Uitgekeken (registered)
Dwaaltaal
Tot enkele jaren geleden spraken Surinaamse kinderen al aardig wat Engels voor ze de lagere school verlieten. Toen had je immers op televisie nog geen (al dan niet illegaal gekopieerde en vertoonde) films met ondertiteling en werden ze gedwongen om goed te luisteren. Anders konden ze met die vreemde talenbrij weinig van de verhaallijn brouwen.
Hoe anders is dat nu: steeds meer programma’s Nederlands worden ondertiteld. Er schijnt hier zelfs een bedrijfje te zijn dat zich daarop stort, Markay Multimedia. Zodat we ons hoofd niet meer hoeven te breken over dat vervelende Engels. Alleen jammer dat ze bij Markay Multimedia niet al teveel verstand hebben van grammatica: de d-tjes en t-tjes vliegen je op de verkeerde plekken om de oren.
Maar het kan erger. Al zappend bleef mijn oog onlangs steken bij een Hindostaanse film op de STVS. Zo eentje van B-niveau, die waarschijnlijk nooit de bioscopen in India heeft gehaald. Met een clichéverhaallijn waarin (on)gelukkige liefdes, vals spelende familieleden en vrienden en vooral veel geweld centraal staan. Tot zover niets bijzonders. Totdat ik trachtte het verhaal via de ondertiteling te volgen. Toen kwam ik niet meer bij.
Zij: ‘Dit is mijn broer.’
Hij: ‘Uw naam?’
Zij: ‘Hij is stom.’
Hij: ‘Dat is gemiddeld.’
Of wat te denken van ‘Ik heb nog 55 gepompt’ (zegt een kerel die schietend een huis is binnengelopen). ‘Trek de trekker. Trekkracht nu.’ (reageert een ander even later). ‘U zult tussentijds van uw sterven vragen’ (waarschuwt de schietgrage van het stel, terwijl hij zijn wapen op de ander richt). En zo ging het drie uur achter elkaar door met de dwaaltaal.
Deze film was wel erg extreem. Maar ook van sommige van onze eigen Surinaamse sterren steken we weinig goed Nederlands op. En dan bedoel ik niet dat mijn dochter na het luisteren naar Paul Somohardjo ervan overtuigd is dat het ‘forshitter’ is in plaats van ‘voorzitter’. De baas van het parlement kan er ook niks aan doen dat hij een splaakgeblek heeft. In de tijd dat hij naar school ging moest de logopedist waarschijnlijk nog worden uitgevonden.
Anders is het als je naar de videoclip kijkt van Damaru. Een prachtig bedenksel dat hij ‘een tuintje in zijn hart’ heeft, maar in de meelopende meezingtekst heeft hij het wel ‘voor jouw’. ‘Mischien’ weet hij ook al niet goed te schrijven. Mooi natuurlijk dat je een hitje scoort, maar in de toekomst doet hij er beter aan eerst even een eindredacteur in te schakelen om te verbloemen dat hij in de schoolbankjes niet heeft opgelet.
Als je Damaru in interviews hoort praten, kun je niet anders dan veronderstellen dan dat hij weinig successen boekte in de klas. Hoe anders is dat met onze ‘geleerde’ zogeheten voorbeeldfiguren, zoals politici. Toch triest om een minister tegen een journalist te horen zeggen dat hij ‘dat bevoegdheid’ niet heeft. Of dat ‘de perceel’ aan iemand anders toebehoort. Zijn collega jokte ‘het kwam ook pas duidelijk…’ toen hij zich ergens uit probeerde te kletsen. En wat te denken van first lady Liesbeth Venetiaan, die bij haar vele bezoeken aan sociale instellingen standaard het praatje houdt dat ze met haar aanwezigheid iedereen ‘een riem onder het hart’ wil steken. Au!
Het Nederlands is nog altijd de enige officiële voertaal in ons land en verplichte kost in onder meer het parlement en op scholen. Maar collectief maken politici, leerkrachten, nieuwslezers en anderen in de samenleving, die voor onze kinderen als voorbeeld fungeren, er een soms onbegrijpelijk brabbelpotje van.
Ik pleit er op deze plek voor om vanaf heden de ondertiteling bij Engelstalige films te verbieden. Dan leren onze kinderen tenminste nog één taal (het Engels dus) op een fatsoenlijke manier. Want van het Nederlands dat ze via de Surinaamse zenders krijgen voorgeschoteld, worden ze alleen maar dwaaltaalkinderen.