Tekisha Abel: ‘It wasn’t easy, maar ik ben er voorbij’ – Parbode Sneak Peek
Zangeres Tekisha Abel (28) is achttien jaar oud als ze zichzelf belooft nooit meer op een podium te gaan staan. Het is de veertiende editie van Suripop, waar ze Mi lobi yu fu tru zal zingen, haar eerste grote optreden. In een lange blauwe galajurk betreedt ze het podium. De schijnwerpers op haar gericht, oog in oog met een volle Anthony Nesty Sporthal. “Ik was zo zenuwachtig dat ik flauw kon vallen. Ik stapte na het optreden van het podium, huilde uit in de jurk van de volgende kandidaat en zei: dit nooit meer.”
Het liep allemaal net even anders. Suripop betekende haar grote doorbraak, vertelt ze in een lunchroom in Nederland waar ze een aantal optredens heeft. Sindsdien bracht ze zo’n twintig singles uit en werd ze een van de bekendste Surinaamse zangeressen. Na een driejarige pauze wil ze dit jaar met drie singles haar grote comeback maken in de Surinaamse muziekwereld.
Dat ze überhaupt in die muziekwereld zou belanden, was niet vanzelfsprekend. Abel zong vanaf haar vierde elke zaterdag religieuze liederen in het kerkkoor van de zevendedagsadventisten, met als beloning het ‘amen’ van kerkgangers. Maar muziek maken buiten de kerk was uit den boze. “Zingen is volgens de kerk het verkondigen van het evangelie. Op het moment dat je nummers zoals love songs zingt, verkondig je niet meer Gods woord.”
Tegen de kerkregels in zingt Abel op het scholierenfestival tóch voor ‘de wereld’. Ze is dan veertien en zingt From this moment van Shania Twain en haar favoriete kerklied It wasn’t easy van Cece Winans, een lied dat haar nog altijd steun biedt. “Ik krijg het lied in mijn hoofd na elke moeilijke fase in mijn leven. It wasn’t easy, maar ik ben er voorbij.” Zelfs Abels strenggelovige grootvader steunt het optreden. “Hij zei: doe het maar als je dat goed vindt. Als het fout gaat, kom je wel terug.”
Het gaat niet fout, ze haalt de tweede plek en krijgt als beloning niet alleen ‘amen’ maar ook wat geld en waardering voor haar talent. “Vandaar dat ik door bleef gaan.” De kerk is daar niet blij mee en als Abel op haar achttiende tijdens de sabbat – een officiële rustdag binnen bepaalde stromingen van het christendom – meedoet aan Suripop, mag ze niet langer al haar taken uitvoeren. “Ik was jong dus ik dacht: whatever, ik ga gewoon door.”
Haar deelname aan Suripop vergroot de kloof met de kerk, maar brengt haar dichter bij een muziekcarrière. “Heel het land kende me ineens.” Ze brengt naast haar opleiding verplegingsassistent een album uit, geeft shows, en als ze op haar 21e Kenny B ontmoet met wie ze Neks ne tai maakt, wordt ze naar eigen zeggen een volwaardige podiumartieste. Van hem leert ze hoe je als artiest het hele podium gebruikt in plaats van op één plek stil te staan. Door het vertrouwen dat hij haar geeft, wordt ze ook minder onzeker over haar zang en dans.
Noem je Neks ne tai, dan begint Abel vrij snel over nog zo’n onzeker punt: haar gewicht destijds. “Ik woog 120 kilo en was voor een klein meisje heel dik. Maar Kenny vond niet dat ik slank en sexy moest zijn. Hij zei: ze heeft een geweldige stem, ik moet met haar zingen.” Abel viel uiteindelijk toch 50 kilo af, en kwam weer wat aan. “Ik was toen te slank. Ik ben een vol meisje, heb kuiltjes, vet op bepaalde plekken. Als dat weg is, lijk ik niet meer op mezelf en dat wil ik niet. Je hoeft geen vel over been te zijn om mooi te zijn.”
Luister je naar Abels muziek, dan hoor je wat er speelt in haar leven. Zo bracht ze in 2014 – na eigen ervaringen waar ze niet dieper op in wil gaan – het nummer Police uit. “Om anderen te laten weten dat je niet verplicht bent om huiselijk geweld te incasseren.” Recenter, in mei dit jaar, verscheen haar ode aan Suriname.Abel weet hoe heimwee voelt en wil met Suriname een stukje ‘thuis’ laten zien aan Surinamers in het buitenland, want zij kunnen niet altijd even makkelijk terugkeren. En dan zijn er nog de in augustus verschenen nummers Mi lobi yu en The One; een ode aan haar vriend – “we zijn echt superverliefd” – en een groot dankwoord aan God.
God speelt een belangrijke rol in haar leven. “Zo gauw ik hem vraag: ‘God, leidt mij, ik zal U volgen’, lijkt het alsof ik echt geleid word in het leven.” Zo vraagt ze Hem om hulp als ze in 2014 naar de VS verhuist voor haar carrière. Haar vader is net overleden aan longkanker en dat zet haar aan het denken. Welke kant wil ze op met haar leven? Moet ze nog wel muziek maken? Want ze is een van Surinames grootste artiesten, maar verdient er nauwelijks geld mee.“Uiteindelijk raakte ik zwanger, alsof God zei: je hoeft niet meer te proberen. Sit down, wait, het komt goed.” Ze zet haar carrière on hold om voor haar zoontje – inmiddels twee jaar oud – te zorgen.
VS versus Suriname
Hoe leuk het ook was in de VS, haar hart ligt in Suriname. In 2017 keert ze terug. Abel houdt van het sociale vangnet. “Soms zeggen mensen: we willen weg uit Suriname want we pinaren hier. Ik zeg dan: probeer maar in Amerika te wonen. Als je daar geen eten hebt, kun je niet bij de buurvrouw aankloppen en zeggen dat je eten nodig hebt.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode