Vergane glorie
Doelnetten die voor aanvang van een internationaal duel nog snel worden geplaatst. Stoffige, verrotte tribunebanken waarop het publiek noodgedwongen plaatsneemt. Een donatie van een professionele tribune, die nooit op de juiste plek werd geïnstalleerd en inmiddels in delen via de voor- of achterkamer werd doorverkocht. Een WK-duel dat in de middaguren moet aanvangen, omdat de verlichting niet in orde is. Voetbalclubs die uitwijken naar andere faciliteiten en atleten die zich behelpen op de enige 400-meterbaan die Suriname beschikbaar heeft. Het André Kamperveenstadion (AK-stadion) lijkt zo langzamerhand een zinkend schip. Hoelang moeten we dit schouwspel nog met lede ogen aankijken? En is er enige hoop dat het stadion dat sinds 1988 de naam draagt van een nationale held, weer nationale glorie krijgt?
Een doodnormale donderdag- avond in Paramaribo-Centrum. Op de Henck Arronstraat zoeven rond zes uur in de avond de nodige auto’s voorbij. Maar zodra we de Letita Vriesdelaan indraaien, horen we de vogels alweer boven de ronkende motoren uitkomen. Eenmaal op het parkeerterrein van het AK-stadion, kunnen we bijna een speld horen vallen. In samenspel met de dreigende donkere wolken, is het stadion een schimmig, afstandelijk bouwsel dat zich lijkt af te vragen wat we eigenlijk komen doen. We zetten onze wagen naast een paar andere auto’s en betreden het stadion.
Verder lezen? Koop dan nu de Parbode. Nog tot eind deze maand in de winkel en daarna verkrijgbaar via de redactie.