unaniem uitgesproken vóór handhaving van de huidige status. Dus misschien, misschien groeit er nog iets moois tussen Suriname en Frankrijk op het gebied van kernfusie. Het zou een thema kunnen zijn voor de aanstaande verkiezingen.
Wie is Albert Adama?
Albert Adama (70) woonde tot zijn achttiende in Suriname. Hij zat op de Algemene Middelbare School. Studeerde daarna elektrotechniek in Delft en werkte o.a. voor OGEM in Nederland en Suriname. Werd docent aan de Universiteit van Nigeria. Moest vluchten voor de Biafra-oorlog en ging naar Zambia en Tanzania. Werd onder andere hoofd
Energiestudies voor Zuidelijk Afrika. In Tanzania was hij van 1970 tot 1973 waarnemend directeur van het Staats Elektriciteits Bedrijf. Terug in Europa werkte hij voor het energieconcern Westinghouse. Daarna vestigde hij zich als consultant in de energiebranche.