Uitgekeken, 39
Dit is de laatste Uitgekeken. Niet dat er (met een korte onderbreking) na ruim drie jaar niets meer te kijken valt. Ik wil echter niet het risico lopen om, zoals alle stations doen, alles tot vervelens toe te blijven herhalen. Bovendien heeft het na drie jaar weinig uitgehaald: vrijwel maandelijks reageerden de onderwerpen van gesprek furieus, lering werd nooit uit de kritiek getrokken.
‘To the point’ is even slaapverwekkend gebleven, de Vreselijke Visbeen prijst nog steeds matrassen aan, de technici van de meeste stations die beschadigde dvd’s inzetten en programma’s vroegtijdig uit de lucht halen hebben tot op de dag van vandaag geen bijscholing gekregen. En niet te vergeten die walgelijke belspelletjes die op misselijkmakende wijze worden gepresenteerd: ze zijn nog even walgelijk en misselijkmakend. Sterker nog, er komen er steeds meer bij. Datzelfde geldt voor als vrouw verklede mannen in reclamespotjes, die zich voorplanten in zwerfhondentempo.
Het einde van deze rubriek hing al een tijdje in de lucht. Toch kwam het later dan de bedoeling was. Ik kon echter de televisie de televisie niet laten. Ik moest mijn ergernissen met u delen. Maar iedere dag was het aan het eind van het zap-avontuur hetzelfde liedje: een depressie klopte na het zien van zoveel treurigheid op de deur.
De definitieve druppel werd eerlijk gezegd door de overige gezinsleden in de emmer gegooid. En loopt de emmer dan spreekwoordelijk over, dan weet ik dat het genoeg is geweest. Daar kan onze president nog iets van leren.
Het was zaterdag, een dag dat veel vaders met hun kroost iets leuks gaan doen. Ik niet, want ik nestelde mij achter de buis om op RBN naar ‘Filmiduniya’ te kijken. Dat moest er een keertje van komen, het verdient immers een vermelding in het Guinness Book of Records. Kijk er een keer naar en u begrijpt wat ik bedoel. De dame die dit Bollywood-programma presenteert heeft het onvoorstelbare vermogen om razendsnel oeverloos lang woorden aan elkaar te rijgen over het zinloze wel en wee van sterren in India. De orgie van woorden wordt vergezeld door een soort gebarentaal, waarbij ze haar armen wild laat meedansen op het ritme van het geluid dat uit haar mond komt. Geluid waarvan ik mij niet kan voorstellen dat iemand daar op zijn of haar vrije middag naar luistert.
Mijn kinderen dus ook niet. Ze kwamen verbijsterd op het gereutel af. ‘Jemig! Waar kijk jij nou weer naar?’ riep de één. ‘Voel je je wel lekker?’ flapte de ander er uit. Ik wierp tegen dat ik het noodgedwongen voor mijn werk deed. ‘Ja, dat zeg je altijd. Maar dan ga je toch niet dáár naar kijken? Schrijf eens over iets leuks!’ Ze hadden een punt. Alleen is schrijven over leuke dingen op televisie niet zo leuk. Dat verveelt de lezers al gauw, die willen mee-schateren en mee-ergeren. Natuurlijk zijn er positieve uitzonderingen, zoals het goedverzorgde ‘Jeugdinfo’ en het professionele ‘10-minuten Jeugdjournaal’. Zelfs het wat betuttelende ‘In the spotlight’ van Henk van Vliet kan door de beugel. Maar je bent er zo snel over uitgeschreven. Opeens werd het mij duidelijk dat ik last had van beroepsdeformatie, in combinatie met een ernstige televisieverslaving. De angst om ook maar iets van al die vreselijke wanproducten op de buis te missen, hield mij zelfs op een zonnige zaterdagmiddag binnen. Inmiddels ben ik in therapie gegaan, volgens de psycholoog komt het wel weer goed met me.
Ik ben echter wel definitief uitgekeken. Om de relaties binnenshuis weer wat te normaliseren, heb ik het ganzenbord en de kwartetspelen onder het stof vandaan gehaald. En op het erf spelen we weer regelmatig dyompofutu. Ik kan het iedereen aanbevelen, ik verzeker u dat het vermakelijker is dan wat we doorgaans via de televisie krijgen voorgeschoteld.