Terreur op lanti-niveau
De ondoorgrondelijke wegen van het CBB
Of we haar in dit stuk Michelle willen noemen. Want als ze niet anoniem spreekt, zou het over vijf jaar wel eens langer kunnen duren dan de meer dan tien maanden die ze nu bezig is geweest om haar paspoort bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) verlengd te krijgen. Tien maanden lang zat ze verstrikt in een bureaucratisch netwerk vol nieuwe en niet-bestaande regeltjes, overgeleverd aan chag-rijnige ambtenaren en heel veel lange rijen tussen kastjes en muren.
De lijdensweg van Michelle begon in februari 2009. Zoals ze wel vaker had gedaan, om de vijf jaar, wilde ze haar paspoort verlengen. Afhankelijk van het humeur van de CBB-ambtenaren, het weer en andere, onverklaarbare, omstandigheden een ritueel dat twee tot zes weken in beslag nam. Deze keer echter niet. Bij het indienen van de aanvraag bij Combé leek er nog niets aan de hand: ‘Komt u over een paar weken maar terug’.
Dat deed ze dus. Michelle: “Ik kwam bij het kantoor van Combé, waar ze zeiden dat ik naar het hoofdkantoor aan de Jagernath Lachmonstraat moest gaan om een geboorte-uittreksel te halen. Toen begon de echte ellende. De volgende dag heb ik bij het hoofdkantoor een uur in de rij gestaan voor dat uittreksel, ben naar de paspoortenafdeling gegaan, waar ze mij vervolgens zeiden dat dit uittreksel niet goed was. Ze hadden een uitgebreid geboorte-uittreksel nodig. Dus hupsakee, weer een uur in de rij.”
Maar ook dit bleek niet goed. Opeens was een uittreksel uit het huwelijksregister van haar ouders nodig.
Conclusie
Uit al die uittreksels kwam een verras-sende conclusie: Michelle bestond officieel niet! Daar gingen overigens wel zo’n vier ritjes naar het hoofdkantoor en twee ritjes naar het Combé-kantoor aan vooraf. “In de geboorteakte stond dat mijn, inmiddels overleden, vader aangifte had gedaan van mijn geboorte uit ‘Kromowidjojo, Ponisem Morsini’. Daar had moeten staan: ‘uit zijn echtgenote, Kromowidjojo, Ponisem Morsini’. Al die voorgaande keren heeft zo’n ambtenaar dat niet opgemerkt, maar omdat we nu Caricom-paspoorten krijgen, letten ze daar op. Tenminste, dat zeggen ze. Ik moest maar naar de procureur-generaal gaan om de fout van een ambtenaar, zo’n veertig jaar geleden gemaakt, te laten herstellen.”
Een stap die Michelle, geladen met een berg CBB-documenten, begin oktober zette. “Ik moest begin november terugkomen. Maar tot mijn verbazing werd ik rond 20 oktober al door het kantoor van de procureur-generaal gebeld dat het klaar was. Dus dat viel mee. Ik vervolgens weer met de hele papierwinkel naar de Jagernath Lachmonstraat gebracht. ‘Komt u over zes weken maar weer eens kijken of het klaar is’, zeiden ze daar.
“Dus ik zes weken later weer naar het hoofdkantoor, voor de zoveelste keer helemaal vanuit Paramaribo-Noord, waar ik woon. En wat was daar de boodschap: ‘u moet uw paspoort bij Combé afhalen, dat begrijpt u toch wel? Daar hebben we het naartoe gestuurd’. Inderdaad, ík had beter moeten weten! Ze vertellen je niks, zijn zo ongeïnteresseerd als de pest. Je moet maar uitzoeken wanneer je bij wie waar moet zijn en met welk document! Dienstverlening en klantvriendelijkheid komen niet in hun woordenboek voor.”
“Wat mij het meest irriteert is dat ze je aan het lijntje houden, zelf kennelijk niet weten waar ze mee bezig zijn en steeds weer nieuwe regeltjes verzinnen. En dat met al die ambtenaren die bij het CBB rondlopen! Je moet eens bij het hoofdkantoor gaan kijken: er lopen tientallen ambtenaren rond, driekwart zit niets te doen, te bellen met vrienden of vriendinnen of gewoon tori te praten met collega’s. De paar die wel werken doen de meeste dingen nog handmatig; terwijl er weet ik hoeveel computers staan, zie je ze vooral in kaartenbakken graven. Geen wonder dat lanti veel te veel werknemers heeft, het zou veel efficiënter kunnen.”
Om haar relaas af te maken: “De volgende dag, begin december, ben ik weer naar Combé gegaan. En inderdaad: mijn paspoort was eindelijk klaar. Bij Combé werken trouwens wel een paar aardige en hulpvaardige mensen hoor. Een Javaanse dame heeft mij goed geholpen. Maar ook dat is Suriname hè? Ben je Javaans dan is een Javaanse ambtenaar altijd bereid om je te helpen, ben je Creools dan kun je beter naar een Creool stappen. En ga zo maar door. Wat al die lantiman niet snappen, is dat ze worden betaald door alle Surinamers. Maar goed, ik heb mijn paspoort en dat is het belangrijkste.
Tjoekoe
“Als ik kijk naar wat mij dit alles heeft gekost, dan word ik niet vrolijk. Ik heb negen ochtenden verlof moeten nemen en ben zo’n vijftien keer van kantoor naar kantoor gereden, waarvoor ik aan olie en taxigeld zo’n 150 srd heb moeten uitgeven. Tjoekoe betalen zou goedkoper zijn geweest. Maar daar begin ik niet aan.”
Uiteraard heeft Parbode getracht een reactie vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken, in het bijzonder het CBB, op dit relaas te krijgen. Maar u raadt het al: de redactie werd van het kastje naar de muur gestuurd, een afdoende reactie bleef uit.