Toen & nu: De Vlechtschool
De Vlechtschool werd opgericht aan de Verlengde Keizerstraat, als onderdeel van het meisjespatronaat door Pater Verheggen. De zusters Gonzales van de Congregatie van Roosendaal hadden de dagelijkse leiding. De doelstelling van deze school was om de werkloosheid en de zedenverwildering van de vrouwelijke jeugd tegen te gaan. Later werd dit opleidingsinstituut ook een soort tussenopvang voor meisjes die nog geen beroep gekozen hadden, of van wie de ouders een vervolgopleiding na de zevenjarige lagere school niet konden betalen. Het was een vakschool en werkplaats voor het leren vlechten van de zogenaamde panamahoeden. De hoeden waren van zo een uitstekende kwaliteit, dat er vaak werd meegedaan met internationale exposities.
Op 23 oktober 1917 werd door het bisdom het pand op de hoek van de Mgr. Wulfing- en de Gravenstraat gekocht, waarop de Vlechtschool naar deze locatie verhuisde. De opening geschiedde echter pas in september 1921. De vooringang (zie foto) leidde naar de verkoopafdeling en was ook de ingang voor de Nederlandse soeurs (katholieke zusters) en de pater die er les gaven. Studenten liepen via de achteringang aan de Mgr. Wulfingstraat. Gekleed in hun zwart-witte habijt, gaven de soeurs les aan de meisjes. Na 1948 kreeg de school geen subsidie meer en werd de eerste nijverheidsschool gestart, waar meisjes lessen volgden om coupeuse en naaister te worden.
Het gebouw bestaat uit drie etages. Toentertijd waren op de begane grond les- en studielokalen en op de bovenverdieping was vanaf 1958 de slaapgelegenheid voor acht Indiaanse en acht Boslandcreoolse jongens. Deze jongens verhuisden later naar het Christofurus Internaat. Nu is het gebouw geheel gerenoveerd, voorzien van airco’s en wordt het door het bisdom verhuurd aan diverse bedrijven.