Throwback Tuesday: 300 jaar geleden voer WIC-slavenschip Adrichem naar ‘Slavenkust’ Suriname
Precies driehonderd jaar geleden stak kapitein Pieter Goedhals de oceaan over met zijn Zeeuwse slavenschip Adrichem van de West-Indische-Compagnie naar Slavenkust Suriname. Een jaar later keerde hij terug naar Nederland, beladen met rijkdommen en goederen na een succesvolle slavenhandelsreis.
Drie jaar eerder voer Adrichem ook langs Curacao. Uit onderzoek blijkt dat het schip Adrichem in mei 1712 611 gevangenen op Curacao had afgezet. Op de aankomstlijst werd als volgt weergegeven: 413 mannen, 188 vrouwen en tien jongens. Ook stond er genoteerd dat er één van de 611 slaven niet werd verkocht, op verzoek van een schipper. De slaaf zou goede daden hebben verricht aan boord, en mocht daarom mee terug naar Nederland. Wat er daarna met hem is gebeurd is niet bekend. Het was in ieder geval een grote uitzondering.
Zeeuwen waren in de zeventiende en achttiende eeuw actief in de slavenhandel. Zij rustten schepen uit om naar de Afrikaanse westkust te varen, waar zij slaven kochten en vanuit daar naar Amerika gingen, waar de slaven verkocht werden aan plantagehouders.
De meeste Nederlandse slavenschepen gingen richting West-Indië, toenmalig Zuid-Amerika. Er werden ook slaven naar Noord-Amerika gebracht. Afhankelijk van de afmetingen van het schip konden er ongeveer honderd tot vijfhonderd slaven op. Vaak namen schepen nog veel meer slaven mee. Op een Amsterdams WIC-schip zaten zelfs eens 952 slaven. Dat is het grootste aantal slaven dat een Nederlands schip ooit vervoerde. Gemiddeld stierf tien tot twaalf procent van de slaven aan boord aan ziektes en ontberingen.
Bronnen: Universiteit van Amsterdam, Suriname.nu, Zeeuwse Ankers