Vliegen en BEP (registered)
Vliegen is niet fijn
Dat een columnist af en toe wat moet chargeren om zijn punt duidelijk te maken is mij als journalist niet onbekend. In uw column ‘Vliegen is niet fijn’ in Parbode 36 slaat u echter met uw opmerking dat ‘het chaotisch tafereel’ van de 100 procent controles op Schiphol (reden: het regent al ruim een kwart eeuw coke in Nederland die vanuit Suriname wordt aangevoerd) ‘even de associatie oproept met de joden die in de Tweede Wereldoorlog naar de gaskamers werden gedreven’ niet alleen de plank helemaal mis, maar toont u ook aan een meer dan schandelijk gebrek aan historisch besef te hebben.
Een hoofdredacteur van de Parbode onwaardig. Zes miljoen joden werden door het Duitse naziregime vermoord, enkel en alleen vanwege hun jood zijn. Wij, reizigers vanuit Suriname, lopen op Schiphol een uurtje vertraging op omdat de Surinaamse overheid er nog steeds niet in slaagt om ook maar iets te doen aan de allesoverheersende macht en invloed van de cokehandel in Suriname. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat Suriname ondanks vrije verkiezingen nog steeds geen democratische rechtstaat is, zoals onder andere blijkt uit het zich uiterst schoorvoetend ontwikkelende
decemberproces en het achterwege blijven van bijvoorbeeld ieder onderzoek naar de Moiwana-massamoord, de moord op politieman Herman Eddy Gooding, de aanslag op een politiepost in Tamanredjo etc. Voor een echte democratische rechtstaat is vereist dat er een democratische sfeer in alle geledingen van de samenleving heerst en dat is in Suriname niet het geval. Ten aanzien van de Suri-coke: u doet daar wat lacherig over: ‘Want stel je voor dat er een paar gram cocaïne doorheen glipt.’ Het gaat niet om grammen, maar om aanzienlijke hoeveelheden. Uw suggestie dat Nederland het op Schiphol allemaal wat luchtiger moet opnemen omdat er elders ook coke het land wordt binnengesmokkeld, getuigt in ieder geval van een wel heel aparte visie uwerzijds op het drugsprobleem. Analoog zou je kunnen zeggen: we moeten bijvoorbeeld in Overijssel maar geen onderzoek naar een moord doen omdat er in Amsterdam al zoveel liquidaties zijn.
Karel Bagijn
Amsterdam
Noot van redactie:
Natuurlijk realiseren we ons welke verschrikkingen de joden hebben ondergaan. De vergelijking komt misschien wat bot en erg extreem over (natuurlijk zijn het 2 dingen die qua ernst niet met elkaar te vergelijken zijn), maar de schrijver heeft duidelijk gesteld dat de lange rij op Schiphol ‘even associaties oproept’ met de wijze waarop joden naar de gaskamers werden getransporteerd. Er is een zeer groot verschil tussen het drijven van de joden naar de gaskamers en de behandeling van Surinamers na aankomst op Schiphol. Maar nogmaals, de associatie schoot wel heel even door het hoofd toen de auteur zelf in de rij stond. Vooral als je ervaart wat er bij de eerste schifting bij de Marechaussee gebeurt: ben je blank dan mag je na 2 standaardvragen ongestoord doorlopen. Ben je zwart (bij voorkeur met rastahaar) dan word je aan een ongekend kruisverhoor onderworpen en mag je met een beetje pech mee naar beneden. Een schifting die uiteraard plaatsvindt op basis van de ervaringen van de Nederlandse autoriteiten, maar de (vaak onbeschofte) wijze waarop het gebeurt, stuit ieder weldenkend mens tegen de borst. Zeker in de wetenschap onder wat voor afgrijselijke omstandigheden Hollanders de voorouders van de lui die eruit worden gepikt, in een grijs verleden hebben behandeld.
De strenge controles zijn nodig, laat daar geen twijfel over bestaan, smokkelaars moet je aanpakken. Dus de redactie is het oneens met de vergelijking van de brievenschrijver van de moord in Overijssel die maar niet onderzocht moet worden omdat we in Amsterdam al genoeg vermoorde lui hebben. We willen die vergelijking graag nuanceren: we gaan bij de supermarkt buiten voor de deur twintig zwaarbewapende lui zetten in de hoop een winkeldiefje in de kraag te vatten, terwijl we 1 ongewapende gast voor de deur van de bank op de hoek opstellen, in de wetenschap dat krakers die bank willen leegroven. Dat is wat momenteel gebeurt. De Nederlandse autoriteiten zetten enorm veel mankracht in om die paar bolletjesslikkers uit Suriname in de kraag te vatten, terwijl we eerlijk gezegd weten dat iedere week een container binnenkomt in Nederlandse havens, met zoveel cocaïne waarmee we heel Nederland wekenlang mee onder zeil kunnen krijgen. Niet dat je die slikkers niet moet grijpen (zoals je een winkeldief ook niet moet laten lopen), de middelen die worden ingezet zijn naar onze mening echter te zwaar.
BEP
Naar aanleiding van het interview met Nabesing Ajeki in Parbode van april, waarin hij felle kritiek uit op de financiële gang van zaken binnen partij voor Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP), waarvan hij penningmeester was, het volgende. Ajeki stelt dat partijvoorzitter Caprino Allendy in totaal 15.700 USdollar heeft gegeven aan ‘een zekere mevrouw Amoksi’, ondergetekende dus, ‘om haar aanvraag voor een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) voor Nederland te bekostigen’. Volgens Ajeki zou dit zonder zijn instemming zijn gebeurd.
Het bezorgt bij mij bijzondere irritatie dat er binnen de BEP mensen zijn die het om een of andere reden nodig vinden hele of halve onwaarheden via de media te verspreiden, terwijl zij op de hoogte zijn van de werkelijke gang van zaken. Het is verbazingwekkend, omdat ik altijd heb gedacht dat ‘broederschap en eenheid’ de lijfspreuk was van deze veelbelovende politieke organisatie. De feiten op een rij: in 2007 behaalde ik mijn MO-B akte geschiedenis aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) Daarna werd mij een beurs aangeboden om een masteropleiding te doen in Nederland. Daar zijn echter hoge kosten aan verbonden. Naast deze kosten moet een bepaald bedrag op een eurorekening als waarborg staan, omdat anders je Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) niet in orde zou komen. Omdat ik de beurs niet wilde laten schieten, raadde een kennis mij aan om contact op te nemen met het hoofdbestuur van BEP. De partijleiding was evenals ik ervan overtuigd dat mijn wetenschappelijke opleiding een goede bijdrage zou kunnen leveren aan de verdere ontwikkeling van onze natie in het algemeen en die van de marrongemeenschap in het bijzonder. Van de heer Allendy kreeg ik de toezegging voor de noodzakelijke financiële ondersteuning. Van mijn zijde werd de toezegging gedaan dat het op mijn rekening gestorte geld tot de laatste cent zou worden terugbetaald. Dat zou voor mijn vertrek naar Nederland gebeuren, omdat er dan via de aan mij toegezegde beurs andere middelen zouden vrijkomen. In aanwezigheid van een jurist heb ik hiervoor een schuldbekentenis getekend. Helaas kreeg ik pas twee dagen voor mijn vertrek de bevestiging dat mijn studievisum was goedgekeurd. Ik heb direct daarna getracht contact op te nemen met de voorzitter en de secretaris van BEP om het geld terug te kunnen geven. Echter zonder succes. Uitstellen van mijn vertrek was niet mogelijk, omdat ik mij op tijd moest aanmelden voor de opleiding. Ik ben met eigen middelen vertrokken, het geld van BEP bleef veilig op mijn bankrekening en is dus nooit Suriname uitgegaan. Vanuit Nederland heb ik de BEP-leiding kunnen overtuigen van de overmachtsituatie en dat het terugbetalen van het geld op dat moment onmogelijk was omdat er niemand voor die rekening was gemachtigd. Ik ben volgens plan na zes maanden weer teruggekeerd naar Suriname en heb op 27 februari het bedrag volledig, inclusief rente, op de rekening van BEP teruggestort.
Het stimuleren van de ontwikkeling van de Surinaamse marrongemeenschap is iets dat centraal staat bij BEP. Om dit proces te versnellen moet wel eerst worden afgerekend met de naweeën van de verdeel- en heerspolitiek, die geïntroduceerd werd door de kolonisatoren. Jammer dat er binnen BEP nog voorbeelden zijn van mensen die worden achtervolgd door deze verdeel- en heersnaweeën. Deze andersdenkenden roepen bij mij diepe gevoelens van teleurstelling op; ik wens niet als pion gebruikt te worden in een politiek spel waarvan ik de regels niet ken.
Martina Amoksi
Paramaribo