‘Tigri desnoods militair heroveren’
Discussies over Tigri – het betwiste gebied tussen Suriname en Guyana – laten niemand in ons land onberoerd. Weinigen weten echter nog hoe het eraan toeging toen het Guyanese leger in augustus 1969 ons land binnenviel.
Begin dit jaar keerde Gerrit van Dams naar zijn vaderland terug, na meer dan veertig jaar in Nederland te hebben gewoond en gewerkt. Al die tijd bleef de oud-militair weliswaar een bijzondere band houden met Suriname, en in het bijzonder met de omstreden Tigri-driehoek. Toen het Guyanese leger op 19 augustus 1969 het gebied binnenviel, floten de kogels de op dat moment jonge twintiger namelijk letterlijk om de oren. Hij werd na dagenlang ronddolen in de dichte jungle, op de vlucht voor de aanvallers, door een Guyanese patrouille zelfs krijgsgevangen genomen.
Van Dams herinnert het zich allemaal nog als de dag van gisteren. “Ik was in 1967 als negentienjarige in dienst gegaan van de TRIS. Zodoende werd ik in van april tot mei 1968 naar Coeroenie gestuurd, op amper een paar uur varen van Tigri. We waren de eerste lichting die daarheen werd gestuurd. Het zou lang niet de laatste keer zijn dat ik naar het gebied ging. Na mijn diensttijd bij de TRIS heb ik me namelijk aangesloten bij de Defensie Politie (DefPol), een eenheid die door toenmalig premier Johan Adolf Pengel in het leven was geroepen om de grenzen van de toenmalige kolonie te bewaken.”
Parbode spreekt 45 jaar later met gepensioneerd politieagent Orlando Read en oud-militair Van Dams die letterlijk in de vuurlinie lagen. Suriname moet in hun ogen het bezette gebied koste wat het kost weer in handen zien te krijgen.
Lees de hele reportage in de septembereditie van Parbode. Nu in de winkel!