Voelsprieten van Nederland
Bijna achtduizend kilometer zee scheidt Nederland van Suriname. Het beeld dat men in de polder van de tropen heeft, wordt dus met name bepaald door het nieuws dat die kant op wordt gestuurd. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor correspondenten. Een verantwoordelijke taak, maar de verslaggevers zijn zich bewust van hun missie: “Ik breng wat ik belangrijk vind.”
Nina Jurna is al tien jaar correspondent namens RTL nieuws. Ze onderkent de verantwoordelijkheid van haar baan. “Er kijken een miljoen mensen naar je item, dus je kunt wel stellen dat je voor een groot deel verantwoordelijk bent voor de perceptie die mensen van Suriname krijgen. Ik kies welk verhaal ik wil maken en stuur dat naar Nederland. Dat is wat de mensen te zien krijgen. In dat opzicht ben ik hier de ogen en oren.”
De beeldvorming is de laatste jaren wel verandert, aldus Jurna. “RTL was in eerste instantie zo geïnteresseerd in Suriname omdat het land vrij gesloten was. Onder president Wijdenbosch kwam er maar weinig informatie naar buiten. Toen ik hier in 2001 kwam, wist daarom bijna niemand hoe het er hier aan toe ging. In het begin heb ik bijvoorbeeld een item gemaakt over dat hier, midden in de tropen, Nederlands werd gesproken. Mensen waren zich daar helemaal niet van bewust. Het overheersende beeld was toch dat van armoede en drugshandel. Door de nieuwsstroom die hier vandaan kwam via correspondenten, is er een andere beeldvorming ontstaan, met aandacht voor stagiaires, economie en toerisme.”
Jurna merkt echter dat de nieuwsgierigheid naar Suriname aan het afnemen is. Dat komt volgens haar vooral omdat er in Nederland zoveel gebeurt, dat er amper meer ruimte is voor diepgaande buitenlandse actualiteiten. “Kranten puilen uit van het nieuws. Op politiek, economisch en sociaal vlak gebeurt in Nederland zoveel meer dan tien jaar geleden. Dat gaat ten koste van de buitenlandse berichtgeving.”
De 41-jarige journaliste moet daarom soms knokken voor een plaatsje in de Nederlandse media. Ze heeft het idee dat men wat Suriname betreft verzadigd is. “In tien jaar tijd hebben mijn collega’s en ik veel over het land kunnen vertellen”, zegt Jurna. “Toen er met de aanstelling van Bouterse heet nieuws was, trok de belangstelling weer aan. Maar de ruimte om je verhaal te doen, is vaak beperkt. Dat is jammer, want dat betekent dat je weinig ruimte hebt voor nuance in je verslag. Het nieuws over Bouterse moet stroken met de perceptie van het publiek. Maar zo zwart/wit ligt het allemaal niet. Het is frustrerend dat je niet altijd de ruimte hebt om dat uit te leggen.”
Pavlov-stuip
Harmen Boerboom (53), sinds augustus vorig jaar correspondent van de Wereldomroep, deelt de opinie van Jurna. Hij ergert zich er met name aan hoe eenzijdig in Nederland wordt gereageerd op de berichtgeving vanuit Suriname. “Ik vind dat Nederland heel snel in een Pavlov-stuip schiet als het over Bouterse gaat. Natuurlijk is hij hoofdverdachte van de decembermoorden en heeft hij een veroordeling voor drugssmokkel aan zijn broek. Maar dat hij in 25 jaar tijd een politieke stroming heeft gecreëerd die door de etniciteit heen is gebroken, hoor je nergens.”
Boerboom was geschrokken dat het na de verkiezingen bijna alleen maar over Bouterse ging in Nederland. Volgens hem wordt de nieuwbakken president veel te vaak aangehaald, zelfs als dat niet relevant is. “Wat je in de jaren tachtig hoorde, hoor je nu nog steeds. De verklaring hiervoor is simpel: het scoort goed en appelleert aan het stereotype. Die hokjesgeest zit er nu eenmaal in bij Hollanders. Je bent goed of slecht, no grey stripes. Bouterse heeft gewonnen en dus is het volk dom en leeft men in een bananenrepubliek. De snelheid en de hardheid waarmee een oordeel wordt geveld, vind ik niet slim want we moeten met elkaar verder. Suriname is onlosmakelijk met Nederland verbonden, alleen al vanwege het grote aantal Surinamers dat er woont. Voor hen is het belangrijk dat ze een afgewogen nieuwsvoorziening vanuit hun thuisland krijgen.”
Boerboom zelf krijgt hier naar eigen zeggen genoeg de ruimte voor. “De Wereldomroep bedient een niche van mensen die specifiek in Suriname geïnteresseerd zijn. Dan kun je dus flink wat achtergrond kwijt in je verhaal. Maar als je een item van drie minuten voor het journaal of Radio 1 moet maken, is dat bedoeld voor een brede doelgroep. Dan wordt het veel lastiger om ingewikkelde situaties uit te leggen en moet je je vaak beperken tot het verhaal wat voor mensen het best behapbaar is.”
Argwanend
In zijn journalistieke werk merkt Boerboom dat hij argwanend wordt benaderd door de Surinaamse politiek. De macht van de nieuwsgaarder wordt volgens hem in Suriname veel minder onderkend dan in Nederland. “Je status is hier heel anders, mensen zien je zeker niet als waakhond van de democratie. Eerder word je gezien als een lastpak die zich met dingen bemoeit. Dat maakt het soms wel eens moeilijk om toegang tot informatie te krijgen.”
Voor Boerboom geldt dit laatste meer dan voor andere correspondenten, omdat zijn items niet alleen in Nederland maar ook in Suriname zelf worden uitgezonden. De Wereldomroep bedient via radio en internet beide doelgroepen. Zijn werk ligt dus altijd onder de loep. “Ik probeer altijd onafhankelijk te werken en volgens mij lukt dat heel aardig. Maar het is moeilijk omdat zowel Nederlanders als Surinamers bevooroordeeld naar het nieuws kijken. Het brengen van kritisch nieuws wordt hier gezien als een politieke aanslag. En als ik in Nederland probeer uit te leggen dat Bouterse ook veel goede dingen heeft gedaan, wordt gevraagd of ik bang ben voor een pak rammel. Dat is wel eens lastig, maar ik ga geen moeilijke onderwerpen uit de weg. Ik breng wat ik belangrijk vind.”
Uitverteld
Niet alleen de correspondenten, maar ook de Nederlandse redacties waar zij voor werken hebben een aandeel in de nieuwsselectie. De onderwerpkeuze komt altijd in samenspraak tot stand. Tjeerd Kleijn, waarnemend chef buitenland van RTL Nieuws, vindt dat zijn zender genoeg aandacht aan Suriname besteedt. “Voor een land met slechts 480.000 inwoners staat Suriname hoog op onze nieuwsagenda. Het is natuurlijk een voormalige kolonie en in Nederland wonen veel Surinamers, dus we vinden dat ook belangrijk. Het is ook makkelijker om met Suriname een ‘gevoel’ te krijgen dan met, pak ‘m beet, de Pacifische eilanden van Taiwan. We hebben er niet voor niets een correspondent zitten.”
Kleijn is het wel met zijn afgezante Nina Jurna eens dat de belangstelling voor Suriname aan het afnemen is. “Misschien dat het vizier wat minder op Suriname is gericht, omdat veel verhalen al verteld zijn. De bolletjesslikkers zijn natuurlijk even hot geweest, het proces tegen Bouterse, maar op een gegeven moment ben je wel een beetje uitverteld. Dat het nu zo veel over Bouterse gaat, is logisch. Nieuws uit Suriname gaat nu eenmaal vaak over Bouterse.”
In de nieuwsuitzendingen wordt volgens Kleijn altijd geprobeerd een evenwichtig beeld te creëren. Ook in het geval van Bouterse. “Ik vind zeker dat wij nuance aanbrengen en ook een ander verhaal proberen te brengen. We hebben meerdere verhalen gemaakt over de populariteit van Bouterse onder jongeren, over het verleden laten rusten, over wat hij nu voor het land kan betekenen. Maar het is voor een nieuwsprogramma altijd lastig om heel diep de materie en achtergronden in te duiken. Een nieuws-item is niet langer dan 2,5 minuut. Als journalist moet je proberen het nieuws zo te brengen dat de kijker zelf een mening kan vormen over het onderwerp. Hooguit kan je het beeld over Suriname beïnvloeden door de nieuwskeuzes die je maakt. Het kan zijn dat mensen hier bij Suriname vooral aan de decembermoorden en drugssmokkel denken. Een weinig positief beeld dus. Maar het zijn wel de belangrijkste nieuwsverhalen van de afgelopen tijd, dus het is niet raar dat juist dat blijft hangen.”
Vreschillende stemmen
Een minder vluchtig podium dan de televisie, is de krant. Het papieren medium is niet aan minuten gebonden en heeft dus logischerwijs meer ruimte om achtergronden te brengen. Of dat altijd gebeurt, is natuurlijk de vraag; eigen buitenlands nieuws produceren is immers kostbaar. Buitenlandredacteur Cor Speksnijder van de Volkskrant vindt echter dat zijn krant voldoende achtergronden brengt. “Het is van belang dat het Nederlandse publiek een eerlijk beeld van Suriname heeft. In de Volkskrant proberen we zo evenwichtig mogelijk te rapporteren over de ontwikkelingen en zoveel mogelijk verschillende stemmen aan bod te laten komen. Dit jaar is onze verslaggever Stieven Ramdharie drie keer naar Suriname gegaan om over een breed scala van onderwerpen te rapporteren. We investeren dus zeker in eigen verhalen, die niet rechtstreeks van de persbureaus komen.”
Speksnijder weigert te oordelen over de Bouterse berichtgeving in andere Nederlandse media. Hij meent wel dat de Volkskrant genoeg moeite heeft gedaan om het publiek inzicht te geven in de Surinaamse beleving. “Dat in de recente berichtgeving over Suriname nadruk ligt op Bouterse, is natuurlijk niet zo vreemd. Hij is de nieuwe president van het land en hij is omstreden. Juist daarom dringt zich de vraag op hoe het mogelijk is dat hij populair is bij een aanzienlijk deel van de bevolking. Ik geloof dat de Volkskrant met de publicatie van diverse reportages, interviews en analyses haar best heeft gedaan om die vraag te beantwoorden.”
Vlag met cocaïne
Sam Jones is freelance journalist en volgt het Surinaamse nieuws dat Nederland bereikt in grote lijnen. Volgens hem ontbreekt bij grote nieuwsorganisaties vaak de nuance omdat ze een groot publiek bedienen. “Het alternatieve geluid wordt wel gebracht, maar vooral in de marge van de Nederlandse media, zoals bijvoorbeeld bij de Wereldomroep of de Volkskrant. Daar is ruimte voor een persoonlijk verhaal of een achtergrondreportage. Om zoiets in het acht uur journaal uit te zenden moet je je nek durven uitsteken. Er is namelijk weinig interesse voor dergelijke verhalen bij het grote publiek. Zodra het echter over Bouterse gaat, zit iedereen direct op het puntje van zijn stoel. Het heeft bewezen te scoren en dus is het verleidelijk zo’n onderwerp voorrang te geven.”
Jones begrijpt deze keuzes, maar beaamt dat de beeldvorming hierdoor wel wordt beïnvloed. “Bij het NOS journaal heb je een tijd gehad dat er bij nieuws over Bouterse een icoon van Surinaamse vlag met cocaïne in beeld werd gebracht. Daar zijn toen begrijpelijkerwijs klachten over gekomen vanuit de Surinaamse gemeenschap. Zoiets gebeurt niet eens bewust, maar heeft natuurlijk een effect op de kijker.”
Iwan Brave is journalist van de Ware Tijd maar werkte ook lange tijd in de Nederlandse media. Voorlopig hoeven deze echter niet bij hem aan te kloppen voor een verhaal vanuit zijn thuisland. “Ik heb de drive niet meer steeds hetzelfde verhaal te vertellen. Redacties zijn vaak op zoek naar verhalen die al verteld zijn. Ze zoeken naar nieuws over Bouterse. Het is een industrie die zichzelf in stand houdt.”
Toch is het volgens Brave bijzonder dat er zoveel aandacht voor Suriname is vanuit Nederland. Hij vindt dat het iets is om te koesteren. “Het is eigenlijk raar dat de politieke ontwikkelingen van zo’n klein landje een land met zestien miljoen inwoners bereiken. Veel landen zijn niet eens nieuws, wij tellen tenminste mee. Mensen kunnen zeggen dat ze de beeldvorming van het land negatief vinden, maar nieuws is nu eenmaal vaak negatief. De beeldvorming van Suriname wijkt in dat opzicht niet af van die van China, Rusland of Spanje. Het is voor Nederlandse media minder interessant om te vertellen dat wij onze wegen goed asfalteren. Ik vind ook dat we te weinig in het oogspringende ontwikkeling doormaken om überhaupt een tegenwicht aan de negatieve beeldvorming te kunnen bieden. Surinamers kunnen wel boos zijn dat mislukkingen worden uitgemeten, maar uiteindelijk zet je jezelf op de kaart.”
Dat Bouterse zo uitgebreid wordt belicht in het nieuws, vindt Brave niet gek. “Overal ter wereld is het nieuws dat er een veroordeelde ex-dictator, die keer op keer de dans ontspringt, aan de macht komt. Het is nu eenmaal een tot de verbeelding sprekend, bijna Suske en Wiske-achtig verhaal. Voor veel mensen is Suriname daardoor een gek, klein, exotisch landje. Maar door Bouterse sta je wel weer op de internationale nieuwsagenda.”