Surinaamse School: Kunstenaarsgeslacht Telting – Parbode Sneak Peek
Christine Joanna Telting wist het bijna zeker toen ze vorig jaar oog in oog stond met een tropisch tafereel in een stal ergens op het Amsterdamse Waterlooplein. Het paneeltje schudde van alles in haar wakker. “Met een collega liep ik net het stadhuis uit”, zegt Christine Telting. “Het waren vooral de kleuren en het dikke verfgebruik. Ik dacht: dit is een Govert!”
Door Bart Krieger
Govert Jan Telting (1905-1988) is de opa van Christine en de ‘trailblazer’ van de Teltings, een van de bekendste namen uit de Surinaamse kunstgeschiedenis. In het boekje Beeldende kunst in Suriname linkt Nola Hatterman, Govert aan het atelier van Wim Bos Verschuur. Ik vermoed echter dat de artistieke vlam in Govert tussen zijn 17-de en 25-ste levensjaar is ontstoken door de beroepskunstenaar John Pandellis die gedurende die jaren in Paramaribo school maakte.
De stilistische kenmerken van het werk van Govert Jan Telting, Leo Glans en Wim Bos Verschuur vertonen overeenkomsten. Hun werk wordt gekenmerkt door een Franse impressionistische toets die Pandellis vanuit Parijs had ‘meegenomen’. Wat deze drie schilders bindt is de voorliefde om de schoonheid van het ‘eigen’ Surinaamse landschap te vereeuwigen. Hier legde Pandellis de artistieke humuslaag voor.
Rond 1929 ging Govert naar Curaçao om te werken (waarschijnlijk in de boekhouding) bij de Koninklijke Shell. Toen Goverts tekentalent werd opgemerkt, werd hij gevraagd om de bouwtekeningen te maken voor een nieuwe wijk van bedrijfswoningen voor de oliemagnaat. Als dank voor zijn verdiensten had Govert eerste keus en mocht hij met zijn vrouw een mooi hoekhuis in deze wijk gaan bewonen. Kort daarvoor was Quintus Jan Telting geboren, de vader van Christine.
Govert nam de liefde voor het schilderen van de eigen omgeving mee en heeft het natuurschoon van het eiland op prachtige wijze vastgelegd. Christine: “Vanaf het vroegste begin ging Quintus met Govert mee om in de natuur te schilderen. Wat ik nog weet, is dat mijn vader het vreemd vond dat Govert begon bij de lucht. Mijn vader kon niet begrijpen dat zelfs als er een geit pal voor hun neus stond, Govert onverstoord verder schilderde aan de (lees: saaie) wolkenpartijen.”
Het prille geluk van het jonge gezin, met drie zonen en twee dochters, heeft niet lang geduurd. Govert kreeg een psychose en het gezin moest noodgedwongen de aftocht blazen, terug naar Paramaribo.
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode