Verkiezingen in Argentinië: De strijd om de gematigde kiezer in het centrum – Parbode Sneak Peek
De presidentsverkiezing in de op twee na grootste economie van Latijns-Amerika vindt plaats op 27 oktober in een weinig rooskleurige context: economische recessie, dalende waarde van de nationale munt, een inflatie van bijna 50 procent en een derde deel van de bevolking dat in armoede leeft. De 44 miljoen Argentijnen zijn diep verdeeld over de te volgen koers.
Tekst Maja Haanskorf
De Argentijnse verkiezingen van oktober dit jaar staan meer in het teken van afwijzing dan van hoop. Het draait om ‘anti-kirchnerismo’ versus ‘anti-macrismo’. Ofwel: ‘Laat voormalig president Cristina Fernández de Kirchner en haar aanhangers niet meer terugkomen’ versus ‘laat haar opvolger, huidig president Mauricio Macri, niet langer doorgaan’. De kloof tussen beide sentimenten is groot. Zowel het linkse peronistische kamp van Kirchner als het rechtse kamp van Macri beijvert zich dan ook om de zwevende kiezers in het midden aan zich te binden.
Dat werd duidelijk met de aftrap van de televisiecampagnes in juli. Alberto Fernández, de presidentskandidaat voor de linkse coalitie ‘Front voor Iedereen’, beschreef zichzelf als een ‘verzoenende politicus’ en een ‘normale kerel’. Hij beloofde orde te brengen ‘in de chaos die ze voor ons achterlaten’. President Mauricio Macri, die kandidaat staat voor de rechtse coalitie ‘Samen voor Verandering’, benadrukte de verworvenheden van zijn beleid en zei dat ‘hij het land uit een staat van verwaarlozing naar een nieuwe realiteit brengt’. Hij wees op de vele openbare werken en projecten voor infrastructuur die aan de gang zijn.
Tussen deze kampen probeert nog een derde onafhankelijke kandidaat stemmen te trekken: de vroegere economieminister Roberto Lavagna met zijn coalitie ‘Federale Consensus’. Hij ziet zichzelf als een alternatief voor Fernández en Macri, tussen wie een diepe kloof bestaat ‘zonder enige vorm van dialoog’.
Toenadering
Al zullen de kandidaten van links en rechts dat nooit toegeven, in feite kruipen ze steeds meer naar elkaar toe uit de noodzaak de gematigde kiezers voor zich te winnen. Hierdoor is het oorspronkelijke politieke centrum van vooral diverse peronistische groepen min of meer ingestort, omdat de flanken (links en rechts) zich hier proberen te nestelen. Het begon in mei toen Cristina Fernández de Kirchner (CFK) aankondigde niet zelf kandidaat te zullen staan, maar mee te doen als running mate van Alberto Fernández, een meer gematigde peronist. Ze besefte dat haar polariserende figuur niet tot electorale winst zou leiden.
De eerste politieke reactie kwam meteen: op dezelfde dag zegden acht gouverneurs hun steun toe aan het duo Kirchner-Fernández, naast de vijf gouverneurs die al steun aan CFK hadden toegezegd. Bovendien hoopt ze dat Fernández beter ligt bij investeerders.
Macri volgde snel en koos Miguel Ángel Pichetto, de oppositieleider in de senaat en een gematigd peronist, als zijn running mate. Met de keus voor Pichetto kan hij het peronisme verdeeld houden – noodzakelijk als hij herkozen wil worden.
De reputatie van Pichetto als een pro-marktpoliticus maakte dat de peso voor het eerst weer in waarde steeg. In de peilingen herstelde Macri zich dan ook enigszins. Deze toenadering van de flanken maakt de kans voor de onafhankelijke centrist Roberto Lavagna en zijn running mate Juan Manuel Urtubey, de ex-gouverneur van de provincie Salta, kleiner.
Het hele artikel is te lezen in de septembereditie van Parbode.