Uitgekeken
Armand Snijders beoordeelt elke maand een of meer tv-programma’s
Reclame-ergernis
Ik ga naar Furniture City om mijn interieur een complimentje te geven. Ik heb eigenlijk geen idee hoe dat moet; als ik mijn oeroude bankstel een schouderklopje op de rugleuning wil geven, moet ik dat thuis doen. Daar staat het immers. Maar volgens de dame van de reclame moet ik mijn interieur in hun zaak komen ‘complimenteren’.
Het kan ook zijn dat ze ‘complementeren’ zegt, dat is echter geen bestaand woord. De allervriendelijkste verkoper van Furniture City weet, nadat ik hem heb geconfronteerd met de reden waarom ik ben binnengelopen, bij God niet waarover ik het heb. Gezamenlijk concluderen we dat er sprake is van een misverstand, gevolg van een verspreking: de irritante dame van de reclame had ‘completeren’ moeten zeggen, ‘niet complimenteren’.
Effectief adverteren is een kunst. Mooie advertenties zijn geen straf om keer op keer te zien. De korte, flitsende Heineken-advertenties zijn daar een voorbeeld van. Ook dochter Parbo heeft wel eens de spijker op de kop geslagen met een spotje dat nooit verveelt. Helaas zien we dergelijke reclame-uitingen weinig. We moeten het vooral doen met ellenlange, doodsaaie filmpjes die veel te veel worden vertoond en snel irritatie opwekken. Neem nu de reclame van Taj Mahal aan de Kwatta-weg, waarbij een blakabakra-meid, uitgedost alsof ze zich kort daarvoor heeft uitgeleefd op een kabulafeest, door de zaak drentelt en de meest onzinnige dingen uit de schappen pakt om de kijker te tonen. Een klassiek voorbeeld van hoe het niet moet.
Originaliteit is bij adverteerders vaak ver te zoeken. Het liefst laat iedereen de producten aanprijzen door het trio van 1 en 1=3. Aardige lui hoor, maar je ziet ze zo vaak dat je een andere zender opzoekt als ze alwéér een keuringsstation, supermarkt of warenhuis onder onze aandacht brengen. Wat dus een averechts effect heeft op de adverteerders.
En dan het gebrekkige taalgebruik! SAF Trade brengt Giv-zeep die ‘heerlijk zacht ruikt’. Dat is knap. Gail Eijk neemt ons mee naar Huang Fa Hotel en Appartementen aan de Kwattaweg (of is het Kwattawat, zoals de Chinese eigenaar op zijn pand heeft laten schrijven?) en verzekert ons dat we met onze vuile was niet verlegen hoeven te zitten. Los van het feit dat ze deze uitdrukking taalkundig verkracht, betekent dit eigenlijk dat u een berg vuile was krijgt als u een kamer huurt. ‘En de prijs, vraagt u? Daar hoeft u zich totaal geen zorgen over te maken’. Daar maak ik mij juist wel zorgen over, ik wil vooraf weten of ik waar voor mijn geld krijg!
Advertenties zijn noodzakelijk voor media om te overleven, dus daar is niets op tegen. Maar maak het wel aantrekkelijk. Als een programma wordt overschaduwd door reclame, vergaat je de lust tot kijken. Neem de Amerikaanse serie Charmed, een paar keer per week te zien op RTV. Er is weinig charming aan. Importeur NV Dam heeft een megadeal gesloten: een aanzienlijk deel van de spannende beelden is doorlopend verscholen achter reclameuitingen. Zo moet je maar raden of achter die levensgrote toiletrol of drie pakken sap in de linkerbovenhoek nu een good of een bad guy staat. Rechtsboven zien we het logo van RTV en de opgeblazen titel van de serie, onderin worden we afgeleid door het logo van de Amerikaanse zender waar de beelden van gejat zijn en streaming teksten over de lekkerste koekjes en beschuitjes die NV Dam ons land binnen brengt. Absolute koploper als het gaat om de duur van reclameonderbrekingen is 1 voor 12. Een aardig programma waarin de gewone man/vrouw zijn/haar zegje mag doen over het Grote Onrecht dat hem/haar is aangedaan. Ik weet hoe ze aan de titel zijn gekomen: 1 kort item wordt opgevolgd door 12 minuten reclame. En allemaal advertenties waar 1 voor 12-medewerkers, Jolanda Wassenaar en Jerrel Viercoke in optreden. Alleen al om die reden sla ik het programma consequent over, dat scheelt een hoop kijk-ergernis.
Tot slot: als ik ooit dood ga, dan weiger ik mijn laatste reis te laten organiseren door uitvaartbedrijf en kistenfabriek Goliath. Ze noemen zich in hun reclamespot
‘redelijk en betrouwbaar’. De onvermijdelijk laatste rit op weg naar wat komen gaat, wil ik niet in handen leggen van een ‘redelijk’, maar van een ‘perfect’ of minstens ‘goed’ bedrijf. Voor minder doe ik het niet.