Uitgekeken
Ik kan het als journalist niet ontkennen: ik doe liever verslag van een gruwelijke ramp dan dat ik een saaie persconferentie moet bijwonen van een minister die toch maar de halve waarheid vertelt. Het is als bij een brandweerman, die blust tijdens een 24-uursdienst liever een paar branden dan dat hij zich in de kazerne zit te vervelen. Ook een politieagent handelt tijdens zijn shift bij voorkeur een paar ongelukken en burenruzies af dan dat ie saai een surveillanceronde draait en voor de accountant is het leuker boekhoudkundig gesjoemel te ontrafelen dan het schrijven van een jaarverslag voor een saai bedrijf.
Maar binnen je beroepsgebied zijn er ook grenzen. De brandweerman ziet liever geen verbrande lijken en de politieman persoonlijk geen doodgeschoten mensen. Ook journalisten hebben die grenzen. Maar ze worden helaas al te vaak overschreden. Zo is het bij Times of Suriname bijna iedere dag raak. Fotografen schijnen er genoegen in te scheppen om slachtoffers van ongelukken of geweld herkenbaar in beeld te brengen, liefst met het bloed dat van ze afdruipt.
In het Apintie-programma ‘In de Branding’ van zaterdag 29 november maakte men het wel heel bont. De zoveelste sufkop op een brommer reed knetterhard met zijn helm los op zijn hoofd tegen de auto waarvan de sufkopbestuurster geen voorrang verleende. De klap was zo hard, dat de oogballen uit het hoofd van het slachtoffer vlogen. De cameraman van ‘In de Branding’ vond het wel een aardig idee om in te zoemen op een oogbal, die meters verwijderd lag van de rest van de verkeersdode, die uiteraard ook van top tot teen in beeld werd gebracht. Dat verslaggeefster Gail Eijk bij de introductie meldde dat de beelden schokkend zouden kunnen zijn, doet niets af aan de onsmakelijkheid van deze vertoning. Zowel naar het kijkerspubliek toe (hoe moet je in hemelsnaam aan je kind uitleggen wat het onverwacht aan het eind van de middag te zien krijgt?) als naar de nabestaanden van het slachtoffer. Een ziekelijk staaltje van gebrek aan piëteit omwille van de kijkcijfers of de eigen bevrediging?
Nee, geef mij dan maar de close-ups die de cameralieden van ‘Uma Tori’ de huiskamer in slingeren. Borsten, ingepakt in peperdure beha’s, worden gedetailleerd op het netvlies van de kijker geprojecteerd. Het programma zelf heeft weinig om het lijf. Het hangt vooral van commerciële verplichtingen aan elkaar. Presentatrice Serena Holland schijnt zichzelf te zien als de Oprah Winfrey van Suriname en profileert zich als een statige diva, die het geheel aan elkaar kletst. Tussen het gewauwel door geeft ze goedkope hebbedingetjes weg aan het publiek, dat volgens mij vooral uit familieleden bestaat. Dat moet haast wel, want als normaal mens ga je zo’n opname niet bijwonen, zelfs niet als je niets beters te doen hebt. Zonder al teveel enthousiasme zitten ze opeengepakt in een kil zaaltje. Een abattoir ziet er vrolijker uit.
Toch is het concept van ‘Uma Tori’ niet slecht. Er worden taboes aangekaart, zoals seks en andere heikele onderwerpen, en dat verdient waardering. Maar de uitvoering is, los van de stijve presentatie, om te huilen. De invloed van de sponsors komt zo duidelijk tot uitdrukking, dat je het gevoel krijgt naar een soort opgedirkte versie te kijken van ‘Home Shopping en Delivery Service’. Maar dan minstens zo klungelig.
Neem nu die bewuste beha-aflevering. Een moedig Javaans meisje toont voor het oog van de camera een kostbare beha en vervolgens grijpen een paar stevige handen in, want de dame van de beha-zaak wil laten zien dat de bandjes van dit stukje lingerie ook kruislings kunnen worden vastgemaakt. Het arme kind moet haar uiterste best doen om te voorkomen dat haar borsten er uit floepen.
Tijdens deze wat genante vertoning stond Serena erbij en keek ernaar. En dat is misschien wel het meest ergerlijke aan haar presentatie: Ze is een meester in het delegeren, op een soms wat kribbige manier, want ach je bent tv-diva of je bent het niet. Lootjes trekken voor lullige prijsjes, een door bedrijf X gesponsorde taart aansnijden en meer van dat soort minderwaardige klusjes; ze laat het allemaal over aan slaafse ondergeschikten.
Voor ‘Uma Tori’ blijf je dus niet thuis. Maar toch, als ik moet kiezen tussen de borsten van Serena en de oogballen van Gail, dan kies ik zonder enige twijfel voor het eerste.