Van wie is Tempoca?
Al vanaf 1735 is voor Inheemsen grond gereserveerd, gelegentussen Republiek en Zanderij. Voorouders van de zwarte Paranen hebben voor enna de afschaffing van de slavernij, na decennia lang sparen, hun plantagesgekocht van de voormalige Nederlandse eigenaars. Behalve de bewoonde plantageTempoca. In 1999 hebben twee Hindostaanse broers deze plantage van de onwettigeeigenaar in Nederland gekocht. Ze willen dat de bewoners vertrekken, en derechter gaf hen vorige maand gelijk. De Staat Suriname tekende namens debenadeelde bewoners beroep aan tegen het vonnis en startte een bodemprocedure.
In een kortgeding werd onlangs in Paramaribo beslist dat de Nederlands-Hindostaansegebroeders Biharisingh eigenaars zijn van Plantage Tempoca. Dat is in Para eenvan de weinige plantages die nooit gekocht is door de Afrikanen die er alsslaaf werkten. Volgens Biharisingh zou hij de ruim 640 hectare grond in 1999voor 27.000 euro hebben gekocht van de verbaasde Nederlanders Bohre – die geenflauw idee hadden dat ze grootgrondbezitters zouden zijn. Zij waren deerfgenamen van de Nederlandse eigenaar die de grond bijna een eeuw geleden inallodiaal eigendom had. Mr. ChasMijnals, de onlangs aangetrokken jurist van de benadeelden: “Allodiaal betekentdat je gebruik mag maken van grond van de staat, maar dat die grond niet jouweigendom is. Het is een recht waaraan verplichtingen en beperkingen vastzitten.De overheid gaf grond in allodiaal eigendom tot 1938, zodat zij indien nodigkon ingrijpen, bijvoorbeeld bij verkoop. De gebroeders Biharisingh zijn devierde partij aan wie Tempoca is doorverkocht sinds 1901.Geen van dezeverkopers heeft daarvoor toestemming gehad van de staat, dus zijn dezeverkoopovereenkomsten nietig, ook al door nalatigheid van de Staat. Mevrouw mr.Jennifer van Dijk-Silos heeft daarom namens de Staat een proces aangespannentegen de Biharisinghs, zodat voorkomen is dat de bewoners van Tempoca met eendeurwaarder van de grond afgezet worden. De Staat kan in zo’n geval, waar de grondal generaties lang bewoond is door mensen die geen eigenaar zijn en sprake isvan gewoonterecht, de grond ‘naasten’ , dat wil zeggen onteigenen en aan debewoners geven, zoals gebeurd is bij de grond van Rahemal buiten. Ook kan destaat Tempoca ‘naderen’, wat een vereenvoudigde procedure is om de grond weerin de boezem van de staat te krijgen.
Gecommitteerd
De figuratieve kaart van Biharisingh lijkt wel eenfantasiekaart. ‘Hun’ Tempoca omvat een groot deel van het Inheemse dorp WitSanti bij Zanderij en delen van de plantages Bersaba, Republiek en Hannover.Hier wonen en werken meer dan 1.000 Surinamers; Inheemsen en nakomelingen vanAfrikaanse slaven. Verder liggen er honderden als heilig beschouwde graven vandrie eeuwen Inheemsen, en twee eeuwen Afrikanen in slavernij. Ook is Tempocaeen economische zone, want het is landbouw-, jacht- en visgebied voor deomwonende plantagebewoners van La Prosperité, Vierkinderen en La Providence.Maar dat was voor mr. Erwin Kanhai geen bezwaar om namens de Biharisinghs teprocederen, om de mensen te dwingen de grond te ontruimen en evenmin voor derechter om die eis in te willigen.
De Staatsadvocaat, Jennifer van Dijk- Silos voerde volgenseen aantal benadeelden een teleurstellend pleidooi. Ze kon niet eens kaarten producerenom Biharisinghs claim te weerleggen zeggen zij, terwijl twee bezoekjes aan Paravoor Parbode voldoende waren om acht kaarten van tussen 1735 en 1960 tebemachtigen. Vanaf 1735 staat op de kaarten steeds het gebied van de ‘VrijeIndianen’ aangegeven: het gebied waar nu Wit Santi, luchthaven Zanderij en hetinheemse dorp Hollandse Kamp ligt. Bovendien heeft Suriname zich via deOrganisatie van Amerikaanse Staten (OAS) gecommitteerd aan een wet diegrondenrechten garandeert van Inheemsen en andere in stamverband levendevolken, zoals Marrons. Immers: zij hebben meer dan wie ook recht op hunwoongebieden die zij duurzaam benutten, waarbij het ecologisch evenwicht in hetsecundaire bos gespaard blijft.
Paaltjes
Maar er zijn nog meer feiten die vragen oproepen. Zo vragende kapiteins en de andere Parabewoners zich af, hoe iemand in 1999 zo’n grootstuk grond kon kopen, zonder een behoorlijke kaart en zonder plaatselijkonderzoek. Wisten de Biharisinghs dan niet dat plantage Tempoca deels bewoondis, historische begraafplaatsen bevat en een economische zone vertegenwoordigtvoor de bewoners? Het is vreemd dat er pas in 2001 landmeters aan te paskwamen, die ook nog uitgingen van recentere, figuratieve – dus niet uitgemeten- kaarten die een veel groter gebied aangeven als te zijn Tempoca.
Oud-kapitein Ruben Sweedo van Wit Santi: “In 2001 waren erplotseling landmeters die dwars door het dorp een lange lijn van paaltjesplaatsten, en metingen verrichtten die in feite het hele dorp – waar zo’n 600inheemsen wonen – en onze begraafplaats omvatten. Ik wou ze direct stoppen,maar zelfs met de sterke arm zou dat niet lukken. Desgevraagd kwamen ze met hetverhaaltje dat de gebroeders Biharisingh Tempoca hebben gekocht en dat ze degrenzen markeerden. Ik weet dat hun grenzen niet juist zijn, want we hebbenkaarten uit 1750 waarop je ziet dat Tempoca in een hoekje over de – toen nogniet bestaande – weg naar Republiek en de weg naar Zanderij loopt. Maar zoalsde landmeters de grenzen aangaven, zo groot is Tempoca echt niet.”
Ook Basja Jubitana van Wit Santi vraagt zich af: “Als ik hetgoed begrijp, hebben twee Nederlanders van twee andere Nederlanders een stukjereeds eeuwen bewoonde Surinaamse grond gekocht, en willen ons weg jagen, fa datkan?” En mevrouw Dors uit Tempoca zegt: “Ik woon zelf midden in het ‘betwistegebied’. We hebben eerst een stuk bos moeten openkappen voor we een optrekjekonden bouwen. We hebben veel moeten offeren om hier te kunnen wonen. Onshuisje ligt zo’n 45 kilometer van Paramaribo, waar velen van ons voor hun werkof hogere opleiding naar toe moeten. Mulo-leerlingen moeten om vijf uur ‘smorgens met de bus mee naar Lelydorp. We klagen niet over de offers, maar wekunnen bedreigingen dat we van deze grond afmoeten, daar echt niet bij hebben.”
Hebzucht
“Ik ben zes jaar geleden geremigreerd naar mijngeboortegrond”, vertelt Max Powell uit Hannover. “Daarvóór heb ik in Nederlandreproducties gemaakt van eeuwenoude koloniale kaarten van de Paraplantages. Deoudste kaarten, zoals die van Mosenberg uit 1801, zijn met de besteinstrumenten van toen vastgesteld en uitgemeten. Wie schetst mijn verbazingtoen in 2003 een deurwaarder met een Nederlandse dame aan mijn poort stond diezei: ‘Ik ben de weduwe Lotje Biharisingh, mede-eigenaar van plantage Tempoca,en u woont op mijn grond.’ Ik heb haar rustig op het terras ontvangen enhypothetisch gevraagd voor hoeveel ze de grond zou willen verkopen. Ze vroeg 30euro per vierkante meter, een ongehoord hoge prijs. Het typische is dat ze heelTempoca ook via het internet probeert te verkopen, en daar 30 eurocent pervierkante meter voor vraagt. Aangezien haar kaart en volgens mij ook hun claimniet klopt, heb ik er niets meer van gehoord, tot de rechtszaak van afgelopenmaand.”
En Willem Plet uit Bersaba vertelt: “Mijn grootvader kreegbij het vertrek van de laatste eigenaar van Tempoca, de heer Bohre,vruchtgebruik van de plantage. Daarom is het een gebied geworden waarop deomringende plantagefamilies hebben gebouwd, kostgrondjes hebben aangelegd, ener nog steeds jagen en vissen. Het is voor ons een economische zone, waardoorvelen zelfvoorzienend kunnen zijn. Wanneer de Biharisinghs Tempoca willenhebben, zullen ze ongeveer duizend mensen moeten herhuisvesten. Dan moeten zeons te eten geven als we honger lijden vanwege hun hebzucht!”
Hollandse Kamp Kapitein Stefanus Sabajo uit Hollandse Kamp: “In het Inheemse dorp Hollandse Kamp hebben we net ontdekt dat het hele dorp op een landmeterskaart van 2005 staat op het terrein van de Luchtvaartdienst. Er speelt hier dus ongeveer hetzelfde als op Tempoca: we moeten verhuizen als de Staat die claim van de Luchtvaartdienst erkent. Autoriteiten hebben ons nog niet hierover benaderd, maar volgens mij is dit een schending van onze grondenrechten. Grondenrechten-schendingen zijn mensenrechtenschendingen, zo worden Inheemsen steeds weer in de pan gehakt in Para.” |