Tuintje in mijn hart
De Nederlandse film ‘Verliefd op Ibiza’ was niet alleen een groot succes voor de producenten, Klaas de Jong en Bernard Tulp, maar zorgde er tevens voor dat het gelijknamige feesteiland 25 procent meer toeristen mocht verwelkomen. Dat zou ook best een mooi vooruitzicht zijn voor ons land, en niet zo gek gedacht. Afgelopen maart zijn in Suriname namelijk de opnamen begonnen van Tuintje in mijn hart, van dezelfde producenten. Een romantische komedie, die onder andere draait om de twee vriendinnen Gladys en Giovanca, die samen een guesthouse runnen. Parbode liep een dagje mee op de set tijdens een van de eerste draaidagen.
De cast bevat namen als Jetty Mathurin, Juvat Westendorp en Jade Olieberg. Zo speelt Westendorp een geboren en getogen Surinamer die nog nooit in Nederland is geweest. Dat is niet zo vergezocht als het in eerste instantie lijkt. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, is de acteur en danser van Surinaamse komaf. Westendorp: “Mijn moeder is hier geboren en mijn vader is Nederlander.” Westendorp, vooral bekend van zijn rol in de soapserie Goede tijden, slechte tijden (2015) en deelname aan So You Think You Can Dance (2011), streeft ernaar zijn rol zo geloofwaardig mogelijk neer te zetten voor zowel de Nederlandse als de Surinaamse gemeenschap. Tijdens het interview schakelt hij moeiteloos over naar een realistisch, niet overdreven Surinaams accent.
Na het interview met Westendorp is het weer wachten geblazen. De opnames mogen geen vertraging oplopen en als de productieleider ‘Stilte voor opname!’ schreeuwt, is het muisstil op de set. Het decor voor deze opnames is een oude cacaoplantage, op drie kwartier varen van Paramaribo. Voor deze gelegenheid is het terrein omgedoopt tot Alenbo, en is er een toegangspoortje gebouwd waarboven deze naam in kleurige houten letters te lezen valt. Alenbo is eigenlijk Plantage Mariënbosch,in 1969 gekocht door de familie Abdoelrahman, die het plantagehuis in 2004 helemaal gerestaureerd heeft.
Na een rondleiding door het plantagehuis, tussen de reflectieschermen, kabels en technici door, is het tijd voor de 22-jarige Jade Olieberg, eveneens deels van Surinaamse komaf: “Op de eerste dag schaamde ik me echt, omdat ik de taal niet zo goed beheers. Verder is het best wennen aan de warmte, maar ik hou echt van Suriname!” Ook zij moet voor de film met een Surinaams accent praten. “Ik probeer wat rustiger te praten, maar het is vooral ook het muzikale ritme waarin men praat.” Die overdreven W, die zogenaamd echt Surinaams is, daar doet zij niks mee.
Ook Jetty Mathurin, die de rol van Giovanca vertolkt, bewaakt ‘het Surinaamse’: “Ik sta er kritisch in, dat mag je weten, ook al heb ik in het begin meteen ‘ja’ gezegd. En toen hadik alleen maar gehoord dat er in Suriname zou worden gefilmd. Het was prettig om te weten dat de producent een enorme liefde voor Suriname heeft en dat de regisseur ook het land als een personage ziet. Maar al is het een komedie en geen zwaar stuk, dan nog moeten we goed opletten. Kijk alleen al naar de locatie waar we filmen.”Mathurin heeft bijvoorbeeld voor aanvang van de opnamen te Mariënbosch op haar manier toestemming gevraagd. “Het was een plantage; er is veel gebeurd en daar moeten we op een goede manier mee omgaan. We zijn dus begonnen met het groeten van alle mensen die we konden zien, maar ook hen die wij niet konden zien. Mi tak’ ala den bigisma odi!”
Het Surinaamse aan de film is iets wat gewaarborgd moet worden, zonder het belachelijk te maken. Regisseur Marc Waltman: “Het is een heerlijk land met een fijne sfeer en, waar ik gevoelig voor ben, een fijne ziel. Het mooie aan deze grote film is dat het een prachtig verhaal is, en tegelijkertijd een ode aan Suriname en aan de verbinding tussen Suriname en Nederland. We hebben respect voor beide culturen, die af en toe lijnrecht tegenover elkaar staan. Daar spelen we juist mee, met die vooroordelen en clichés.”
Producent Tulp: “Als het allemaal lukt en de film is een succes, kan Suriname hier zeker tien jaar van profiteren.” De rechten van de film zijn namelijk voor een periode van tien jaar verkocht aan verschillende televisiezenders en VOD-kanalen (Video On Demand) in Nederland. “Een televisiezender zal de film misschien drie keer per jaar vertonen, en dat wil zeggen dat al die keren het publiek geïnspireerd kan raken om het land te bezoeken.” Als het aan Tulp ligt, gebeurt dat zeker, want er is geen mooier tuintje, geschikt voor de harten van het grote publiek, dan Suriname. “Natuurlijk is ons primaire doel het maken van een succesvolle film, maar we zijn ons zeker bewust van de impact die de film kan hebben.”
Ons land profiteert nu al van de film, die pas in 2017 zal uitkomen. Niet alleen doordat er tegen betaling diverse locaties ter beschikking worden gesteld, maar ook voor de logistiek en de catering worden lokale ondernemers aangetrokken. Wie weet wat ons nog te wachten staat in de toekomst.